‘Aú!’, klinkt het achter me, terwijl ik in het reddingsvlot tuimel…

12 en 13 maart 2022. Een beetje humor kan geen kwaad. Zeker niet wanneer we ons gaan verdiepen in ‘worst case scenario’s‘ aan boord van een zeilboot… Samen met vijf andere stellen nemen we deel aan het Offshore Safety Weekend van RS Medical Sailing. Zelfredzaamheid, EHBO en reddingsvlotsimulaties staan op het programma. Het is middag en we zijn in het zwembad, twee reddingsvlotten dobberen rond en wij oefenen. ‘Mocht ik bewusteloos zijn…’, grap ik, ‘…zou je me écht niet aan boord van het reddingsvlot kunnen krijgen?’ Dat is wat onze lesgever, arts en zeiler Rob Sijbers, beweert. Ik drijf op mijn rug, dik en rood is het onhandige zwemvest. Ik speel voor bewusteloze drenkeling. Las zit al in het reddingsvlot en haakt zijn armen onder mijn oksels om me over de rand het vlot in te trekken. Het is moeilijk. Het lijkt niet te lukken. Maar dan voel ik me toch over de rand schuiven tot ik achterwaarts het vlot in tuimel. ‘Aú!’ Las ligt achter me. Hij is net door zijn rug gegaan…

We zijn inmiddels twee sessies bij de chiropractor en een hoop brufens verder en de rugpijn is geweken. Het is maar één van de hindernissen op weg naar de vrijheid..

Zo word ik ineens uit het niets wekenlang geplaagd door een hardnekkige ontsteking van de schildklier. Gelukkig wijzen bloedonderzoek, echo en scan uit dat er niets mis is met de werking ervan, maar de genezing gaat traag. En al die tijd voel ik me niet zo fit, terwijl er nog zo veel te regelen valt. Begin april vertrekken voor een zeilreis van enkele maanden naar Noorwegen, gaat dat lukken?

Ik begin meer en meer lijstjes te maken. Ik pieker me suf over wat we nog nodig hebben. Nodig zoúden kúnnen hebben. Ik scrol door forums en blogs maar de vaak goedbedoelde adviezen krijgen een averechts effect. ‘Zijn we wel genoeg voorbereid?’, piept een stemmetje aanhoudend in mijn hoofd. Ik probeer die vervelende gedachte van me af te schudden, ik moet relativeren. Toch begin ik, nu het nog kan, halsoverkop steeds meer spullen online te bestellen. En we willen vooral onze boot terug in Nieuwpoort. Want die staat nog steeds in de loods in Kats, Zeeland.

Haar romp kreeg een schoonheidsbehandeling. Waar oude verflagen minder goed hechtten, was corrosie traag gaan woekeren en lelijke, wrat-achtige bultjes ontsierden de lak. Die werden weggeschuurd en behandeld. De houten stootlijst ging van de romp en werd geschuurd. En ten slotte kreeg ze een nieuwe strakke glanzende laklaag. Ook had corrosie meerdere schroeven in de voetlijst aangetast, tot de koppen eraf vielen. Alle onthoofde schroeven werden verwijderd en vervangen. De bevestiging van het anker werd verbeterd.

Wij gingen ook regelmatig naar de werf om te klussen. Vernissen, onderwaterschip schuren, antifouling aanbrengen, inox polishen.

En dan was er nog een giga-klus. We lieten de hele elektronica op orde brengen. Grotere accu’s, straffere dynamo, betere omvormer, 5G antenne, nieuwe gps antenne, nieuwe Raymarine instrumenten, de bedrading ‘opruimen’ en ga zo maar door.

24 maart 2022. De boot kan het water in, een week later gaan de zeilen er op. Rias Wisse werkt de elektronica af.

