Van drie straffe zeevrouwen en een zeezieke man…

Zeilend reizen is traag reizen. Prettig is dat, het geeft tijd voor alle moois onderweg. Landschappen, beelden, zelfs poëzie. Of verhalen, soms uit lang vervlogen tijden…

3 mei 2023. We vertrekken uit Florø, Noorwegen, en na een korte passage op het mooie eiland Svanøy zeilen we onder een lentezonnetje naar Bulandet.

Ver in het westen, waar de zee breed openspat, daar zal je eilanden zien, het zijn er nogal wat. En als je ze telt, is het duidelijk en klaar, het zijn er zoveel als de dagen in een jaar. (vrij vertaald)

Bulandet is een archipel van, jawel, 365 eilanden. Nu ja, eilanden… Er zijn 15 hoofdeilanden en dan nog een boel kleinere eilandjes, rotsblokken en kruimels, uitgestrekt over 6 mijl. We meren af op een van de meest westelijke eilanden dat, net zoals de archipel, Bulandet heet. Helemaal aan de andere kant, in het oosten, ligt Vaerlandet. Daar kijk je uit op Alden, ook wel ‘den norske hesten’ of ‘het Noorse paard’ genoemd. Daarachter ligt weer een eiland, Tvibyrge, en dáárachter nog een, Atløy. Pas dán ben je bij het vasteland.

We fietsen er door een bijzonder landschap met diepblauwe inhammen, dorre grassen en bultige rotsen, gepolijst door de wind.

Fietsen, dat kan je doen van Bulandet tot Værlandet want nu zijn de hoofdeilanden van de archipel onderling met bruggen verbonden. Dat was lang niet zo. En al zeker niet in 1885…

Het was februari en een ijzige zuiderstorm hield al dagenlang aan. Een schip, de ‘Gugner’, was zo’n 100 mijl ten noorden van Bulandet van haar anker gegaan en op drift geraakt. In een poging zeilend ergens te komen kapseisde ze, één man sloeg overboord en verdronk. Drie dagen joegen wind en stroom het schip naar het noorden en toen het bij Bulandet op de rotsen liep waren er van de elf mannen nog slechts zeven in leven… Berte Hellersøy, een jonge vrouw van 25, zag dat gebeuren en zonder aarzelen schoot ze in actie. Samen met Hansine Tistel, 21, én de schoolmeester, roeide ze door sneeuw en wind in een kleine boot naar de rotsen. Berte en Hansine kenden het gebied tussen de scheren, want zo heten de rotsen hier, als geen ander, en slaagden erin om vier man in veiligheid te brengen. Ook met een tweede boot ging Berte mee en konden de drie overgebleven mannen worden gered. Iedereen was het erover eens dat de redding te danken was aan die twee dappere dames en ze kregen een medaille.

En later zelfs een standbeeld. Op Hellersøy zie je ze uitkijken over zee, twee sobere vrouwenfiguren, stenen haren in de wind. De armen gekruist, een gebaar van geborgenheid…

7 mei 2023. We zetten koers naar de ‘overkant’, 188 mijl westzuidwest naar het eiland Whalsay, Shetland. Twee zeiltochten later komen we aan in Lerwick waar we een auto huren om plekken te ontdekken waar je met de boot niet zo makkelijk komt. Zoals Sumburgh, het zuidelijkste puntje van Shetland.

En daar kruist nog een zee-heldin ons pad…

Ooit woonde er in Grutness een oude vrijster die kon breien als de beste. Betty Mouat was haar naam. Als jong meisje was ze per abuis door een jager in het hoofd geschoten en van alle hagel in haar Shetlandse hoofdje had men maar één kogeltje kunnen verwijderen. Sedertdien sukkelde ze met haar gezondheid. Op een koude januaridag in 1886 wou ze in Lerwick een dokter zien en er ook wat van haar beroemde breigoed verkopen. Omdat ze niet goed te been was besloot ze mee te varen met een vissersschuit, de ‘Columbine’. Maar onderweg stak een felle storm op… De kapitein sloeg overboord, en toen zijn twee matrozen hem met een sloep wilden gaan redden, raakten ze, o wee, niet meer terug bij de ‘Columbine‘! Daar zat Betty, alleen en doodsbang, in een boot die zich steeds verder van de kust verwijderde. In haar mandje een liter melk en een pak beschuiten. Acht dagen later spoelde ze aan op de Noorse kust, op het eiland Lepsøya, niet ver van Ålesund, waar vissers haar uit haar penibele situatie verlosten. Betty’s redding had zich als een lopend vuurtje in Shetland verspreid en bij haar terugkeer stond er 1500 man te juichen op de kade! Ze werd een curiositeit, kreeg zelfs een brief én 20£ van Queen Victoria…

