En voor dessert een zonsondergang asjeblieft..

Zomer 2018

Mensen reageren gek op een vakantieverhaal als het onze. Noorwegen, met je boot? Dat is ver varen, zeg. Hoe lang doe je daar wel over? Vijf dagen. Vijf dágen? En dan ook vijf dagen terug? Blik al even ongelovig als meewarig. Slimmerds nemen een vliegtuig, zie je ze denken.

Na Stavanger zit onze vakantie er bijna op… Maar wanneer een vriendelijke Noor ons tijdens een praatje op het ponton nog het eilandje Rott tipt, aarzelen we niet. Daar gaan we nog even langs vooraleer we de 500 mijl naar Nieuwpoort aanvatten. Rott. 2 bejaarde inwoners en wat vakantiehuisjes, rommel op de kade. En stilte. Een Noorse kers op onze Noorse taart.

Nog één nachtje samen doorslapen, nog één wandeling om nog eens flink de benen te strekken en dan gooien we de trossen los om het ruime Noordzee-sop te kiezen. Nogal wat mensen zien zo’n meerdaagse zeiltocht als iets om tegenop te zien. Alsof het zonde is van de tijd… Voor ons is het gewoon een deel van onze vakantie. Dagen worden nachten worden dagen. Zonsopgangen en zonsondergangen. Notities in het logboek om de één à twee uur vullen bladzijde na bladzijde.. Niet alleen dat dag en nacht zeilen -stoppen jullie dan ergens om te slapen, nee hoor- is voor velen moeilijk te vatten.

Ook over het eten aan boord worden veel vragen gesteld. Ravioli uit blik, instant noodles of corned beef? Niet dus. “Qu’est-ce qu’on mange ce soir?” Het was tijdens zeilvakanties uit mijn jeugd de dagelijkse vraag van Alain, zeilvriend van onze familie. “Wat eten we vanavond?” Het zou een niet zo vreemde vraag zijn, als ze niet elke ochtend al tijdens het ontbijt werd gesteld… Eten aan boord, en in het bijzonder de warme maaltijd, speelt een niet te onderschatten rol tijdens een meerdaagse zeilreis. Het zorgt niet alleen voor de nodige energie, maar net als notities in het logboek brengt het rust en structuur in lange dagen. Dreigt je tijdsgevoel wat wazig te worden op zee, dan zorgen ontbijt, lunch en avondeten voor houvast. En een hartige, geurige, dampende maaltijd, dat is hartverwarmend als een warme muts of droge laarzen. Daarom rond ik dit reisverhaal graag af met 10 eet-ideetjes voor warme maaltijden op zee. Het is wat ik bereidde tijdens onze heenreis naar en terugreis van Noorwegen. Op een eenvoudig gasfornuis. En telkens met een zonsondergang als dessert…

De heenreis. Nieuwpoort – Skudenes. 6 – 10 juli 2018

1. Courgettes gevuld met gehakt, aardappelen

Courgettes – gehakt – uitje – look – peper – zout – tijm – oregano – aardappelen

Courgettes wassen, niet schillen. Doormidden snijden en uithollen met een lepel. Vruchtvlees fijnhakken en samen met een gesneden uitje en look mengen met het gehakt. Kruiden met peper en zout, tijm en oregano. Courgette helften vullen met het gehakt-groenten mengsel en in de oven. Aardappelen koken.

Tip: niets zo handig als een ovenschotel. Met een gasoven is het soms wat zoeken, de temperatuur is minder goed verdeeld dan in die luxe heteluchtoven van thuis. Zet het gas niet te hoog, draai je ovenschotel af en toe en heb wat meer geduld.

2. Ratatouille en kippenfilets 

Paprika’s in drie kleuren – aubergine – ui – look – peper – zout – tijm – oregano – laurierblad – kippenfilets

Uitje en look stoven in olijfolie. Fijngesneden paprika’s en aubergine toevoegen. Peper, zout, tijm, oregano en een laurierblad. Kippenfilet bakken.

Tip: met deze groenten heb je wellicht te veel voor twee. Bewaar het afgekoelde overschot in een vershoud-doos in je koelkast en eet het de volgende dag koud bij de boterham of slaatje.

3. Steak, champignons en gebakken aardappelen

Steak – champignons – boter – aardappelen – peper – zout

Aardappelen koken, afgieten en in dikke ‘frieten’ snijden. In dezelfde pot de champignons in hete boter stoven en kruiden met peper en zout. Steak naar wens bakken. Als de steak bijna klaar is, aardappelen aan de pan toevoegen en even omscheppen tot ze bruin zijn. Champignons toevoegen.

Tip: voor dit gerechtje gebruik je slechts één pot en één pan. Weinig afwas in je kombuis is belangrijk. Ten eerste omdat afwassen niet zo leuk is. Ten tweede omdat je altijd zuinig bent met water aan boord.

4. Eenpansgerecht met aardappelblokjes, spekjes en sluimererwten

Gerookte spekblokjes – aardappelen – sluimererwtjes

Zet de pan op gasvuur met of zonder vetstof. Als de pan heet is, doe je de spekjes er in. Voeg de rauwe, in kleine blokjes gesneden aardappelen toe. Laat samen bakken. Als de aardappelen bijna gaar zijn, schud je de groentjes erbij. Geef het nog een minuut of tien.

Tip: vanaf windkracht zeven wordt koken aan boord een helse klus. Maar bij zwaar weer wordt een hartige maaltijd meer dan ooit gewaardeerd. Een eenpansgerecht is hiervoor ideaal. En bijna zo gemakkelijk als instant noodles. Maar een pak lekkerder en gezonder! Omdat je eten bij storm zó van je bord waait, serveer je de warme hap beter in een kommetje. En met een lepel, dat eet gemakkelijk.

