Van drie straffe zeevrouwen en een zeezieke man…

Zeilend reizen is traag reizen. Prettig is dat, het geeft tijd voor alle moois onderweg. Landschappen, beelden, zelfs poëzie. Of verhalen, soms uit lang vervlogen tijden…

3 mei 2023. We vertrekken uit Florø, Noorwegen, en na een korte passage op het mooie eiland Svanøy zeilen we onder een lentezonnetje naar Bulandet.

Ver in het westen, waar de zee breed openspat, daar zal je eilanden zien, het zijn er nogal wat. En als je ze telt, is het duidelijk en klaar, het zijn er zoveel als de dagen in een jaar. (vrij vertaald)

Bulandet is een archipel van, jawel, 365 eilanden. Nu ja, eilanden… Er zijn 15 hoofdeilanden en dan nog een boel kleinere eilandjes, rotsblokken en kruimels, uitgestrekt over 6 mijl. We meren af op een van de meest westelijke eilanden dat, net zoals de archipel, Bulandet heet. Helemaal aan de andere kant, in het oosten, ligt Vaerlandet. Daar kijk je uit op Alden, ook wel ‘den norske hesten’ of ‘het Noorse paard’ genoemd. Daarachter ligt weer een eiland, Tvibyrge, en dáárachter nog een, Atløy. Pas dán ben je bij het vasteland.

We fietsen er door een bijzonder landschap met diepblauwe inhammen, dorre grassen en bultige rotsen, gepolijst door de wind.

Fietsen, dat kan je doen van Bulandet tot Værlandet want nu zijn de hoofdeilanden van de archipel onderling met bruggen verbonden. Dat was lang niet zo. En al zeker niet in 1885…

Het was februari en een ijzige zuiderstorm hield al dagenlang aan. Een schip, de ‘Gugner’, was zo’n 100 mijl ten noorden van Bulandet van haar anker gegaan en op drift geraakt. In een poging zeilend ergens te komen kapseisde ze, één man sloeg overboord en verdronk. Drie dagen joegen wind en stroom het schip naar het noorden en toen het bij Bulandet op de rotsen liep waren er van de elf mannen nog slechts zeven in leven… Berte Hellersøy, een jonge vrouw van 25, zag dat gebeuren en zonder aarzelen schoot ze in actie. Samen met Hansine Tistel, 21, én de schoolmeester, roeide ze door sneeuw en wind in een kleine boot naar de rotsen. Berte en Hansine kenden het gebied tussen de scheren, want zo heten de rotsen hier, als geen ander, en slaagden erin om vier man in veiligheid te brengen. Ook met een tweede boot ging Berte mee en konden de drie overgebleven mannen worden gered. Iedereen was het erover eens dat de redding te danken was aan die twee dappere dames en ze kregen een medaille.

En later zelfs een standbeeld. Op Hellersøy zie je ze uitkijken over zee, twee sobere vrouwenfiguren, stenen haren in de wind. De armen gekruist, een gebaar van geborgenheid…

7 mei 2023. We zetten koers naar de ‘overkant’, 188 mijl westzuidwest naar het eiland Whalsay, Shetland. Twee zeiltochten later komen we aan in Lerwick waar we een auto huren om plekken te ontdekken waar je met de boot niet zo makkelijk komt. Zoals Sumburgh, het zuidelijkste puntje van Shetland.

En daar kruist nog een zee-heldin ons pad…

Ooit woonde er in Grutness een oude vrijster die kon breien als de beste. Betty Mouat was haar naam. Als jong meisje was ze per abuis door een jager in het hoofd geschoten en van alle hagel in haar Shetlandse hoofdje had men maar één kogeltje kunnen verwijderen. Sedertdien sukkelde ze met haar gezondheid. Op een koude januaridag in 1886 wou ze in Lerwick een dokter zien en er ook wat van haar beroemde breigoed verkopen. Omdat ze niet goed te been was besloot ze mee te varen met een vissersschuit, de ‘Columbine’. Maar onderweg stak een felle storm op… De kapitein sloeg overboord, en toen zijn twee matrozen hem met een sloep wilden gaan redden, raakten ze, o wee, niet meer terug bij de ‘Columbine‘! Daar zat Betty, alleen en doodsbang, in een boot die zich steeds verder van de kust verwijderde. In haar mandje een liter melk en een pak beschuiten. Acht dagen later spoelde ze aan op de Noorse kust, op het eiland Lepsøya, niet ver van Ålesund, waar vissers haar uit haar penibele situatie verlosten. Betty’s redding had zich als een lopend vuurtje in Shetland verspreid en bij haar terugkeer stond er 1500 man te juichen op de kade! Ze werd een curiositeit, kreeg zelfs een brief én 20£ van Queen Victoria…

Tot zo ver de straffe zeevrouwen. En die zeezieke man? Wel, dat is mijn schipper. Die tijdens de 31 uur durende oversteek van Noorwegen naar Shetland voor het eerst van zijn leven echt zeeziek werd. Bij flinke zee had hij wat gefixt op het voordek, was na die inspanning binnen gaan liggen, te warm gekleed, maar kon er de slaap niet vatten. Niet veel later hing hij buiten boven een emmer, het gezicht lichtgrijs, zweetdruppels op het voorhoofd… Zowat de rest van de tocht bleef hij mottig, maar deed zijn wacht, klaagde niet, en stuurde zelfs af en toe. Zeeziek ja, maar ook wel een beetje een held…

Vier seizoenen in Noorwegen

“Natúúrlijk! Noorwegen is gewoon het béste land dat er is. Maar je zal zien, de Shetland eilanden, de Faroër eilanden en IJsland, die zijn zó mooi en de mensen zijn er zó vriendelijk, je zult het er helemaal naar je zin hebben!”