Tot zo ver de straffe zeevrouwen. En die zeezieke man? Wel, dat is mijn schipper. Die tijdens de 31 uur durende oversteek van Noorwegen naar Shetland voor het eerst van zijn leven echt zeeziek werd. Bij flinke zee had hij wat gefixt op het voordek, was na die inspanning binnen gaan liggen, te warm gekleed, maar kon er de slaap niet vatten. Niet veel later hing hij buiten boven een emmer, het gezicht lichtgrijs, zweetdruppels op het voorhoofd… Zowat de rest van de tocht bleef hij mottig, maar deed zijn wacht, klaagde niet, en stuurde zelfs af en toe. Zeeziek ja, maar ook wel een beetje een held…

Vier seizoenen in Noorwegen

“Natúúrlijk! Noorwegen is gewoon het béste land dat er is. Maar je zal zien, de Shetland eilanden, de Faroër eilanden en IJsland, die zijn zó mooi en de mensen zijn er zó vriendelijk, je zult het er helemaal naar je zin hebben!”

5 mei 2023. De Noorse jonge vrouw die we ontmoeten, halfweg op onze fietstocht van Bulandet naar Værlandet, montert ons op. De afgelegen archipel van Bulandet is een van de meest westelijke vissersgemeenschappen van Noorwegen, en de laatste stop voor we de oversteek gaan maken naar de Shetland eilanden. We hebben het allebei wat moeilijk om het fijne Noorwegen achter ons te laten. Het is 5 mei en precies een jaar geleden dat we afmeerden in Mosterhamn, Hardangerfjord om aan ons Noors avontuur te beginnen. Tussen toen en nu liggen meer dan 3200 zeemijlen… Tot de Noordkaap en terug, naar Florø, waar de boot overwinterde. Vier seizoenen in Noorwegen, fire sesonger i Norge, ik blik graag nog even terug voor we opnieuw het zeegat kiezen…

Lente – vår. Natuurlijk is er het wisselvallige weer in het voorjaar, met flink wat regen aan de westkust. Maar liever onthoud ik de zonnige dagen en de fruitbomen in bloei in de Hardangerfjord, de fruitgaard van Noorwegen. Of het uitzonderlijke mooie weer dat we troffen in Bergen, op 17 mei, nationale feestdag en volksfeest zonder weerga.

Zomer – sommer. Het seizoen waarin de middernachtzon regeert. Er is geen donker meer… We varen tot de Lofoten en de Noordkaap en verbazen ons over het kristalheldere water en de spierwitte stranden in Finnmark. We laten ons verrassen door walvissen en zeearenden.

Herfst – høst. Begin september komen we aan in Florø waar de boot zal overwinteren. We vallen stil, de boot wordt huiselijker naarmate de avonden langer worden. In oktober vliegen we naar huis, maar komen in november alweer voor een week terug. Herfst in Noorwegen, dat betekent mooie wandelingen in een landschap dat purper kleurt als overal de heide bloeit. Maar ook binnenblijven op stormachtige dagen met striemende regen over het dek. En wafels, kaarslicht…

Winter – vinter. Iemand stuurt ons een foto van de boot met een dik pak sneeuw erop. Op de foto poseert een man die sneeuw was komen ruimen, zomaar. Nog twee keer keren we terug naar Florø. Een week om er met goeie vrienden Nieuwjaar te vieren, en eind februari nog eens twee weken met de auto. De dagen zijn nog kort en we maken het gezellig binnen maar gaan ook skiën, en langlaufen.