Een week voor de geplande terugtocht naar Nieuwpoort rijden we nog een laatste keertje naar Kats. Al bij het parkeren ziet Las het. Er zit een kras in de boot. Een kras. In de nieuwe strakke lak. Nog voor wij een mijl met onze boot hebben gevaren is er al iemand tegenaan gevaren! Ik kan wel huilen. Maar april is topseizoen op de bootwerf en voor het professioneel uitpolijsten van de de kras is nu geen tijd. Wat we niet kunnen oplossen, moeten we maar verdragen…

En dan, met het vertrek bijna in zicht, test onze scheepselektronicus positief op corona en schuift de afwerking van de elektronica nog een weekje op… Maar ook dat gaat voorbij en op 12 en 13 april varen we via Veerse Meer, Kanaal door Walcheren en Noordzee terug naar Nieuwpoort.

‘Check je even de berichten van de stormvloedkering?’ vraagt Las onderweg. Tadaaaa! Binnenvaren in Nieuwpoort kan nu wel, maar over een week gaat de havengeul voor tien dagen hermetisch dicht omwille van het plaatsen van een enorme betonnen drempel. Vluchten naar Oostende dan maar.

En dan… Dan is daar de állerlaatste hindernis. De wind. Die blijft hardnekkig uit het noorden waaien. Elke dag bekijk ik het weerbericht. Meerdere weerberichten. Maar het verdict is onverbiddelijk. Noorwegen is niet bezeild*…

*niet bezeilde koers

Paniek!

Donderdag 15 maart 2018

Over een week zal het lente zijn. Toegegeven, op het merkbaar langer worden van de dagen na is van lente nog niet echt veel te merken. Maar weer of geen weer, toch is daar het moment waar mijn schipper reikhalzend naar heeft uitgekeken. Pat Panick gaat terug het water in na een lange donkere winter! De late winterprik die voor het komende weekend voorspeld is, met vriestemperaturen overdag, kan de pret niet bederven. Een nieuw zeilseizoen begint. Punt.

Om 8h30 zijn wij als eerste aan de beurt. Zeilvrienden Alain en Philip komen ondanks het vroege uur een handje toesteken en dat maakt het toch een stuk relaxter. Ik heb geen vrije dag vandaag, en wil, als het even kan, tegen 10h00 op kantoor zijn.

Een boot, loom schommelend in twee riemen, die door een kraan op wielen over land gereden wordt, ik blijf het raar vinden. En spannend.

Om niet te spreken van het moment dat de kraan de boot boven het water positioneert. Een korte tijd zweeft ons schip met haar ronde buik weerloos in het ijle. En hoe behoedzaam de kraanman haar ook laat zakken, toch schrik je van het knarsen van de banden, van het minste schokje. Pas als ze drijft, durf je weer ademhalen.

Alles loopt gesmeerd. De motor start vlot, we meren nog even af bij het fuel ponton om de eerste 100 liter van het seizoen te tanken en binnen het uur liggen we goed en wel afgemeerd. Aan boord verwissel ik snel zeiloutfit voor kantooroutfit, spring in de auto en plof klokslag tien op mijn kantoorstoel.

Niet heel veel later gaat mijn telefoon. Las. Paniek.

‘Er komt water in de boot!’

‘Heu?’

‘Niet zo heel veel, nee, maar toch, de schroefas, die lekt, dat is niet goed, echt niet goed…’

Daar zit ik, op mijn kantoorstoel. Ik kan niets doen, het voelt niet goed. Aan de andere kant van de lijn hoor ik op de achtergrond de stemmen van de zeilvrienden. Het stelt me gerust. Er wordt beslist dat de boot vandaag nog terug uit het water gaat. En morgen, vrijdag, wordt er naar die schroefas gekeken. En als het euvel kan verholpen worden, kunnen we met een beetje geluk maandag terug het water in. Laat de winter nog maar even zijn gang gaan dit weekend…

Zondag 18 maart 2018

Daar staat ze dan, hoog en droog in de avondlijke vrieslucht. Nog één keer slapen en ze mag het water weer in. Er zit een nieuwe rubber dichting om haar schroefas. Helaas, ik heb geen vrije dag morgen. Maar de zeilvrienden, die zijn al zalig met pensioen en komen trouw terug om mijn schipper een helpende hand toe te steken. Ik ben gerust.

