Schatten van Britten

(Goede) Vrijdag 19 april 2019

Bloederig. Hij zegt het letterlijk. Niet één keer maar zowat in elke zin. Bloody

We liggen net afgemeerd aan de Halfpenny Pier in Harwich na een schitterende, zonnige zeiltocht. Deze ochtend vaarden we Nieuwpoort buiten bij het krieken van de dag, een droom van een noordooster blies ons 78 mijl naar de overkant in iets minder dan 14 uur.

Zagen we weinig volk op zee, hier aan Halfpenny Pier ligt het vol. Op het enige vrije stuk steiger prijkt een plakkaat. Please be aware. Gevolgd door de mededeling dat schepen van meer dan 20m voorrang krijgen aan dit ponton… Veel opties zijn er niet. In binnenvaren in Shotley marina hebben we geen zin en we zijn te moe om nu nog een eind de rivier op te varen en aan een mooring te gaan liggen. Een paar mensen van de andere jachtjes nemen vriendelijk onze lijnen aan. Tenslotte staat er ook niet dat het verboden is, toch?

Als we iets later in de kuip aan het avondeten zitten, met zicht op een dieporanje avondlucht boven de rivier, komt de havenmeester langs. Een luide goedlachse kerel die met veel verontschuldigende handgebaren komt uitleggen dat we helaas bloody plaats zullen moeten maken. Hij verwacht een tweemaster van 30m, de Lady of Avenel. Maar het bloody schip had hier al bloody uren geleden moeten zijn en het heeft bloody niks van zich laten horen en voor zijn part mogen we hier bloody blijven en vooral eerst en vooral van ons bloody lekker avondmaal genieten. En hij voegt er nog vlug aan toe dat – ook al vindt hij ons bloody sympathiek- we geen Britten meer in België moeten verwachten met ons rode-diesel-gedoe. Maar voor de rest moeten ons vooral nergens bloody veel van aantrekken, gewoon graag even plaats maken voor de bloody Lady of Avenel en er dan maar langszij gaan met de melding dat hij, de havenmeester, gezegd heeft dat het bloody goed was. En weg is hij, met een hartelijke zwaai.

Als de tweemaster anderhalf uur later aankomt, varen we netjes weg van het ponton, blijven even op de rivier wachten tot ze afgemeerd zijn en vragen dan om langszij te mogen komen. Sure, no problem! Grote glimlach en tal van helpende handen om onze lijnen aan te nemen.

(Paas)zaterdag 20 april 2019

Vandaag zeilen we naar het lieflijke Brightlingsea, een goeie 20 mijl verderop in de Thamesmonding. Nog maar eens is de zon volop van de partij. Als we kort na de middag de Colne rivier op varen en rechtsaf nemen naar de Brightlingsea Creek zijn we duidelijk niet de enigen die van het zomers aandoende lenteweer genieten. Het krioelt hier van de boten en bootjes. Opvallend veel zwaardbootjes, catamarans ook. Wat een drukte. Plots komt een snelle motorboot op ons toe gevaren. De man aan het stuur van de boot, zonnebril met oranje spiegelglazen, armen als boomstammen, flink getatoeëerde boomstammen, roept ons toe. Of we een ligplaats willen, misschien? Ja, fijn!

‘Maarrre…, jullie zitten wel midden in het startveld van een  zeilwedstrijd’, schreeuwt hij, ‘over vijf minuten gaan ze! Je kan óf vijf minuten wachten óf nú doorvaren!’

En dan haalt hij de schouders op en schreeuwt lachend: ‘Ga maar, snél, ik escorteer jullie wel… Ik ben de havenmeester!’ en hij stuift er vandoor. Wij er achteraan.

Hij begeleidt ons naar het eerste drijvende ponton aan de overkant van het dorp waar we een royale plek toegewezen krijgen. Dikke meertouwen laten vermoeden dat dit de vaste ligplaats van een werkschip is. Kunnen we hier wel blijven, moeten we ons nog verleggen? De havenmeester wuift onze zorg weg, het schip komt toch niet meer dit weekend, we kunnen hier blijven liggen, no worries! Even later liggen we afgemeerd, neus in de strakke oostenwind, en de zonovergoten kuip heerlijk beschut, mét zicht op de zeilwedstrijd…

De havenmeester vaart ook de watertaxi heen en weer en brengt ons van het ponton naar het dorp en na een frisse wandeling weer terug.

Vriendelijke havenmeesters, ze zijn goud waard…