“Borders? I have never seen one. But I have heard they exist in the mind of some people.” (Thor Heyerdahl)

20 april 2023. Kamerbreed kijkt deze zin me aan. We zijn in het Kon-Tiki museum in Oslo. Want we willen Noorwegen niet verlaten zonder hoofdstad Oslo nog bezocht te hebben. En daarna kunnen we weer onze grenzen verleggen, nieuwe horizonten ontdekken. Al hoeft het voor mij niet zo extreem als Thor Heyerdahl met zijn verre expedities op een vlot uit balsahout of met een papyrusboot. Oslo straalt vrijheid uit, en levensvreugde. Zoals in het indrukwekkende Munch kunstencentrum waar behalve de knappe collectie van Edvard Munch nu een tijdelijke tentoonstelling “The Shape of Freedom” te zien is. Of in het Vigenlandpark, ook wel ‘blote beelden park’ genoemd, een ware ode aan het leven. Oslo voelt verdraagzaam aan, artistiek ook. Stijlvol artistiek is het moderne operagebouw, meer boho artistiek dan weer de kleurrijke Grüneløkka wijk met hippe winkeltjes, cafés en eethuisjes. We treffen prachtig weer, het is eind april maar lijkt wel zomer. Mooier kunnen we ons Noorwegen hoofdstuk niet afronden, Oslo is een heerlijke stad, een beetje de kers op onze Noorse taart.

In Florø halen we de boot langzaam uit haar winterslaap. De zeilen gaan er op, de bijboot wordt bovengehaald, we poetsen, ik doe wat vernis-werkjes binnen en we bevoorraden.

3 mei 2023. En daar is dan de dag van vertrek. Wat vreemd om uit Florø weg te varen, een veilige plek waar we ons intussen een beetje thuis voelen. Maar vooraleer we Noorwegen definitief verlaten gaan we nog een paar eilandjes ontdekken…

Een storm overleven is een geschenk waard…

23 december 2022. Bijna Kerst. Onze boot overwintert in Noorwegen en wij overwinteren thuis. Kerst. Mijmertijd, verhalentijd, kadootjestijd. En als ik nu eens, mijmerend over voorbije zomer, een verhaal kado doe? Terug naar 23 augustus 2022.

1514. Het zal je maar overkomen. Je bent vijftien, en wegens gegeerd trouwmateriaal als dochter van Philips de Schone en Johanna de Waanzinnige word je uitgehuwelijkt aan de koning van Denemarken en Noorwegen… Een jaar later zit je op een zeilschip naar het hoge Noorden, onderweg naar een echtgenoot die je niet kent. Waar gebeurd. Tot overmaat van ramp breekt een verschrikkelijke storm uit. Maar schip en bemanning halen het en uit dankbaarheid vind je een kadootje aan God de Almachtige wel op zijn plaats. En bestelt in Utrecht vijf altaarstukken voor vijf kerken in Noorwegen…

Naar één ervan staan wij vol bewondering te kijken. We zijn op het eilandje Grip.

Net als op het eiland Sør-Gjæslingan waar we een week eerder waren, lijkt het alsof de tijd hier is blijven stilstaan. Kleurige houten huisjes staan kriskras verspreid over het kale eiland, ooit een bloeiende vissersgemeenschap, en worden nu keurig onderhouden als vakantieverblijven. De kapitein van de kleine ferry die ons in een half uurtje van Kristiansund naar deze bijzondere plek bracht is onze gids. Met flair vertelt hij in een van de kleinste kerkjes van Noorwegen het wonderlijke verhaal van ‘onze’ Isabella van Habsburg en de vijf altaarstukken.

Er zijn er die zeggen dat het allemaal niet waar is en dat de altaarstukken op een andere manier in deze handelsposten van droogvis terecht gekomen zijn. Maar zeg nu zelf, dit verhaal is toch te mooi om niet te geloven?

Af en toe, na een stevige zeiltocht of een pittige hike, gunnen we onszelf ook wel eens een geschenkje. Geen altaarstuk, maar een lekker etentje bij voorbeeld, in Noorwegen een kostbare verwennerij…

Grip ligt een eind uit de kust ter hoogte van Kristiansund. Daar liggen wij afgemeerd, niet in de iets verderaf gelegen jachthaven, maar aan een van de steigers midden in de haven. Het was een beetje een haastig aanleggen geweest omdat net bij aankomst de hemelsluizen zondvloedsgewijs opengingen. Maar we liggen er prima, met breedbeeld zicht op de bedrijvige haven. Vlak naast de steiger is een restaurant, Bryggekanten. Het ziet er een beetje uit als een pizzatent en we lopen eigenlijk alleen maar binnen om er bij een biertje het wifi-paswoord te versieren. Maar het knusse interieur verrast ons en het ruikt er heerlijk. Ja, ze hebben pizza. Maar ook veel meer! We eten er prinsheerlijk. Helaas is de rekening zoals overal koninklijk…