(En beloof hierbij plechtig dat ik hen nooit meer de Grumpy Old Men zal noemen…)

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Warmte en goede voornemens

2 februari 2018

De winter vordert traag dit jaar. We missen licht. En zon. En onze boot in het water..

Net na nieuwjaar walst de griep over ons heen, en na de griep is onze energie nog recht evenredig met het uren zonlicht dat ons toebedeeld wordt. Zoals in: beneden alle peil. Nog maar eens heeft de weerman het over de somberste winter in heel erg lang.

Maar op de laatste zondag van januari klauteren we toch maar eens de ladder op om een kijkje te nemen aan boord. Afgelopen herfst had onze Webasto er niet veel zin meer in. Blazen als een boze kat maar warmte, vergeet het maar. Er was een technieker aan boord gekomen die zich met de souplesse van een slangenmens in de koffer geplooid had waar de verwarming zit. ‘Oud beestje’, was het droge commentaar geweest. Een monkellachje. En dat hij wel eens op het internet op zoek zou gaan naar het onderdeel dat volgens hem oorzaak was van het probleem. Nooit meer wat van gehoord.

Maar het internet is er voor iedereen en we ontdekken er zowaar een handleiding voor ons type Webasto, de coolant heater DW 80. Coolant, koelvloeistof dus, in onze verwarming? En ja, wij blijken een koelvloeistof verwarming te hebben en geen lucht verwarming… Dat hebben we al die tijd niet geweten, laat staan die koelvloeistof gecontroleerd of bijgevuld. De verwarming werkte, er was een aan/uit knop en dat was het.

We maken de kuipkoffer leeg, halen de houten schotten van de bodem weg om er gemakkelijker bij te kunnen en duiken de koffer in. De leiding van de koelvloeistof voelt leeg. We vullen aan en voorzien tijdelijk dieseltoevoer vanuit een jerrycan. We schakelen de verwarming aan en hoera, hij doet het weer! Bij het bekijken van de installatie ontdekken we nog meer. Twee leidingen lopen van ons verwarmingstoestel naar de warmwaterboiler. Weer vraagtekens. Kunnen wij warm water maken met onze Webasto? En hoe werkt dat dan? Die dag krijgen we die vraag niet opgelost. Wel brengen we de rest van de middag door met het schoonmaken van de ruimtes achterin.

Terwijl ik daar mee bezig ben moet ik terugdenken aan het moment van de keuring van onze boot kort voor de aankoop. HISWA aankoopexpert Theo van Rijswijk nam ons schip van voor tot achter onder de loep. Terwijl hij dat deed, gaf hij ook tips en uitleg, veel uitleg. Toen die mij te technisch werd, haalde ik verontschuldigend mijn schouders op. ‘Techniek en ik, het gaat niet goed samen’, wuifde ik mijn onwetendheid lachend weg. ‘Ik spreek een paar talen, kan autorijden, lekker koken, ben handig met pc en internet, ik kan poetsen en strijken, zelfs schilderen en behangen. En ik ben bijzonder sea-proof. Maar elektriciteit, motoren of technische dingen, laat maar zitten.’ Dáár nam keurmeester Theo geen genoegen mee. Hij vond het toch wel onze -dus ook mijn- plicht om een en ander van eigen schip technisch te snappen.

En hier, dubbelgeplooid in mijn kuipkoffer, geef ik hem gelijk. Ik moét hier meer van te weten komen, er werk van maken om van mijn aversie voor techniek af te komen. Beginnend met die verwarming.

O ja, nog dit. Onlangs las ik dat uit een of andere studie was gebleken dat goede voornemens waar je pas in februari mee start, meer kans maken dan diegene die je al te voortvarend in januari maakte.. Ik wil het graag geloven.

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Ongeduld en boten gaan niet goed samen

En dat het nota bene Facebook is dat me daar op wijst. Je kent het fenomeen: nu en dan duikt een melding op waarmee Facebook je herinnert aan een gebeurtenis. Een foto die je een jaar, twee, drie jaar geleden postte. Gewoonlijk negeer ik die. Maar vandaag dus niet. De bewuste foto van precies een jaar geleden. Onze Breehorn is -na een lange winter binnen in de werf in Woudsend, Friesland- net het water in gegaan. In november was ze de loods in gegaan, vergezeld van een waslijst to do’s. Een deadline hebben we niet, maar bij de eerste lentekriebels begint een vaag ongeduld te knagen. Pasen, Hemelvaart, de eerste lange weekends passeren, maar de boot is niet klaar. De levering van de uitklapbare raampjes voor de vaste buiskap lopen vertraging op.

IMG_6390

Maar op 16 mei 2015 ligt ze dan toch in het water en een week later -Pinksterweekend 2015- varen we haar naar thuishaven Nieuwpoort.

Intussen zijn we een jaar verder. En relativeer ik vandaag ons ongeduld van toen. In 2015 maakten we verschillende mooie tochten en is de boot in een jaar in zes landen geweest, Nederland, België, Frankrijk, Engeland, Duitsland en Noorwegen.

Maar we blijken hardleers. Want met de dit jaar voorziene klus aan onze boot gaat het weer niet snel genoeg naar ons gevoel. We zwoegen ons te pletter op het onderwaterschip en toch is het nog niet goed genoeg.

IMG_2178

De boot is een stuk gladder, oude brokkelige lagen antifouling zijn weg. Maar om het helemaal goed te hebben, moet er nog veel meer geschuurd worden. En hoe verder we gaan schuren, hoe meer we de intussen niet meer zo strakke coating (onderlaag op het aluminium) zullen moeten bijwerken. Retoucheren, plamuren, bijschuren, terug opbouwen in meerdere lagen… We beginnen te beseffen dat dit nog wel heel lang kan duren. En zo veel tijd hebben we niet meer. Half juni willen we vertrekken voor een reis van zes weken…

Een ongemakkelijk gevoel overspoelt ons. Lees: ons geduld raakt op.

Als ik verhalen lees over mensen die jaren aan hun boten werken alvorens een mijl te zeilen, dan heb ik daar ontzettend veel bewondering voor. Maar voor ons werkt het niet. We hebben niet alleen weinig geduld met klussen, volgens mij beschikken wij simpelweg niet over het klussers-gen. We doen het omdat het moet, maar vinden er niet echt plezier in. Ons humeur raakt onderkoeld, de romantiek is ver te zoeken…

En dan nemen we een stoute beslissing. We houden op met schuren waar we gekomen zijn. Zetten er één laag antifouling op, laten nog de nieuwe schroef installeren en leggen de boot terug in het water. Komende winter laten we de klus professioneel afwerken. En nu gaan we varen. Zelden zo snel beslist…

 

Dromen van Stromness

Intussen staan we twee weken boven. En waren de weergoden ons tot hiertoe welgezind, dan is dat nu duidelijk over. Er wordt ons duidelijk gemaakt wat aprilse grillen zijn. Wind, koelkast-temperaturen en hagel. En dat krabben, schuren, peuteren en pitsen begint ons de keel uit te hangen.

IMG_2066

IMG_2031

Het rood van de twee lagen antifouling van vorig jaar is er af en een groot deel van het zwart, de oude antifouling, is er af. Een groot deel zeg ik dus. Maar niet alles. En voor ieder die zegt dat het er allemaal af moet, is er weer een ander die zegt dat het er niet allemaal af hoeft.

Iemand lacht me zelfs een beetje uit omdat ik sta te krabben met mijn verfkrabbertje. ‘Bij Ship Support zetten ze daar een professioneel schuurmachientje tegen en in anderhalve dag is de klus geklaard.’ Hmm… Het was toch Ship Support die zei dat er met een schuurmachine geen beginnen was aan die koek van antifouling, dat krabben de boodschap was?

De beste stuurlui staan aan wal, en de beste antifouling-verwijderaars staan met hun handen in hun zakken te kijken naar ons. Ik haal mijn schouders op en pruts verder. Voorzichtig droom ik van onze reis in het verschiet. Juni, het is niet meer zo ver af.

