Je kent ze wel, die leuke quotes over zeilen. Je vindt ze op posters, t-shirts en sierkussentjes in het kneuterige hoekje van de ship chandler. Er soms zijn er hele boekjes aan gewijd:
Sailing: The fine art of getting wet and becoming ill while slowly going nowhere at great expense.
Ondanks de overdrijving is het niet eens zo fout. Als ik denk aan opkruisen bij voorbeeld, kletsnat worden van het overkomende buiswater, je armen lam draaien aan de winchen, om dan vast te stellen dat je nauwelijks vooruit komt. Waarom? Aan niet-zeilers moeilijk uit te leggen. Aan zeilers eveneens moeilijk uit te leggen. Je wil komen waar de wind vandaan komt maar in de wind zeilen kan niet. Er zit dan niets anders op dan zeilend zigzagsteekjes maken, zo dicht mogelijk bij de zogeheten rhumb line, zeg maar, de kortste weg naar huis. Waarbij je heel wat meer mijlen aflegt dan de bedoeling is. Je kan natuurlijk ook je motor bijzetten en vol tegen de wind in varen, recht op je doel af. Maar neem het van mij aan, dat is ook geen pretje. In de wind is meestal ook in de golven en bijna nog meer afzien voor boot en bemanning dan het verfoeide opkruisen.
Maar er is ook de romantische kant, het triomfantelijke gevoel van je doel zeilend bereikt te hebben. Het afzien, het zout op je lippen, elke gewonnen mijl.
Twee opmerkelijke opkruis-momentjes die ik niet licht ga vergeten: een zeiltocht naar Edinburgh, Schotland, waarbij we in de Firth of Forth he hele eind van Bass Rock tot Granton laverend aflegden.
En een bescheidener tochtje naar Duinkerke. Dat een pak minder bescheiden wordt als je het smalste stuk er van opkruisend aflegt, tussen de banken, met weinig speelruimte.
En soms lukt het gewoonweg niet. Zoals bij onze laatste tocht van Ramsgate naar Nieuwpoort. Opkruisen was door wind én stroming zelfs geen optie, het leek wel de Processie van Echternach, drie stappen vooruit en twee achteruit..
Maar als het wél vlot, en we met goed scherp gezeilde rakken vooruitgang boeken, vindt mijn schipper het práchtig. Hij houdt van de helling, het opspattende buiswater en het gevoel van snelheid.
Ik daarentegen, hou net zo veel van een voor-de-windse koers. Zeiltje uitgeboomd, -vlinderen zoals dat heet- de boot vlak op het water en ook een uitdaging om te sturen.
En er zijn gelijkgestemden…
‘Can we go downwind now please. I’ve been hit in the face by a grill pan.’ (Julian Megson)