Weinigen associëren Noorwegen met lekker eten. Behalve deze aanrader in Kristiansund deel ik graag in deze tijd van lekker tafelen nog een paar fantastische culinaire momenten…

Maren Anna, Sørvågen, Lofoten. Aankomen in de Lofoten, eind juni, vinden we een feestje waard. Wanneer we fietsend een restaurant voorbijkomen dat een Franse zeiler in Bodø ons tipte, stappen we zonder reservatie binnen. De Franse zeiler blijkt een goede referentie want we moeten niet heel erg aandringen of er wordt met tafeltjes geschoven en we krijgen een plekje. Kabeljauwtongetjes, stokvis met spek, en een heerlijk dessert…

Stappan, Gjesvær, Finnmark. Begin juli, 71° N. Bij aankomst in het noordelijkste haventje van onze reis zijn we in een hoera-stemming maar ontwaren niet meteen een restaurantje om dat te vieren. Tot we in een stil straatje verrast worden door een onweerstaanbare etensgeur. Hier wordt met liefde gekookt. We moeten wat moeite doen om de ingang te vinden van het bescheiden eethuisje waar drie gerechten met viltstift op een whiteboard geschreven staan. Fiskesuppe, hvalkjøtt grytebacalao. Vissoep, stoverij van walvis, stokvis. Sorry voor de gevoelige zielen, maar walvis eten, dat is in Finnmark heel gewoon…

Polfareren hotel, Longyearbyen, Spitsbergen. De weelderige luxe van de hotels in Longyearbyen staat in schril contrast met de onherbergzame omgeving. Het restaurant van ons hotel heeft een kaart met gesofisticeerde gerechtjes waarin de Noorse keuken flirt met de Aziatische. Af en toe kijk ik door het raam en knijp me in de arm om me ervan te verzekeren dat we op Spitsbergen zijn en niet in een of andere bruisende wereldstad…

Lovund. Na een taaie hike van ruim zes uur naar de Lovundfjellet trakteren we onszelf op een etentje in het Lovund hotel. Het zal het culinaire hoogtepunt van onze hele reis worden. We eten verrassend verfijnd en bovendien klopt alles hier, de omgeving, het interieur, de bediening.

In augustus kantelde de zomer in Noorwegen en keerde het donker terug. Inmiddels, vier maand verder, ligt de kortste nacht van het jaar alweer achter ons. Op de terugkeer van het licht is het nog even wachten. Tijd om binnenshuis, bij fijne verhalen, te genieten van lekker tafelen met familie en vrienden. Een vrolijke kerst iedereen!

Hard labeur en tedere zorg in de Vega archipel…

9 tot 17 augustus 2022

Op weer-app yr.no gaan alle alarmbellen af. Bovenaan op het schermpje van mijn telefoon drie gele en twee oranje driehoekjes met daarin symbolen voor stortregens, aardverschuivingen, risico op overstromingen en storm. Geel is erg, oranje is heel erg. Tijd om te schuilen dus.

En dat doen we in de haven van Sandnessjøen op het eiland Alstahaug. Hier woonde en werkte ooit de 17de eeuwse dichter/priester Petter Dass, zo’n beetje de Guido Gezelle van Noorwegen. We bezoeken zijn museum waarvan het gebouw, een architecturaal pareltje, ons meer fascineert dan de vrome psalmteksten.

Als de lucht na een paar dagen weer schoongeveegd en de zee weer platgestreken is, zeilen we 34 mijl verder zuid naar een unieke plek… Meer dan 6.500 eilandjes telt de Vega archipel. En hoe ruig en onherbergzaam de omgeving ook is, toch leeft hier al sinds mensenheugnis een taaie gemeenschap van vissers/boeren. Tot WOII uitbreekt waarin Noorwegen het bijzonder zwaar te verduren krijgt. Na vijf jaar Duitse bezetting en verwoesting, is het alle hens aan dek voor de wederopbouw. Er is zo veel volk nodig dat geïsoleerde eilandbewoners betaald krijgen om naar het vasteland te verhuizen. De drie bewoonde eilanden van de Vega archipel lopen leeg, boerderijtjes verkommeren.

