Eilandgeluiden

24 – 28 mei 2024

Ceol na mara’. De klank van de zee. Maar ook eilanden hebben hun geluiden… Luister je mee naar Jura, het wildste van de Inner Hebrides?

Craighouse, Jura

Als het dikke touw van de visitor mooring, de bezoekersboei, door de verhaalkam is getrokken en stevig op de klamp ligt, kan de motor uit. En hoor ik de muziek die aan komt waaien vanop het strand. Mensen zingen, er klinkt een gitaar, ik herken een nummer van Bob Dylan.

Later, de avond is gevallen, draagt het geluid van een doedelzak ver over het gladde water en lost op in de donkere nacht.

Het dorp Craighouse, dat is vooral de Jura Single Malt Distillery. Een wit met zwart gebouwencomplex. Daarrond wat huisjes, dicht op elkaar maar naarmate ze verder van de stokerij liggen, steeds verder uit elkaar, tot ze schuilgaan in het groen van dik beboste oevers. Het strandje aan de voet van de stokerij is volledig ingenomen door kleurrijke tentjes. Het zijn er meer dan er huisjes in het dorp staan.

Jura. Voor sommigen een lekkere single malt, maar eigenlijk vooral een eiland. Het vierde grootste van de Inner Hebrides, na Skye, Mull en Islay. Of derde grootste als je Skye niet meetelt. Want strikt genomen is Skye geen eiland, nu het met een brug met vasteland Schotland is verbonden. Eilandverzamelaar Haswell Hamish-Smith is streng maar ook toegeeflijk in zijn boek The Scottish Islands. Hoofdstuk 5 kreeg als titel Islands Surrounding Skye en een appendix waarin hij toch maar Skye beschrijft. Een elegante bocht. Maar terug naar Jura. Dat herken je van op zee aan zijn profiel met drie puntige bergen als pronte borsten, The Paps genoemd. Of niet, want vaak zijn ze zedig met wolken bedekt…

De volgende ochtend genieten we, vredig dobberend aan onze visitor mooring, van een ontbijt met versgebakken brood, koffie en zon. En het lieflijke geluid van golfjes, klotsend tegen de romp.

Tot we ons haast verslikken in onze idylle wanneer dreigend gebrom de stilte openrijt.

Dit kan toch geen boot zijn? Groot is onze verbazing als vlak naast ons een elegant, wit met blauw watervliegtuig landt. Het ‘vaart’ nu luid naar de pier waar even later een handvol passagiers uitstapt…

Even terug naar de borsten van Jura en de gekleurde tenten op het strand. De kampeerders zijn hier voor de Isle of Jura Fell Race, in de kalender van gepassioneerde berglopers een wedstrijd waar een uitroepteken bij staat. Je gaat al zweten als je leest wat die race inhoudt. 28 km lopen, waarbij je tussen de verplichte check-points zelf je parcours kiest over ruig en gevaarlijk terrein, en 2370 hoogtemeters over The Paps overwint… Vergeet vooral niet ‘Rócks!’ te schreeuwen naar de lopers vóór je, als je in een afdaling losgewoeld kiezel voelt schuiven, zo staat er in de wedstrijd adviezen. Door de strenge selectiecriteria is meedoen enkel voor wie zijn strepen in berglopen al heeft verdiend. De wedstrijd start om 10:00 in de ochtend.

13:00. Midden in het dorp heeft een enthousiaste menigte een erehaag gevormd en voor elke loper die de finish nadert, het gezicht bezweet en getekend, de benen vol modder en schrammen, gaan aanmoedigingskreten in crescendo, gevolgd door gejoel en applaus. De hele namiddag hangt de klank van heldendom in de lucht. Het pakt.

Loch Tarbert, Comhann Or, Jura

Als het anker ligt, er voldoende ketting achteraan is gerateld en ik nog even in achteruit ben gegaan om zeker te zijn dat we vastliggen, kan de motor uit. En vult de stilte mijn oren. Dwingend, als een fles die volloopt als je ze onder water dompelt. Overrompelend.

Jura is het wildste eiland van de Inner Hebrides.

We zijn nu aan de westkust, op een plek waar een diepe inham het langgerekte eiland bijna doormidden snijdt, Loch Tarbert. Een plek waar geen wegen lopen, waar geen huis te bekennen is, een weg-van-de-wereld plek.

Een ruisend geluid uit de bergen doorbreekt de stilte. Ik tuur met de verrekijker of er een stroompje naar beneden komt, een watervalletje misschien. Ik kan niets ontdekken. Wel zie ik de witte wolkige muts op de berg. Ze beweegt. Vouwt zich over de bergtop heen en zakt naar beneden. Steeds sneller. Het gerommel houdt aan, het lijkt nu een naderende trein. Even later rimpelt het gladde wateroppervlak, een koude wind jaagt over ons heen, de boot rukt aan haar anker. Een valwind. Ik had hem gehoord voor ik hem voelde…

Aan de overkant van onze ankerplek ligt een prachtig verhoogd keienstrand. Ik kan het niet beter beschrijven dan Hamish: “Het is schoon, zonder wier of onkruid en het oppervlak ziet eruit alsof een tuinman de gladde ronde keien net heeft gerakeld.”

Ze zijn zo stevig tegen elkaar aangedrukt dat ze nauwelijks bewegen als je erover loopt. Een taai en knisperend geluid. Ze liggen hier al zo’n 10.000 jaar en zullen hier nog wel even schoon en roerloos blijven liggen…

Morgen ruilen we de eilandgeluiden weer voor de ‘ceol na mara’, de klank van de zee, en trekken 30 mijl verder noord, naar het hoogste eiland van de Inner Hebrides, naar Mull…

3 gedachten over “Eilandgeluiden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.