5. Volkorenpasta met zalm en pesto, tomaten en parmezaan

Gerookte zalm – volkoren spirelli – tomaten – ui – parmezaan – pesto – rucola – basilicum

Kook de spirelli zoals aangegeven op het pak. Laat ui en tomaat sudderen in een bodempje olijfolie. Meng door de pasta en hussel de zalm en de pesto er door. Afwerken met schilfers parmezaan en een nestje rucola.

Tip: pasta afgieten is een spannende klus op een boot. Ik gebruik twee ovenhandschoenen in plaats van de gewone pannenlappen.

De terugreis. Rott – Nieuwpoort. 22 – 26 juli 2018

6. Kip currysaus met champignons, rijst

Kippenfilets – rijst – champignons – ui – curry – kurkuma – peper – zout – bloem – melk

Kip in blokjes snijden en aanbakken in boter. Uitje er bij. Champignons in vieren snijden en laten meebakken. Kruiden met curry, kurkuma, peper en zout. Laten garen op een zacht vuur met het deksel op de pot. Afgieten door een vergiet maar het vocht opvangen. Klont boter smelten, lepel bloem er door roeren en met het vocht tot een saus roeren. Heb je te weinig vocht, dan kun je melk toevoegen. Kip en champignons bij de saus voegen en eventueel nog wat curry toevoegen. Serveren met rijst.

Tip: bij het boodschappen doen zijn houdbaarheidsdatums cruciaal. Ik bereid mijn maaltijden ook in functie van die datums. Kip bederft sneller dan de meeste andere vleessoorten en die gaat dan ook in het begin van de reis in de pan…Verder heb ik altijd een paar ‘noodmaaltijden’ extra, je weet nooit precies hoe lang je op zee zult zijn…

7. Zalmfilet, puree met seter rømme en lenteuitjes, boontjes

Zalmfilet – aardappelen – zure room – lenteuitjes – boontjes – boter – peper – zout – nootmuskaat

Kook de boontjes en houd warm. Kook de aardappelen. Voeg een klontje boter en een schep zure room toe en pureer. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Snij een paar lenteuitjes fijn en roer de snippers door de puree. Strooi de rest van de lenteuitjes over de boontjes. Serveer met de kort gebakken zalmfilet.

Tip: speel niet op veilig als je in een vreemd land je boodschappen doet. Ga voor lokale ingrediënten, ze geven iets extra’s aan de vertrouwde gerechten uit je kombuis. Zeg nu zelf. Laks filet med seter rømme, klinkt bijzonder toch?

8. Chili con carne, nacho’s

Rundsgehakt – rode ui – blikje maïs – blik rode bonen – blik gepelde tomaten – 1 rode paprika – peper – zout – komijn – paprika – chilipoeder of chilivlokken – zure room – lenteuitjes – nacho’s (maïstortilla’s)

Stoof ui en look, voeg gehakt en paprika toe. Kruid pittig. Laat alles wat aanbakken en roer er de tomaten uit het blik door. Geef het wat tijd op een laag vuurtje. Voeg bonen en mais toe en laat nog even goed doorwarmen. Verdeel over kommetjes, bestrooi met gemalen kaas, een schepje zure room en lenteuitjes. Je hebt geen bestek nodig, gewoon dippen met de nacho’s.

Tip: in de supermarkt in Stavanger waren de hoeveelheden voorverpakt vlees te groot voor ons twee. Ik gebruikte de helft in dit gerecht, en bewaarde de rest in een vershoud-doos in de koelkast voor de volgende dag. Vershoud-dozen, je kan er niet genoeg van hebben aan boord. Als je zo veel mogelijk in dozen bewaart, heb je minder geurtjes in de scheepskoelkast!

9. Spaghetti bolognese, less is more

Tomaten – rundsgehakt – ui – look – spaghetti – gemalen gruyère kaas

Stoof ui en look in olijfolie, roer er het rundsgehakt door. Voeg de in stukjes gesneden tomaten toe en laat wat sudderen. Kook de spaghetti.

Tip: als je wat vergeten bent, heb je op zee natuurlijk een probleem. Je kan nu eenmaal  niet ‘even naar de winkel’… Maak je vooral niet druk en doe alsof je gerecht zo bedoeld was. In dit geval: ik had de champignons vergeten…

10. Lasagne, restje spaghetti, courgette (pasta buffet!)

Een pak kant-en-klare lasagne – een restje spaghetti – een halve courgette – look

Zet de lasagne in de oven. Stoof de in blokjes gesneden courgette in olijfolie, geef wat fijngesneden look en voeg het restje koude spaghetti toe. Goed laten doorwarmen.

Tip: niets zo leuk als kliekjesdag, mijn kinderen waren er verzot op. Met restjes maak je nooit twee keer hetzelfde. En het leukt minder culinaire happen zoals deze kant-en-klare lasagna op. Pasta buffet, klinkt geweldig, niet?

Smakelijk!

Een weekend in Stavanger. Veel kleuren, héél veel eten… en olie!

Vrijdag 20 juli 2018

Dingen durven wel eens tegenvallen als je verkeerde verwachtingen koestert. Stavanger dus.