Maar eilandbloed kruipt waar het niet gaan kan en na enkele decennia keren mensen terug. Huizen en boerderijtjes worden opgeknapt, de mannen gaan weer vissen en de vrouwen herstellen een wel heel aparte traditie in ere, het verzamelen en verwerken van eendendons. De eilandgemeenschap van Vega gaat verrassend liefdevol met de natuur om. Zo vertroetelen de vrouwen van Vega de wilde eidereenden door schattige schuilplaatsen voor ze te knutselen zodat ze veilig kunnen nesten. Of zetten de mannen, wanneer een eiland kaal gegraasd is, hun schapen op veerpontjes om ze naar een eiland met meer en malser gras te brengen. Door die buitengewone combinatie van hard work and tender care, hard labeur en tedere zorg, op een geïsoleerde plek als deze, werd de Vega archipel Unesco werelderfgoed. In het Verdensarvsenter, of bezoekerscentrum, een modern en knap gebouw, kom je er alles over te weten. Maar Vega heeft nog meer te bieden. Een groot deel van het eiland is verrassend vlak en het is er leuk fietsen. Klimmen kan ook en als je er tweeduizend houten traptreden voor over hebt, word je met een schitterend uitzicht beloond.

Even terug naar hard work and tender care. Als dat loont op een eiland dan wellicht ook aan boord van een zeilboot, en zeker in combinatie met een taakverdeling waar iedereen zich in kan vinden. Zoals bij ons aan boord in ‘ik kook en Las wast af’. Vinden wij allebei prima. En zeker als ik de afwas tot een minimum beperk. Bijvoorbeeld door creatief te zijn met éénpansgerechten. Las is alvast grote fan! Wat inspiratie uit mijn kombuis?

Quiche met zalm en broccoli

Bladerdeeg – broccoli – gerookte zalm – 2 eitjes – kopje zure room

Kant-en-klaar bladerdeeg in bakvorm draperen. Broccoliroosjes en reepjes zalm op de deeglap schikken. Overgieten met een mengsel van 2 eitjes en een kopje zure room, gekruid met peper. Goudbruin bakken in oven.

Ovenschotel met gevulde paprika’s en groenten

2 paprika’s – gehakt – aardappelen – rode ui – looktenen

Paprika’s overlangs doorsnijden en nerven en pitjes wegsnijden. Vullen met pittig gekruid gehakt en in een met olijfolie ingevette ovenschaal schikken. Aanvullen met kwartjes ongeschilde aardappel, grof gehakte rode ui en ongepelde looktenen. Alles samen laten garen in de oven. Net voor het serveren kan je er wat blokjes rauwe tomaat door husselen.

Kip met groenten en bulgur

2 kippenbouten – courgette – tomaten – rode ui – bulgur

Kippenbouten aanbakken in een ruime pan met wat olijfolie. Blokjes courgette, tomaat en rode ui toevoegen. Pittig kruiden met peper, zout, paprika en komijn. Water toevoegen en eventueel een half bouillonblokje voor meer pit. Bulgur in de pan strooien en zo lang laten sudderen als de verpakking aangeeft. Als de bulgur te veel vocht opslorpt, extra water toevoegen.

Na ons bezoek aan de Vega archipel zetten we koers naar het landelijke eiland Leka, 45 mijl zuidwaarts. Het is de tweede helft van augustus en hoe mooi de nazomer ook, de dagen korten nu echt wel zienderogen. Na bijna drie maand ononderbroken licht verdwijnt de zon terug onder de horizon, kleurt de hemel bij zonsondergang rozerood en hebben we echte, donkere ‘nachten’!

Eilandhoppend over de Vestfjord

31 juli – 10 augustus 2022 – ‘Wil je de drukte van de Lofoten ontlopen, dan moet je naar Værøy en Røst‘, zegt men ons. ‘Sla op je terugtocht vooral het eiland Myken niet over… Vergeet ook de archipel van Træna niet. En Lovund…’ En zo zeilen we eilandhoppend de Vestfjord over, terug richting Helgeland kust…

Ik zeg het er maar meteen bij, van geen van deze vijf eilanden had ik ooit gehoord. Maar wat een verrassingen hebben ze voor ons in petto. Wat dacht je van loodrechte klippen, de schipbreuk van een vijftiende-eeuwse Italiaan, single malt boven de poolcirkel, een zingende kreeft of een jaarlijkse gebeurtenis als lundkommardagen. Wat dat betekent, lees je zo..