5 mei 2023. De Noorse jonge vrouw die we ontmoeten, halfweg op onze fietstocht van Bulandet naar Værlandet, montert ons op. De afgelegen archipel van Bulandet is een van de meest westelijke vissersgemeenschappen van Noorwegen, en de laatste stop voor we de oversteek gaan maken naar de Shetland eilanden. We hebben het allebei wat moeilijk om het fijne Noorwegen achter ons te laten. Het is 5 mei en precies een jaar geleden dat we afmeerden in Mosterhamn, Hardangerfjord om aan ons Noors avontuur te beginnen. Tussen toen en nu liggen meer dan 3200 zeemijlen… Tot de Noordkaap en terug, naar Florø, waar de boot overwinterde. Vier seizoenen in Noorwegen, fire sesonger i Norge, ik blik graag nog even terug voor we opnieuw het zeegat kiezen…

Lente – vår. Natuurlijk is er het wisselvallige weer in het voorjaar, met flink wat regen aan de westkust. Maar liever onthoud ik de zonnige dagen en de fruitbomen in bloei in de Hardangerfjord, de fruitgaard van Noorwegen. Of het uitzonderlijke mooie weer dat we troffen in Bergen, op 17 mei, nationale feestdag en volksfeest zonder weerga.

Zomer – sommer. Het seizoen waarin de middernachtzon regeert. Er is geen donker meer… We varen tot de Lofoten en de Noordkaap en verbazen ons over het kristalheldere water en de spierwitte stranden in Finnmark. We laten ons verrassen door walvissen en zeearenden.

Herfst – høst. Begin september komen we aan in Florø waar de boot zal overwinteren. We vallen stil, de boot wordt huiselijker naarmate de avonden langer worden. In oktober vliegen we naar huis, maar komen in november alweer voor een week terug. Herfst in Noorwegen, dat betekent mooie wandelingen in een landschap dat purper kleurt als overal de heide bloeit. Maar ook binnenblijven op stormachtige dagen met striemende regen over het dek. En wafels, kaarslicht…

Winter – vinter. Iemand stuurt ons een foto van de boot met een dik pak sneeuw erop. Op de foto poseert een man die sneeuw was komen ruimen, zomaar. Nog twee keer keren we terug naar Florø. Een week om er met goeie vrienden Nieuwjaar te vieren, en eind februari nog eens twee weken met de auto. De dagen zijn nog kort en we maken het gezellig binnen maar gaan ook skiën, en langlaufen.

“Borders? I have never seen one. But I have heard they exist in the mind of some people.” (Thor Heyerdahl)

20 april 2023. Kamerbreed kijkt deze zin me aan. We zijn in het Kon-Tiki museum in Oslo. Want we willen Noorwegen niet verlaten zonder hoofdstad Oslo nog bezocht te hebben. En daarna kunnen we weer onze grenzen verleggen, nieuwe horizonten ontdekken. Al hoeft het voor mij niet zo extreem als Thor Heyerdahl met zijn verre expedities op een vlot uit balsahout of met een papyrusboot. Oslo straalt vrijheid uit, en levensvreugde. Zoals in het indrukwekkende Munch kunstencentrum waar behalve de knappe collectie van Edvard Munch nu een tijdelijke tentoonstelling “The Shape of Freedom” te zien is. Of in het Vigenlandpark, ook wel ‘blote beelden park’ genoemd, een ware ode aan het leven. Oslo voelt verdraagzaam aan, artistiek ook. Stijlvol artistiek is het moderne operagebouw, meer boho artistiek dan weer de kleurrijke Grüneløkka wijk met hippe winkeltjes, cafés en eethuisjes. We treffen prachtig weer, het is eind april maar lijkt wel zomer. Mooier kunnen we ons Noorwegen hoofdstuk niet afronden, Oslo is een heerlijke stad, een beetje de kers op onze Noorse taart.

In Florø halen we de boot langzaam uit haar winterslaap. De zeilen gaan er op, de bijboot wordt bovengehaald, we poetsen, ik doe wat vernis-werkjes binnen en we bevoorraden.

3 mei 2023. En daar is dan de dag van vertrek. Wat vreemd om uit Florø weg te varen, een veilige plek waar we ons intussen een beetje thuis voelen. Maar vooraleer we Noorwegen definitief verlaten gaan we nog een paar eilandjes ontdekken…