Vieren!

vie·ren (vierde, heeft gevierd) 

1: feestelijk doorbrengen of gedenken: zijn verjaardag vieren.

2: laten uitlopen of schieten: de teugel(s) (laten) vieren, minder streng gaan optreden

Vieren in de eerste betekenis van het woord kent iedereen. Maar als er op een boot ‘vieren!’ geschreeuwd wordt, gaat het meestal niet over feesten.

Dan weet je dat je -snel, snel!- een lijn moet lossen. De schoot, bij voorbeeld, omdat de boot door te veel druk in de zeilen vervaarlijk gaat hellen, onbestuurbaar wordt, uit het roer loopt. Of een landvast die te strak gehouden wordt bij een aanlegmanoeuvre. Of een meertouw in een sluis wanneer het waterpeil sneller zakt dan verwacht, en je moet voorkomen dat je aan de sluismuur komt te hangen…

Deze winter bleef onze boot in het water. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat onze winterse zeiltochtjes -tot hier toe, de winter is nog niet om- op één hand te tellen zijn. Maar op niet onaangename wijze kwam ik tijdens een van die zeiltochtjes tot de bevinding dat vieren in de zin van ‘het is feest!’ en vieren in de zin van ‘lossen, die lijn!’ meer met elkaar gemeen hebben dan je zou denken…

En dat ging zo:

De allerlaatste dag van het oude jaar en de eerste dag van het nieuwe, die willen we graag aan boord van onze Pat Panick vieren en drie vrienden vergezellen ons. Op 31 december gaan we van Nieuwpoort naar Oostende varen. Daar feesten we aan boord en om middernacht gaan we naar het vuurwerk kijken op het strand. Op 1 januari zeilen we terug…

Het mag een feestelijke zeiltrip worden en in de week die er aan voorafgaat, plan ik lekkere dingen, champagne, wijn, een feestmenu. Er komt een kerstboompje aan boord, en kerstlichtjes, kerstservetjes… Ik maak lijstjes om af te vinken. Tot ik een van de vriendinnen bel om het over het feestmenu te hebben, je kent het wel, wie brengt wat mee… Zij wuift mijn plan-drift weg. ‘Bij aankomst in Oostende gaan we toch gewoon met zijn allen boodschappen doen en kijken wat er op onze weg komt, lacht ze, de winkels barsten van het lekkers tijdens dagen als deze!’ Ook goed… Maar allerlei gerechtjes, receptjes blijven door mijn hoofd malen. Koken aan boord, ik vind het leuk. Sedert kort schrijf ik daar ook over op de website Zeilhelden, in de rubriek ‘zee-eten’. De vriendin vindt dat grappig. ‘Je wordt nog de Pascale Naessens voor zeilers’, knipoogt ze. (waarmee ze bedoelt: ‘neem jezelf maar niet te veel au sérieux!’)

Tijdens het boodschappen doen beslissen we: oesters, een vissoep. Wat hebben we nodig? Daar ga ik weer. ‘Wou je nu echt zelf een visbouillon trekken?’ grijnst de ene vriendin terwijl ze een kant en klaar emmertje vissoep aanwijst. Bereid in de vismijn van Oostende, staat er te lezen op het etiket. ‘Waarom moeilijk doen als het gemakkelijk kan?’ grapt de andere vriendin als ze met een schaal voorgesneden stukken vis komt aangelopen. ‘Is bedoeld voor visfondue, maar waarom niet in de soep, handig toch?’ Ik geef ze graag gelijk. Vieren gaan we, loslaten…

Helemaal kan ik het toch niet laten en geef mijn draai aan de feestsoep door een uitje en wat tomaten in olijfolie te stoven vooraleer de kant en klare vissoep, bereid in de vismijn van Oostende, in de pot gaat.

Niet te hard willen, het is een mooi voornemen zo aan het begin van een nieuw jaar. Kunnen loslaten, plannen bijstellen ook. Op een boot is het een goede eigenschap, want vaak lopen de dingen niet zoals voorzien, hoe goed voorbereid je ook dacht te zijn. Lenig en soepel, zo moeten zeilplannen zijn…