Overdonderd zijn we bij aankomst. Door gigantische cruiseboten, feestgedruis, rijen tenten die het zicht op de stad bederven, en oververhitte Noren die zwetend de zomer van hun leven meemaken. Een food festival, had ik gelezen. ‘Leuk’, had ik gedacht. Maar toen wist ik nog niet dat er tijdens Gladmat zo’n 250 000 mensen in vier dagen over Stavanger heen walsen…

Drie jachthavens heb je hier. Vågen, in het centrum van de stad, is niet toegankelijk wegens het festival, Børevika, het haventje bij het Ojlmuseum ligt afgeladen vol, en dus varen we door naar de iets verder gelegen marina op het eilandje Grasholmen. We zijn loom door de warmte en pas als de zon begint te zakken wandelen we in de zwoele avondlucht naar de stad. Het is vrijdag, het weekend begint en het is de avond voor mijn verjaardag…

Maar de romantische tête-à-tête die me beloofd is blijk ik wel te kunnen vergeten. Er heerst hier een drukte die me nog het meest doet denken aan een luid après-ski terras, veel mensen, veel bier, veel lawaai..

Eerst staan we in de rij bij Fisketorget, een populair visrestaurant waar we aan een tafeltje vlak onder twee luidsprekers belanden, goed voor een miljoen decibels. ‘Hier eet ik niet’, grom ik en we laten het moeizaam verworven tafeltje voor wat het is. Iets verderop langs de kade ligt een groot, groen schip. Iedereen komt er om kongekrabbe of king-krab te eten. Druk druk druk. Als we na lang aanschuiven een plekje bemachtigd hebben, in de avondzon dan nog, ben ik bijna euforisch.

Tot blijkt dat we enkel nog een glas witte wijn kunnen bestellen, de kongekrabben zijn uitverkocht… Een bakje halen aan een van de vele eettenten -heb je die roofzuchtige meeuwen al gezien- vind ik niet meteen iets voor een verjaardagsetentje… We wringen ons tussen de mensenmassa terug naar het eerste restaurant. En kijk, we kunnen aanschuiven aan een lange tafel. Bij een overheerlijke schotel zeevruchten babbelen en lachen we links en rechts met onze onbekende tafelgenoten. De beste remedie tegen onvoorzien feestgeweld is er in meegaan. En champagne…

IMG_5516

Zaterdag 21 juli 2018

Omdat Gladmat pas na de middag op dreef komt gaan we vandaag tijdig op pad om de stad te ontdekken. En was mijn kijk op Stavanger gisteravond al iets roziger geworden, dan krijgt die gaandeweg steeds meer kleur. Fleurige straten, verrassende graffiti, hippe winkeltjes, dit is een vrolijke stad!

En als ik in het Norsk Oljemuseum tijdens een beklijvende kortfilm kennis maak met “Oil Kid” Thomas en de recente geschiedenis van Stavanger, ben ik helemaal onder de indruk. Behoorde Noorwegen in de 19de eeuw nog tot de armere landen van Europa, nu zijn ze in amper twee generaties het zesde of zevende rijkste land van de wereld geworden! De ontdekking en ontginning van flinke voorraden gas en olie in de Noordzee in 1969 veranderden het leven van de gemiddelde Noor kompleet. Een berg geld heeft ook een lastig kantje. Noorwegen werkt hard aan een ecologisch voorbeeldig imago, maar valt dat wel te rijmen met die vervuilende bron van inkomsten? En hoe verleidelijk is het om naar steeds meer olie te willen boren, en wat als die zich in een ongerept gebied als de Lofoten bevindt?

Hoe dan ook, het museum laat op een knappe manier alle kanten van de oliewinning zien. Ik denk terug aan die ene stormachtige dag op onze tocht van Nieuwpoort naar hier. We passeerden toen dicht  langs een van de talloze booreilanden in de Noordzee. Het zal je werkplek maar wezen…

Als de drukte begint toe te nemen zoeken we de rust op van Gamle Stavanger, de oude stad. Stille straatjes, witte huisjes. We ronden af met een bezoekje aan het maritiem museum dat ondergebracht is in een krakend oud houten pakhuis.

Het was geen liefde op het eerste gezicht maar dat is intussen helemaal goed gekomen. Als echte Gladmat-gangers laten we ons meevoeren met de mensenstroom langs de kraampjes, ik laat me verleiden tot wat culinaire verwennerijen, streelzacht gerookte zalm, Noors zeezout… En tot slot nemen we afscheid van Stavanger met een portie romige vissoep!

Afspraakje in Ådnøy, doorzakken op Langøy

Woensdag 18 juli 2018

“A, met zo’n bolletje er op, D, N, O met zo’n schuine streep er door, Y. Ådnøy, ja. Coördinaten? 58°55’1N 5°59’8E. Wat zeg je, we hebben jullie wakker gebeld? O jee, oprechte excuses…” Mijn wangen kleuren rood, maar dat zie je niet over de telefoon. “Nee hoor, geen haast, we zien jullie vanavond of morgenochtend, ook goed, wat er het beste uitkomt…”

Ik heb net gebeld met Jan-Willem van Iskander. En van Renée. Iskander is een Breehorn 41 in een bijzonder mooi blauw. Of is het groen? Iets er tussenin. Maar zo mooi, dat er intussen al meer Breehorns in een vergelijkbare tint rondvaren. We leerden Jan-Willem en Renée kennen op onze allereerste winterontmoeting van de Breehornzeilers. En er was een vage afspraak geweest. Zij planden dit jaar in juli een zomervakantie in Noorwegen, wij ook. Eind juni whatsappen we elkaar onze vaargidsen en kaarten maar veel concreter dan “Ergens in het Noorden borrelen?” wordt de afspraak niet. En zo hoort het ook met een zeilboot…

MarineTraffic verklapt dat ze een week na vertrek uit Nederland niet in Noorwegen maar in Schotland zijn. Daarna in Kirkwall, Orkney. Hm, geen Noorwegen dus. Tot er een verrassend whatsappje komt dat ze van daaruit vertrokken zijn richting Stavanger.