En krabbend, schurend, peuterend en pitsend dwalen mijn gedachten af naar een o zo fijn stukje muziek dat ik jaren geleden op Klara hoorde en dat mij toen betoverde met zijn lieflijke eenvoud. Ik spitste mijn oren en hield mijn adem in toen titel en componist genoemd werden. Luister… Farewell to Stromness van Peter Maxwell Davies.

Stromness… Daar zat iets van storm in, zucht. En Farewell… romantiek, diepe zucht. ‘Als die plek echt bestaat, dan wil ik daar ooit naar toe,’ droomde ik toen.

En als dit klussen achter de rug is, en als het weer het toelaat, dan zeilen we er deze zomer naar toe. Stromness, een dorpje op Mainland, een van de Orkney-eilanden ten noordoosten van Schotland…

Ok, ok, ik schuur al verder…

IMG_2152

IMG_2153

Waar zijn we aan begonnen?

Het is niet dat we zo’n dwarsliggers zijn, maar bepaalde dingen andersom doen vinden wij soms gewoon praktischer. Zoals het vaarklaar maken van onze boot.

Terwijl de botenparking volgestouwd staat tijdens de tergend trage winter, blijven wij rustig in het water, op onze ligplaats. Op milde dagen waaien we eens uit, soms komen we gewoon een weekend aan boord, het is er stil, het is er goed. De Webasto houdt de boot warm, een ontvochtiger slorpt de klamheid op.

Maar als de lente pril de kop opsteekt, kriebelt het om aan de lenteschoonmaak te beginnen. Zo lang we niet uit het water gaan, blijft het bij voorzichtige klussen. Schoten met gerafelde uiteinden krijgen een benaaide takeling. Ik houd niet zo van lijnen met getapete uiteinden.  Dan een nachtje weken in een sopje, op een zacht programma in de wasmachine en terug soepel in een tros.

We halen alle lijnen van het dek, en geven het teak een schoonheidsbehandeling. Met een zachte borstel en zuiver water het meeste groen weghalen, daarna een tweede beurt met bruine zeep en ten slotte instrijken met Boracol. Zon en zee doen de komende weken de rest.

En als na de paasdagen de haven voller en de botenparking leger wordt, gaan wij uit het water. Er is meer plaats, de temperatuur is prettiger om buiten te werken, de dagen zijn langer.

Want we hebben een plan. We gaan het onderwaterschip aanpakken. Bij de keuring van onze boot -toen zagen we voor het eerst haar onderkant- was het ons niet zo zeer opgevallen. Het moet gezegd, het  was pokkenweer toen, regen en wind moeten het zicht beperkt hebben. Of waren we iets té verliefd op haar en vertroebelde dat onze kritische blik? Maar toen ze enkele maanden later in de loods van Breehorn stond, werd Las een beetje ongelukkig bij de aanblik van haar gebobbelde huidje. Resten antifouling vormden een korstig maanlandschap. Maar de enkele plaatsen waar zowel antifouling als coating hadden losgelaten en blank aluminium toonden, kregen op dat moment prioriteit. Er waren nog zo veel klussen, het werd een beetje kiezen. En zo zeilden we ons eerste seizoen met het onderwaterschip ongeveer zoals het was.

Terug naar de botenparking en ons plan. Ronny Nollet van Ship Support heeft ons een krabber geleend. Een professionele verfkrabber. Maar professionele verfkrabber-gebruikers zijn wij niet, zo blijkt. Als Las een tijdje aan de gang is geweest komt Ronny kijken. ‘Je hebt haar een beetje gekieteld, niet gekrabd’, lacht hij breed en toont hoe het moet. In enkele stevige halen komt het rood van de laatste laag antifouling mee, als ook resten oude zwarte antifouling, tot grote delen wit van de coating zichtbaar worden. ‘Mooi de ronding van de romp volgen’, geeft hij nog mee. ‘En ophouden als je moe wordt, anders ga je krassen’. ‘En vooral liefdevol blijven krabben.’ Weer die glimlach. Hij weet wat ons te wachten staat. Wij niet.