Væroy – De vorm van een dinosaurusjong en duizelingwekkend groene klippen heeft dit eiland van amper 17,5 km² groot. Het zomerse weer is perfect voor een tocht naar het 438 meter hoge Håheien. Het aanvankelijk comfortabele pad gaat hoger en hoger en wordt steeds smaller tot we balanceren op een helling, zo steil, dat het mijn schipper te veel wordt. Ver beneden gaapt de blauwe baai. Geef hem storm op zee, en golven zo veel je wil, maar geen hoogtes als deze. De diepte heeft een misselijkmakende aantrekkingskracht op hem en dwars door kniehoog gras, heide en heesters vlucht hij naar een veilige vlakte. De volgende ochtend is een zweem van misselijkheid ook mijn deel… Een kater volgt op een gezellige borrel met Noorse buren bij ons aan boord én een nachtje doorzakken in de enige pub op Værøy. Half Værøy zit er. En er klinkt niet alleen Noors, maar ook Pools, en Roemeens. De visverwerkende bedrijven komen handen tekort en er valt goed geld te verdienen… Ik denk zelfs dat we gedanst hebben.

Røst – Zo hoog als Værøy was, zo plat is Røst, met 11,1 km² een schort groot. Ze zeggen dat er op dit eiland meer mensen met bruine ogen en donker haar wonen dan waar ook in Noorwegen. Wat te danken zou zijn aan de passage van Pietro Querini en zijn bemanning, die er na een winterse schipbreuk in 1432 enkele maanden verbleven… Dat hij als in het paradijs was beland, schreef Querini in zijn dagboek, ja ja… Een lading stokvis kregen ze mee als proviand voor de terugtocht naar Italië, tot op vandaag nog steeds de grootste afnemer van gedroogde kabeljauw uit de Lofoten…

Myken – Als op 6 februari 1981 vissersschip de ‘Western’ vergaat en alle zeven bemanningsleden verdrinken heeft de kleine gemeenschap van Myken genoeg van de wreedheid van de zee. Op een tiental mensen na verlaat iedereen het eiland, hun huizen blijven overgeleverd aan de elementen. Jaren gaan voorbij. En dan keren kinderen en kleinkinderen stilaan terug. Ze knappen de woningen op als vakantieverblijven, Myken krijgt een tweede leven.

Een dag na aankomst kleurt de windkaart rood en we blijven er een paar dagen verwaaid liggen. Ook verwaaid tijdens een zeilreis naar Myken lagen Roar Larsen en Trude Tokle een tiental jaar geleden. Ze werden verliefd op het eiland, gingen er deeltijds wonen en besloten er de eerste Noorse single malt ten noorden van de poolcirkel te gaan maken. En raar maar waar, tijdens de rondleiding in de Myken Destilleri kunnen we proeven, maar niets kopen… Want alcohol, sterker dan bier, mag in Noorwegen enkel via de staatswinkel Vinmonopolet worden verkocht.

Træna – Van de bijna vijfhonderd eilanden, eilandjes en rotsjes van de Træna archipel zijn er vier bewoond. We meren af op Husøya, vanwaar je uitkijkt op het merkwaardig bultige Senna. Het is zondag, het seizoen is voorbij en het is hier uitgestorven. Bezienswaardigheden als de kerk en de Petter Dass kapel zijn dicht. Maar wandelen kan altijd en wandelend lopen we tegen een merkwaardig kunstwerk aan. Het beeld, gemaakt uit graniet, brons en kunststof, lijkt op een vrouw maar ook op een kreeft. Als je dichterbij komt hoor je een frêle vrouwenstem een mooi ingetogen lied zingen. Samen met de kreeftvrouw kijken we uit over de wondermooie eilanden. We zijn intussen, na twee maand, weer bezuiden de poolcirkel…

Lovund – Een homp midden in zee en de stek van een paar honderdduizend papegaaiduikers. Die hier elk jaar klokvast op dezelfde dag arriveren, 14 april. Lundkommardagen, wat zo veel betekent als ‘de dag dat de papegaaiduikers komen’, is een hoogdag. Tegen half augustus vertrekken die clownachtige vogels weer om dan acht maand op zee te gaan zwerven. We gaan geen vogels spotten maar wel de 623 m hoge Lovundfjellet bedwingen. Die hike is zo pittig dat we vinden een etentje verdiend te hebben. Het wordt een onverwacht culinaire beleving. Het restaurant van het klassevolle Lovund Hotell is zonder meer top. Het bijdehante meisje dat ons bedient, verklaart een en ander. Lovund, dat is zalm, en zalm, dat is de nieuwe olie… De nieuwe zalmbaronnen ontvangen hun gasten van over de hele wereld graag in stijl.