En nu heb ik ze wakker gebeld… Wij zijn vroeg op hier in Lysebotn en het is me helemaal ontgaan dat zij net een tocht van 250 mijl achter de rug hebben. Kort na de middag vertrekken we naar Ådnøyvågen, zo heet het baaitje op het eiland Ådnøy. Las prikte het op de kaart omdat het ongeveer halverwege Stavanger en de Lysefjord ligt en onze Imray Pilot het omschrijft als ‘attractive’ en ‘sheltered’…

De Lysefjord terug uit varen is mooi, en je raadt het nooit, de wind zit weer maar eens lekker tegen. Opnieuw hangen de wolken laag en dreigend boven de fjord, maar later klaart het op.

Wanneer we de baai van onze afspraak binnenvaren, ligt Iskander daar al vredig geankerd in een stralende avondzon. Dus tóch borrelen in Noorwegen!

Het borrelen gaat over in avondeten, het avondeten in dessert en al zijn het de langste dagen van het jaar, het is al pikdonker als Iskandertjes met hun bijboot terugpeddelen…

Donderdag 19 juli 2018

Stil, zomers en mooi is het hier in onze paradijselijke ankerplaats. Luieren in de zon, zwemmen in het koele water, een stukje lezen, meer hoeft niet. Na de middag lichten we het anker en nemen afscheid van Iskander…

Stavanger staat nog op ons programma, maar we stellen de drukte van de stad nog even uit en varen naar het kleine eilandje Langøy. Las prikt het op de kaart omdat het op slechts 2,5 mijl van Stavanger ligt en onze Imray Pilot het omschrijft als ‘attractive’ en ‘convenient’…

We liggen er langszij bij een gezellige Noorse familie die geen neen zegt tegen een Belgisch biertje. Borrelend gaat de avond over in de nacht…

BewarenBewaren

Preikestolen, de onderkant

Vaar je nu helemaal tot het eind van zo’n fjord of niet?

Dinsdag 17 juli 2018

Waren we gisteren óp de Preikestolen, vandaag willen we er met onze boot onderdoor. Als je de Lysefjord in vaart kom je na zo’n 7 mijl langs de beroemde rots en helemaal op het eind van de ruim 20 mijl lange fjord ligt Lysebotn, een beetje het eind van de wereld. Of ja, zo lijkt het toch. Het idee om zo’n fjord helemaal tot het eind uit te varen vind ik onweerstaanbaar. Maar Las, die vindt het eigenlijk maar niets… Door tunnelwerking is zeilen er in zo’n fjord meestal niet bij, de wind kan er gemeen hard tegenzitten. Ook René Vleut van de Vaarwijzer Scandinavië en de Oostzee is geen fan. Hij waarschuwt ook nog eens voor de ongemakkelijke houten afmeersteiger in Lysebotn waar je uiterst oncomfortabel kan komen liggen bij westenwind. “Waarom al die mijlen op motor varen, laat ons nu gewoon tot onderaan de Preikestolen varen en dan zien we wel…”

De Noorse zomer heeft een licht onweerachtig kantje gekregen, met sneeuwwitte en donkerblauwe wolken tegen een helblauwe hemel.

De zon speelt verstoppertje. Het ene moment verlicht ze de dikbeboste steile fjordwanden fel, even later verschuilt ze zich en zijn de hellingen duister, dramatisch theatraal. Uit het niets regent het plots warme pijpenstelen, de bui is even snel over als ze gekomen is.

Wat een wisselend schouwspel. Superlatieven schieten te kort. Blauw speelt de hoofdrol. Blauw in alle mogelijke schakeringen. Zwartblauw voor het water, honderden meters diep, hardblauw voor de lucht, teer babyblauw voor de nevel die komt en gaat.

En dan tekent ineens, heel hoog boven ons, het vierkante silhouet van de Preikestolen zich af. Aan de rand zie je een glimp van de mensen boven. Ze hebben net de twee uur durende tocht gedaan, als goden kijken ze uit over de fjord diep beneden en het imposante landschap rondom, ze voelen zich reusachtig. Wij kijken 600m omhoog, voor ons lijken ze piepklein, als wriemelende kevertjes.

En nu heel even, terzijde. Het is niet de eerste keer dat ik hier kom. Welgeteld 41 jaar geleden waren wij hier met de familie, met onze Klabetter, een Spirit 28. En geloof het of niet, daar zijn beelden van. Zoals bij voorbeeld: ik in een oranje plastieken zeilpak -zó 1977!- op een boot onder de Preikestolen…

En 41 jaar, dat mag dan wel lang geleden zijn, deze plek blijft onwrikbaar indrukwekkend. We varen zo dicht mogelijk onder de rotswand door, de dieptemeter gaat niet onder de 80m. De magie van de fjord doet haar werk want terwijl hij mij een kus geeft, vlak onder de Preikestolen, fluistert mijn schipper in mijn oor: “Komaan, het is goed, we varen door tot Lysebotn…”

zo’n 3 uur later…

Voor ons moet Lysebotn liggen. We turen door de verrekijker. Een ferry meert af aan de voor hem bestemde kade. Links er van een houten afmeerwand. Daar moeten we zijn. De ferry vertrekt weer. En dan, zomaar ineens, wordt alles opgeslokt door donkere wolken. Wég hellingen, wég kade, wég alles. Vóór ons één dikke zwartblauwe brij. Een bliksemschicht, gevolgd door een donderslag.

We zijn op amper een kwartier van onze bestemming maar ik schiet de kajuit in om laarzen en zeilkledij aan te trekken. Uren was het warm en windstil, nu steekt uit het niets een kille stormwind op die het fjordenwater tot kleine schuimkopjes klopt. De regen roffelt ze weer plat.

In de stromende regen meren we af, luttele ogenblikken later haalt de zon alweer brutaal uit. Een regenboog, een schoongespoelde lucht, stilte. Lysebotn.

Voor de rest van de avond doen we niet veel meer dan ons vergapen aan de avondlucht.

“Goh, ik ben wel blij dat we tot hier gekomen zijn…” zegt Las nog. Dus ja, helemaal tot het eind van zo’n fjord varen, dat moet je écht eens doen…

Preikestolen, de bovenkant

Maandag 16 juli 2018

Een Aziatische vrouw met een kitscherige parasol tegen de felle zon, in het goudgeel gehulde look-alikes van de dalai lama, zwetende vaders als dappere sherpa’s, hun kinderen in ingenieuze draagsystemen op de rug, oudere dames die zich een weg banen met twee Nordic walking prikkers waar je ze eerder een Noorse trui mee zou zien breien. Naar zonnecrème ruikt het hier, naar zweet en deo. Flarden Spaans, Noors, plat Antwaarps, Duits…

 

Het kleurrijk circus waarin we aanbeland zijn is de wandeltocht naar de Preikestolen, de (t)róts van Noorwegen.

Een karavaan van mensen van alle leeftijden, alle nationaliteiten, jong en oud, dik en dun, mooi en minder mooi, hijst zich hier de 600m op naar de rots aller rotsen. Alle mogelijke merken van outdoor kleding en sportief schoeisel passeren hier de revue, de ene outfit al eleganter dan de andere. Maar circus of niet, het zijn voor iedereen dezelfde kilometers en het is voor iedereen even warm in deze onwezenlijk hete Noorse zomer.

Twee uur stappen heen, twee uur stappen terug. Sommigen hijgen, gezichten lopen rood aan. Maar iedereen gaat koppig door, voetje voor voetje, want iedereen wil hetzelfde. De rots. Preikestolen. De preekstoel. In de kerk de plek waar donderpreken over gelovige zieltjes uitgespuwd worden. Op een boot de roestvrijstalen constructie op de boeg, voor de bemanning bescherming tegen brekende golven, een houvast.

Maar op die postkaart-rots hier in Noorwegen, is geen houvast. Uitdagend leunt het 25 bij 25 meter granieten plateau over de diepblauwe Lysefjord, geen hekje of relingetje te bekennen. Het water beneden even diep als de rots hoog is, 600m. De zon zindert.

Hier, op het uithangbord van Noorwegen, eten en drinken de mensen als was het de McDonalds, staan in de rij voor de foto van hun leven, struikelen over rugzakjes, wandelstokken en statieven. Het is uitkijken voor selfie sticks en drones, iemand gaat warempel op de rand van de afgrond op haar hoofd staan, er wordt driftig geklikt op mobieltjes….

Maar mijn schipper, die is stil.

Hoogtevrees speelt hem parten. Trotseert hij met gemak de ruwste zeeën, zijn benen worden als rubber in de buurt van kliffen, rotsen, afgronden. Ondraaglijk vindt hij het dat ik er net van hou om toch maar even over de rand te kijken. Ik vind het wauw!

Om hier te komen zeilden we gisteren 15 mijl van het lieflijke eiland Sauøya naar Jørpeland. Een bescheiden jachthaven bij een ietwat saai en slaperig stadje. Maar Jørpeland heeft een bank en een postkantoor, een paar winkels en supermarkten, je kan er diesel tanken en de bus naar de Preikestolen stopt er op vijf minuten lopen van de haven.

Hoe praktisch dit alles ook mag zijn, na de drukte van ons toeristisch dagje verlangen we vooral naar de stille leegte van een baai. Terwijl Las diesel tankt, haal ik snel groenten, fruit, vis en vlees voor enkele dagen en in de late namiddag varen we de Høgsfjord over, 7 mijl naar Tingholmen, een kruimel van een eilandje.

Afgemeerd tegen een steile rotswand waar de warmte van de dag nog af straalt, genieten we van de stilte, een lekkere spaghetti en de laatste avondzon. De Preikestolen zit in onze kuiten, de wijn in ons hoofd, we hoeven niet gewiegd te worden…

Dinsdag 17 juli 2018

Tingholmen. Je moet het eens hardop zeggen. Het klinkt fris als een belletje of een klokje. Net zo fris als wij na een verkwikkende nachtrust op deze muisstille plek. Na een kleine wandeling op ‘ons’ eiland, vertrekken we naar de beroemde Lysefjord. We willen de Preikestolen nog wel eens zien, maar nu van de onderkant…

De Noren gereserveerd, zeg je?

“Weet je wat er zo speciaal is aan de Noorse windmeters? Ze wijzen altijd met hun pijl naar waar de wind vandaan komt!” Arve en Cecilia lachen hartelijk. We hebben het hier al ondervonden, tussen de eilanden draait de wind verrassend en ja, hij lijkt steeds weer tegen te zitten…

14 – 15 juli 2018

Sauøya

Zachtjes varen we de baai binnen. En we zien het meteen, dit plekje is een paradijs. Spiegelglad turkoois water, een kleine kom. Er ligt een zeilboot voor anker. Het stel op de boot zwaait naar ons. Geen klein wuifhandje of een snelle strakke ‘hoi’, maar een brede trage zwaai, heen en weer in een duidelijke boog. Ik hou van dit gebaar, die typische bootmensen-zwaai…

Twee vaargidsen hebben we aan boord, de Vaarwijzer Scandinavië en de Oostzee van René Vleut en de Imray Pilot Norway van Judy Lomax. Het boek van René Vleut bevat een schat aan informatie maar omvat zo’n uitgestrekt gebied dat er niet echt in detail kan worden gegaan. Dat doet de Imray Pilot dan weer wel. Maar 25.000 km kustlijn krijg je niet zomaar in een boek gepropt, dat is duidelijk. Verder hebben we nog twee heerlijk gedetailleerde atlassen van de uitgeverij NV Verlag, NO 5 en NO 6.

Het plekje dat we voor vandaag uitgekozen hebben, een baai op het eiland Finnøy, bevalt ons niet echt, er staan te veel huizen, er is een zeilclub, het is er te druk. We varen door naar het piepkleine Sauøya…

Daarvoor moeten we om het eiland Bokn heen en of je daarvoor noord of zuid kiest, maakt niet uit, het is ongeveer even ver. In de hoop de wind eens niét tegen te hebben, kiezen we voor de zuidkant… Maar wat ik niet gezien heb op de kaart is dat er op deze vaarroute een kabel van 22m tussen twee eilanden hangt. Help, onze mast! Zijn we nu 20, 21 of 22m doorvaarthoogte? Veel tijd om ons hierover druk te maken, is er niet. We schuiven sneller dan ik wil dichter en dichter naar de kabel toe, die voor mij slechts halverwege onze mast reikt. Ik weet wel dat dit gezichtsbedrog is maar tot de laatste seconde ziet het er griezelig te laag uit. Ik verbaas me er over hoe rustig Las blijft wanneer we er probleemloos onderdoor gaan. “De kaarten nemen een goeie marge, en het is laag water…” Even later liggen we voor anker in een filmdecor.

De Noren op de zeilboot een eindje verderop blijven uitnodigend kijken en lachen naar ons. Als Las er met de bijboot naar toe roeit en ze voor een drankje en een babbel aan boord uitnodigt, zijn ze “ja, takk” meteen akkoord.

We maken kennis met Cecilia en Arve, een hartelijk koppel uit Tananger. Oprecht openhartig bekennen ze zopas onze vlag gegoogeld te hebben, want waren even in twijfel of het nu een Duitse vlag was of niet. Ze hebben bewondering voor het feit dat wij hier aan de westkust komen zeilen, volgens hen wil iedereen naar het meer mondaine zuidoosten van Noorwegen. Maar zij zijn fier op hun iets minder toeristische vaargebied. Met de kaarten er bij duiden ze nog een paar mooie plekjes aan en geven ons het advies om naar Jørpeland te varen in plaats van naar Tau als we naar de Preikestolen willen. Waar ze, voegen ze er fijntjes aan toe, zelf nog nooit geweest zijn wegens te toeristisch… Hún favoriete zeilgebied is de Hardangerfjord. Dat is die van op ons ooit-nog-to-do-lijstje.

Arve is wég van onze real sea-going boat zoals hij onze Breehorn noemt. ‘Een boot om mee naar het Noorden te varen,’ zegt hij dromerig, ‘de Lofoten…, en verder.’ Nog meer op ons ooit-nog-to-do-lijstje dus.

We kletsen en lachen de zomerse avond weg met kleurrijke zeilverhalen. De volgende ochtend blijven we nog tot een stuk in de namiddag in dit mooie plekje vooraleer we ons anker lichten en doorvaren naar Jørpeland en de Preikestolen..

Kvitsøy, Kløsterøy, Møsterøy, Fjøløy… Het is hier zo stil dat we bijna beginnen fluisteren.

Weet je wanneer geschiedenis leuk is? Als het een beetje klinkt als een sprookje. Zoals in: er was eens een man die van een door twisten en plunderingen versnipperd land een eengemaakt en vredig koninkrijk wilde maken. Hij wilde dit zo hard dat hij zwoer zijn haar niet meer te laten knippen tot dat lukte. Tien jaar duurde het… En zo kwam de eerste koning van Noorwegen in de geschiedenisboeken als Harald Hårfagre, Harald Schoonhaar.

Donderdag 12 juli 2018

We zijn nu wel het hele eind naar Noorwegen gevaren, een strak plan voor de verdere vakantie hebben we nog niet. Een reisplan op voorhand uitstippelen had ik niet echt gedurfd, eerst zien of we zo ver kwamen… Onze aanloophaven Skudenes ligt op het eiland Karmøy. Van hieruit kan je via de Karmsundet naar de grote Hardangerfjord en Bergen in het noorden, het Ryfylke-fjordengebied met Stavanger en de Lysefjord liggen in het zuiden. Verder noordwaarts varen betekent dat je ook alles nog eens terug moet. En als we op de kaart van het zuidelijk deel inzoomen, zien we pas hoeveel eilanden en eilandjes er liggen. Hier valt echt wel wat te ontdekken. We besluiten Bergen en de Hardangerfjord op ons ooit-nog-to-do-lijstje te zetten en zetten koers naar Kvitsøyane, de eerste archipel zo’n 7 mijl ten zuiden van Karmøy. Die bestaat uit 167 eilandjes bij hoogwater, daar komen nog eens 198 rotsjes bij bij laag water… In deze puzzel zijn veel doorvaarten mogelijk naar het schattige vissersdorpje Ydstabøhavn, maar we houden ons wijselijk aan het beboeide kanaaltje.

Aan de houten kade waar we afmeren -water, elektriciteit, toilet, wasmachine- liggen slechts twee boten, een Noor en een Zweed. Als onze motor uit gaat, is het hier zo stil dat we bijna beginnen fluisteren. In de middagzon staan de houten huisjes spierwit te wezen. Een zomerse lunch, een fietstochtje naar de vuurtoren en ‘s avonds barbecueën op het ponton, plaatjes voor een vakantiebrochure.

Vrijdag 13 juli 2018

Van Kvitsøy naar Klosterøy – Møsterøy – Fjøløy

Een mijl of 8 naar het oosten ligt een groepje van drie eilandjes waarvan het belang tot wel 12 eeuwen teruggaat. In die tijd rommelde het in Noorwegen door eindeloze gevechten tussen strijdende en plunderende rivalen. Zelfs de Vikingen hielden het er voor bekeken en trokken weg, naar Orkney, de Shetlands, de Faroer eilanden en Ijsland.

En toen won de Harald waar ik het zonet over had, in 872 met zijn inmiddels tien jaar lange haren de Slag bij Hafrsfjord. Als eerste koning van het eengemaakte Noorwegen vestigde hij zich met zijn koninklijke hof in Utstein op het strategisch gelegen eiland Kløsterøy. Later verhuisde het hof naar Bergen en werd Utstein een klooster. Het enige nog overgebleven middeleeuwse klooster in Noorwegen. Nog later, in de 18de eeuw werd het de ambstwoning van de gouverneur van het Ryfylkegebied, Christopher Garmann en zijn eerbiedwaardige familie. Volgens onze toeristische gids een bezoek waard.

En zo varen we daar met een flink windje, sportief als op open zee, naar toe. De eerste baai die we uitkiezen om te overnachten ligt naar onze mening te onbeschut voor de strakke noordwester en we varen om de eilandjes Fjøløy en Klosterøy heen tot in een baai met de mooie naam Finnasandbukta. De baai met het fijne zand. We mogen er afmeren aan de houten kade van een hotel. Gratis. Hotel en baai hebben iets desolaats en doen denken aan Schotland.

Zaterdag 14 juli 2018

Ook het weer doet denken aan Schotland vandaag. Het is grijs en kil als we opstaan, we zetten zelfs even de verwarming bij en kleden ons warm als we met de fietsjes op pad gaan naar Utstein. De aanbeveling van onze reisgids ten spijt ligt het klooster er even verlaten bij als het hotel waar we afgemeerd zijn. Welgeteld vier bezoekers willen een toegangskaartje. Van Harald Schoonhaar geen spoor, van de monniken is ook niet veel overgebleven en schoonheidswedstrijden zullen de dames Garmann zeker nooit gewonnnen hebben.

We verlangen naar zilt en zuurstof en als de zon doorbreekt, fietsen we gezwind naar Fjøløy Fyr, de vuurtoren van het eiland Fjøløy.

Als toeristische attractie verslaat voor ons het uitzicht daar met voorsprong het klooster.

De fjorden lonken, we willen verder. Enkele uren later zeilen we alweer door de Mastrafjord…

Skudenes, Noorwegen. Je weet pas hoe ver het was als je er bent…

Woensdag 11 juli 2018

Pas bij het aanleggen voelen we hoe moe we toch wel zijn. Twijfel bij het afmeren, is het hier diep genoeg langs die kade? De havenkom, houten kades midden in het centrum van een slaperig withouten stadje, ligt goed vol. Hoofdzakelijk dikke motorjachten. Op de vrije plaatsen hangen kaartjes met Forbudt of Privat. We cirkelen wat twijfelend rond tot een hartelijke man in een motorbootje ons een plek naast een grote witte boot aanwijst. “Ga daar maar liggen, ik vertrek de eerste dagen toch niet!”

Skudenes. Hier liggen we. Te sudderen in de Noorse middagzon. Het eerste biertje gedronken, het onvermijdelijke klopje van de hamer geïncasseerd en het broodnodige tukje gedaan. We zijn er. Bij een stevige kop koffie overlopen we nog eens de voorbije tocht. 500 mijl blijken er 590 geworden te zijn. De vier verwachte nachten op zee werden er vijf. We halen de schouders op, wat maakt het uit. We zijn er.

Hoe zit dat nu, in één keer naar Noorwegen zeilen?

Wel… Je trekt op de Navionics kaart op de Ipad een rechte lijn van Nieuwpoort naar Skudenes. Je leest 500 mijl af. Dat vergeet je onmiddellijk. Het betekent niets. Je weet pas hoe ver het was als je er bent…

Wij zijn, afgaand op de weerberichten, in een rechte lijn naar het noordnoordwesten vertrokken. Een heel eind zouden we langs de Engels kust blijven varen om dan ergens halverwege noordoostwaarts af te buigen. Maar de wind besliste er anders over en dwong ons al eerder naar het midden van de Noordzee…

Navigeren doen wij vooral met Ipad en plotter. Maar je weet nooit, dus blijven we ook vasthouden aan papier. Een recente ouderwetse papieren kaart, een ‘overzeiler’ vond ik geen overbodige luxe. Op een langere tocht blijf ik daar op regelmatige tijdstippen onze positie in tekenen. Als we na 36 uur varen 180 mijl ver zijn, varen we de gloednieuwe kaart in. Bij het aanduiden van onze positie zie ik tot mijn verrassing dat daar met stippellijntjes een volledig nieuw windmolenpark uitgetekend staat, het Hornsea Offshore Windfarm under construction… Noch op de plotter, noch op de Navionics kaart op de Ipad, nochtans recent ge-update, staat dit aangeduid.

Het gebied strekt zich uit over een oppervlakte van 20 mijl bij 10 mijl. Omdat we zowat recht op het midden er van komen aanvaren en er niet veel meer te zien is dan wat boeien, roepen we het Survey Vessel op dat er ‘de wacht houdt’. Of we er misschien doorheen mogen varen? Het antwoord is formeel, buiten het gebied moeten we blijven. Dat wordt dik 10 mijl om varen…

En dan het zogezegde weather window waar zeilers het zo graag over hebben. Als de weerberichten je zo’n weervenster voorhouden, kan je gaan. Maar hou er altijd rekening mee dat iemand soms ineens het raam dichtklapt… In ons geval gaf dat een kleine oranje vlek op het Windyty windkaartje die uitgroeide tot een fikse brok zwaar weer.

We deelden in de klappen maar ook dat waait over en met bijna windstil weer zijn we ten slotte hier in het stille Skudenes binnengezeild. Met een biertje, een tukje en een koffie schudden we de 590 mijl van ons af als een natte hond zee en zand na een strandwandeling. Het zomert hier dat het een lieve lust is, we zetten onze eerste stapjes op vaste Noorse grond. Dit voelt goed!

Drie dagen om in te lijsten en dan, bám!

Woensdag 11 juli 2018

Het is 3:00 ‘s nachts en het is licht. De scheepsradio kraakt. Een vrouwenstem. Ze zegt iets waar ik geen woord van versta. Op Admirality Chart BA2182C North Sea, northern sheet zijn we net de lijn van 58° noorderbreedte gepasseerd, aan stuurboord de kustlijn van Rogaland, de zuidwestkust van Noorwegen…

Vijf dagen geleden, op vrijdag 6 juli, zijn we vertrokken uit Nieuwpoort. Bladstil is het, de zee deint traag als olie, onze Yanmar bromt. Mijn schipper ook: ‘Zo gaan we nooit in Noorwegen geraken als je ‘t mij vraagt…’ Maar tegen de avond komt er een vleugje wind en kunnen we zeilen. Niet echt snel, maar wel heerlijk comfortabel.

De eerste uren, of misschien wel de hele eerste dag van een meerdaagse zeilreis zijn altijd wennen. Niet zozeer de zee, we hebben allebei zeebenen, maar vooral de zo andere tijdsbeleving. Je hoofd zit nog vol. Vol met stress van het werk dat je net hebt afgerond, vol met lijstjes –hebben we alles mee-, vol met vanalles. Maar naarmate de uren verstrijken, ebt dat weg. Ik heb boeken mee, leesboeken en reisgidsen, ik wil schrijven, ik wil koken, maar ik doe niets en vind dat fijn.

Op dag twee –we hebben een heerlijk rustige nacht gehad- kunnen we de kleurige halfwinder zetten en pas negen uur later moet het zeil naar beneden. Nog maar een zeildag om door een ringetje te halen.

Dag drie komt als vanzelf met meer ideaal zeilweer. Stralende zon, wind. Passeerden we een dag geleden nog tal van gas- en olieplatformen met bijbehorende survey vessels, vandaag zien we niets. Er zijn alleen de diepblauwe zee, de helblauwe hemel en wij.

Heel geniepig komt er beetje bij beetje wat west in de noordenwind waardoor we met zachte dwang oostwaarts worden gedrukt. We halen de zeilen aan, varen scherp en maken ons geen zorgen. We hebben van bij het begin genoeg marge voorzien om ten westen van Noorwegen te blijven. Zo ver mogelijk noordwaarts varen en dan afbuigen naar de kust is het plan. We lezen en bruinen.

Dag vier -we naderen de plek in de Noordzee waar vijf landen samen komen, Nederland, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk- kondigt zich aan met een vreemde paarse kleur.

De wind trekt aan. We reven. Grootzeil en genua. De wind trekt verder aan. Vijf beaufort wordt zes beaufort. We verwisselen de genua voor de kotterfok. De wind trekt nog meer aan. Windkracht zes wordt zeven.

We reven het grootzeil nog meer. De zee bouwt op tot een indrukwekkend berglandschap. Het wordt steeds ruiger, we zetten ons schrap.

In de vaarwijzer voor Scandinavië van René Vleut staat een quote: ‘Er zijn maar drie soorten wind: er is geen wind; er is wind; en er is: O, lieve heer, laat het asjeblieft ophouden.’ Dat laatste is wat door mijn hoofd gaat als windkracht zeven acht wordt…

De zee is nu gigantisch. Omdat we geen idee hebben hoe lang dit gaat duren, besluiten we even ‘adem te nemen’ en te gaan bijliggen. We halen het kotterzeil bak, laten de grootschoot volledig vieren en zetten het stuurwiel vast. De boot komt vlak te liggen, loeft op en valt weer af. In dit moment van tijdelijke ‘rust’ maak ik een snel éénpansgerecht. Eten moeten we blijven doen, slapen ook. We halen de zeilen weer aan, gaan zo scherp mogelijk varen en besluiten elk afwisselend een uur te sturen en een uur te rusten. De zee heeft nu ook brekers voor ons in petto. Een bepaald moment slaat een dwarse breker ons zodanig uit de koers dat de boot ongewild overstag gaat. Terug op onze koers komen is een heksentoer.

Maar ook de lelijkste storm blijft niet duren en na 24 uur gaat de wind weer liggen, op dag vijf worden we getroost met een prachtige zonsopgang.

We ruimen de kajuit op, ontbijten royaal, drogen kleren, mutsen, handschoenen en halen om beurten slaap in.

Het resultaat van de storm is dat we niet alleen weinig gevorderd zijn maar vooral niet in de goeie richting. We zijn een heel eind oostwaarts verzet tot voor de zuidkust van Noorwegen. En ik denk opnieuw aan een zinnetje uit de Vaarwijzer voor Scandinavië van René Vleut: ‘Hoe kom je van deze zuidkust naar de westkust van Noorwegen?’ Het antwoord is duidelijk: ‘Lang niet altijd.’

Want zoals meestal staat hier noordwesten wind, helemaal tegen dus. Maar die is intussen zo zwak geworden dat we de motor bijgezet hebben en traag motorzeilend opkruisen. Nog 40 mijl te gaan tot Skudenes, komt goed…

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren