Waarom zeil je naar een eiland als Tresco?

Die Isles of Scilly, is dat een leuke vakantiebestemming? Is er een pretpark met een wildwaterbaan, een subtropisch zwemparadijs? Zijn er gastronomische restaurants? Shows, bezienswaardigheden, kunst? Kortom, valt er wat te beleven?

Wat mij betreft, ik had er meermaals per dag stof voor een blogpost… Al kan dat ook aan mij liggen. Mijn schipper toomt mij in. ‘Daar ga je de mensen toch niet mee vervelen, kan je het niet gewoon een beetje samenvatten?’ Ok dus. Samenvatten.

Een wildwaterbaan? Onze zeiltocht ‘buitenom’ van St. Mary’s naar Tresco misschien… ‘Binnendoor’ vonden wij er wegens ondieptes griezelig uitzien op de kaart. Maar als we tegen de westenwind opkruisen tussen St. Agnes en Samson schrikken we van de donkerblauwe oceaandeining. Nu wordt duidelijk dat men hier ontzag heeft voor windkracht vier, meer is er niet nodig om het oceaanwater in een hoge swell steil tussen de eilanden op te stuwen. Binnenvaren in het Bryher Channel is al even spectaculair, het water breekt bulderend op Shipman Head. Elke ‘splash’ verbleekt bij het binnenvaren tussen Hangman Island en Cromwell’s Castle. Dus ja, er is een wildwaterbaan. Een echte.

Een pretpark? Op een manier doet het eiland Tresco me denken aan Jurassic Park… De weelderige plantengroei op het zuidelijk deel van het eiland, palmbomen, vreemde varens… De golfkarretjes-achtige elektrische wagentjes die hier rondrijden, ik verwacht een mini-dinosaurusje achter elke struik.

Helemaal subtropisch wordt het in Abbey Gardens, een schitterende botanische tuin. Waar we, -verliezen we hier ons tijdsbesef?- zo laat aankomen dat we twee entreekaartjes krijgen voor de prijs van een. Rennen door Jurassic Park dus.

Een restaurant? Het heerlijke Ruin Beach Cafe ligt aan een azuurblauwe baai en al kunnen we er op de zomerse dag van mijn verjaardag niet terecht wegens volboekt, we scoren een tafeltje voor de volgende dag.

Of het er gastronomisch is komen we helaas niet te weten omdat in één nacht niet alleen het weer omslaat maar ook onze bijboot. Buitenboordmotor hangt er nog aan, weliswaar ondersteboven, het schroefje wijst hulpeloos naar de donkere lucht erboven. Zo hangen we een hele dag gegijzeld aan onze mooring, in dit weer is naar de kant roeien geen optie. Onze reservatie, mijn verjaardagsdineetje, bellen we af, het wordt gastronomie uit ons kombuis.

Gebeuren er wel meer spannende dingen?

In het slechte weer lijkt er iets aan de hand met een helblauw Frans jacht dat iets verderop voor anker ligt. Een man haast zich het voordek op, doet iets bij het anker, rept zich opnieuw naar achter. En dan zien we het. De boot ligt niet stil, het anker krabt. Hij is alleen aan boord en kan onmogelijk én zijn anker lichten én zijn boot besturen in dit weer…

Op een andere Franse boot springen drie mannen in hun bijboot en varen in de loeiharde wind naar de boot in nood. Ze klauteren er vliegensvlug aan boord, iemand neemt het roer, de anderen bekommeren zich samen met de schipper om het anker. Dat komt moeizaam omhoog, een dik pak wier eromheen. Met vereende krachten wordt het gelicht en de boot vertrekt, twee bijbootjes meeslepend. Ze varen tot bij een vrije afmeerboei en de drie heldhaftige zeilers, de kappen van hun zeiljassen diep over het hoofd getrokken, tuffen het hele eind terug naar hun eigen zeilboot. Knap staaltje zeemanschap. Zelf zijn ze niet zo onder de indruk van het snertweer, één van hen gaat in de gietende regen op het achterplecht staan vissen…

En dan is er nog -na het stormweer- de avondlijke training van een gig, een bijzondere roeiboot met een boeiende geschiedenis, de leuke fund raising van het plaatselijke schooltje -met de opbrengst van de verkoop van knutseltjes gemaakt van schelpen willen ze dingen voor de school kopen-, de oystercatcher met haar pluizige jongen, er zijn de zonsopgangen en zonsondergangen, de luchten al even veranderlijk als de barometer, de talloze kunstgalerijtjes…

Voor al die dingen zou je naar de Isles of Scilly kunnen gaan…

Feestelijk foutje…

21 juli 2017

New Grimsby Sound, tussen het eiland Tresco en Bryher

Bij het woord feestelijk denk ik niet spontaan aan ballonnen of taart. Eerder aan een kleurig bevlagde boot… To dress a ship heet dat in het Engels. Je schip aankleden, uitdossen, heel elegant. Het Nederlands heeft er dan weer een Frans woord voor, pavoiseren. Vandaag ben ik jarig en krijgt onze Pat Panick haar grand pavois, feestjurk voor een schip…

Jaren geleden bestelde ik zo’n seinvlaggenset als verjaardagscadeau voor Las. Het geheel kwam als een rode lap met zakjes er op gestikt, elk met een keurig gevouwen vlaggetje erin. 26 letters van het alfabet, 10 cijferwimpels, 3 vervangingswimpels. Nee, dat ging ik niet zomaar als geschenk verpakken, ik zou ze ophangen en mijn schipper er mee verrassen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik zie me nog zitten met het pak opgeplooide vlaggen en metershoog boven mijn hoofd de mast. Vlag per vlag peuterde ik de houtjes-touwtjes in elkaar tot een lang sliert. A, B, C, … Vooraan zou ik de spinnakerval gebruiken om het geheel omhoog te hijsen, achteraan de grootzeilval. Gemakkelijk was anders, hoe langer de slinger met vlaggen werd, hoe meer de wind er mee aan de haal ging. Fier als een gieter was ik toen het uiteindelijk lukte. Wat ik niet opgemerkt had, was onze overbuur Philippe die mij van op zijn boot geamuseerd gadesloeg. Weken later maakte hij me er fijntjes op attent dat het er allemaal wel feestelijk had uitgezien maar dat ik het niet echt volgens de regels van de kunst had gedaan. Hoezo, niet volgens de regels van de kunst? Blijkbaar mogen de seinvlaggen helemaal niet alfabetisch worden gehangen, maar wel volgens een afgesproken volgorde, waar hard over nagedacht is. Vlaggen wisselen af met wimpels, kleuren zijn zo gerangschikt dat ze voor een evenwichtig geheel zorgen en de letters waar ze voor staan mogen geen ongepaste of beledigende boodschap vormen.

Dit zou me geen twee keer overkomen. Al snel vond ik de code op het internet. A-B-2-U-J-1-K-E-3-G-H-6-I-V-5-F-L-4-D-M-7-P-O-3rd Sub-R-N-1stSub-S-T-zero-C-X-9-W-Q-8-Z-Y-2nd Sub, zó en niet anders. Ik knoopte onze vlaggen volgens het boekje, rolde de vlaggenslierten in elkaar en borg ze op tot het volgende feestmoment. Slim, dacht ik.

Maar perfectie is niet van deze wereld want als ik vandaag op mijn verjaardag de twee opgerolde slingers uit elkaar schud weet ik ineens niet meer wat voor en wat achter is, noch wat boven of onder moet. Ik google het nog maar eens maar kan tot mijn verbazing geen touw vastknopen aan wat ik aantref op het internet. Hoe ik mijn vlaggen ook houd, niets houdt steek. E-Q-3-G-8-Z-4-W-6-P-one-I-Code-T-Y-B-X-1st sub-H-3rd sub-D-F-2nd sub-U-A-O-M-R-2-J-zero-N-9-K-7-V-5-L-C-S, hoezo?

Iets dieper graven op het internet brengt raad. Er blijkt zowel een Amerikaanse als een Britse versie te bestaan! En helaas, onze vlaggen blijken volgens de Amerikaanse etiquette geknoopt… Het is intussen zo’n mooi weer geworden dat de etiquette ons kan gestolen worden, we hijsen Pat Panick snel in haar Amerikaans feestjurkje en gaan op stap. Van op de wal ziet het er prachtig uit.

_MG_7037

Prachtig ook wordt onze wandeling op het noordelijke stuk van het eiland Tresco…

 

BewarenBewaren

Sterrenstof en schattenjagers

49° 54.588′ N – 6° 18.934′ W

Dat is onze positie in Porthcressa Bay, St Mary’s. Het eerste stukje is de breedtegraad, het tweede de lengtegraad. In tijden van gps, plotter en navigatie op Ipads, staan we er niet meer bij stil. Maar ruim driehonderd jaar geleden was de positie van een schip bepalen een heel ander verhaal. Bij gebrek aan klokken die op een schip naar behoren konden functioneren was het niet mogelijk om de lengtegraad accuraat te berekenen. En zo kwam het dat vier schepen op 22 oktober 1707 vergingen op de rotsen van de Scilly’s. Meer dan 1500 zeelui kwamen om, The Scilly Naval Disaster werd een van de zwaarste rampen van de Britse Navy. Eén schip werd tot op de dag van vandaag niet teruggevonden. De HMS Romney

Porthcressa Bay 19 juli 2017

Als we van Newlyn komend, de Scilly’s aanlopen, staat er een stevig zuidoost. Voor de volgende dag is er noordwest op komst. Porthcressa ligt open naar oosten, maar is bij noordwest goed beschut. We twijfelen. We bellen. Negatief advies voor vannacht… Dat wordt doorvaren naar Hugh Town, dat net andersom georiënteerd ligt. Daar komt de havenmeester ons verontschuldigend tegemoet gevaren. “We are full, I am so very sorry!” We varen op ons kielzog terug naar Porthcressa.

Onbeschut of niet, we moeten ergens naar toe. Het wordt een woelige nacht.

Vijf jaar geleden waren we hier ook en hadden toen pech en dubbele pech. ’s Nachts was ons anker gaan krabben, en bij het her-ankeren brak de gaskabel.. Dat werd een Pan-Pan. De RNLI bevrijdde ons uit onze benarde situatie en een charmant stel dat de Porthcressa Moorings beheert, loste onze technische problemen feilloos op. Charlie, een Londense advocate, en Pete, een duiker, geboren en getogen op St-Mary’s. Ze werden verliefd, zij liet London voor wat het was en nu runnen ze een boot die duikklussen uitvoert, beheren de moorings in Porthcressa en verzorgen taxidiensten. Met hun twee kinderen wonen ze in een blauwgeverfd huisje bij het strand. Storm Cottage…

En kijk! ‘s Anderendaags hangt Charlie -stevige zeiljas, korte broek en laarzen- met haar bijboot aan onze reling. Brede glimlach. “Five years already?” Ze kan het niet geloven. Ze geeft ons leuke tips, een weerbericht en we maken een afspraak om later op de dag een biertje te gaan drinken in de Bishop & Wolf, een pub vlakbij.

De zon breekt door, alles krijgt een witte schittering, wat is het licht hier bijzonder.

We zeulen de fietsjes in de bijboot en over het strand. In een namiddag fietsen we op het gemak het hele eiland rond.

Maar na de middag dooft een melkachtige mist het heldere licht. Of toch niet helemaal. Aan boord merk ik dat de restjes zand die uit onze sandalen en van onze fietsjes vallen, glinsteren en fonkelen. Spierwit weerkaatsen ze het minste lichtstraaltje. Ik veeg het zand op maar minuscule glittertjes blijven pinkelen. Sterrenstof, denk ik glimlachend.

’s Avonds gaan we het biertje drinken met Charlie. Pete, haar man, is er niet. Het is zijn vrije dag, verontschuldigt ze hem. Dan trekt hij er graag op uit met zijn boot. Niet zomaar. Ze gaat iets stiller praten nu. Nee, hij is… op zoek. Met een metaaldetector.. Ze kijkt om zich heen en fluistert. Naar het wrak van de HMS Romney. En ja, zeker, hij is pretty sure waar hij haar kan vinden… Ze haalt haar schouders op en rolt met haar ogen.

Sterrenstof en schattenjagers, de Isles of Scilly hebben iets van een sprookje

(uit de cd ‘Ships Ahoy! – Songs of Wind, Water and Tide’ – Quadriga Consort/Nikolaus Newerkla)

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren