Van Ijsland naar Schotland

22 augustus – 18 september 2023

Iemand onderweg tipte ons Troon in Schotland als ideale overwinteringsplek en eind augustus zeilden we 600 mijl van Ijsland naar Stromness in Orkney. We staken de beruchte Pentland Firth over naar Wick en zeilden verder naar Inverness.

Daar kwam vriendin Elke ons vergezellen voor het laatste stuk naar Troon. We waren maar wat blij met een extra bemanningslid bij het vele versassen in het Caledonisch Canal en het Crinan Canal. Na een arctische zomer genoten we volop van een onverwachts zwoele Indian summer in de Scottish Highlands. We zwommen in Loch Ness en beklommen de Ben Nevis, wat een afsluiter!

We proefden nog whisky in Oban en genoten ten slotte op onze laatste zeildag van 2023 van een heerlijk zeilweertje!

Kijk en luister* je mee?

*Deze muziek komt uit het heerlijke album Forever Fortune van Les Musiciens de Saint-Julien met achttiende-eeuwse Schotse muziek. Het nummer heet John Anderson My Jo.

En hier nog eens de plaatsen die we aandeden in Schotland. Wie benieuwd is naar alle verhalen, verwijs ik graag naar Polarsteps

Stromness
Kirk Hope 
Wick
Portmahomack
Inverness
Urquhart, Loch Ness
Ardrishaig, Loch Oich
Banavie
Fort William
Oban
Dunardry Locks
Tarbert
Troon

Op de rand van een depressie naar Ijsland

27 – 29 juni 2023

Grauw ligt hij in de midscheepse kooi. De beste plek op zee als het er stevig aan toe gaat. En dat doet het. Grauw is hij, opstapper Eric, en al ligt hij in die goeie midscheepse kooi, de zeeziekte gaat niet over…

Twee dagen eerder. We liggen afgemeerd in Miðvágur, de afmeerplek die het dichtst bij de luchthaven van de Faeröer ligt, waar Eric op zondagavond landt.

Elke dag, wat zeg ik, om de paar uur, kijken we Windy er op na, en Windfinder, en YR, en download ik gribfiles. Wachtend op een weervenster om naar Ijsland te varen. En als op dinsdag onze geplande uitstap naar het eiland Mykines niet doorgaat omdat de ferry wordt afgelast, beslissen we om de oversteek te maken. Traag schuift een kern van lage druk ten zuiden van Ijsland noordwaarts. De wind die in tegenwijzerzin rond die depressie draait zal ons net lang genoeg zuidenwind bezorgen om de oversteek van 250 mijl te maken. En zuidenwind, dat betekent ruime wind, een windhoek waaruit het al wat harder mag blazen zonder dat het pijn doet. Er zit 25, misschien 30 knopen in.

Eric vindt alles goed zo lang hij maar niets moet beslissen, hij heeft een drukke periode achter de rug…

Wat was het mooi, het vertrek uit Miðvágur onder een blauwe hemel en met zon. Trøllkonfingur, ofwel de heksenvinger leek helemaal niet vermanend, maar prettig mysterieus in fijne flarden mist. Mooi was het langzaam wegvaren van de felgroene steile rotsen die we nog heel lang zien.

Maar wanneer weer en wind doen wat voorspeld was, en méér, is het over met de pret. En wordt Eric zeeziek. Las en ik wisselen elkaar af. Het spookt op zee en in de eerste nacht krijgen we pieken tot dik 38 knopen. Voor Eric is het moordend. Dat we 159 mijl in de eerste 24 uur afleggen, ontgaat hem volledig. Eten noch drinken lukt, zelfs de droogste cracker of een slokje water keren terug.

45 uur na vertrek, de wind is helemaal in elkaar gezakt, lopen we Djúpivogur aan, Eric herleeft bij een kop thee met een overdosis suiker erin.

Als we even later met hulp van de vriendelijke havenmeester mooi afgemeerd liggen aan een steiger en de deining van de zee iets uit een lang vervlogen tijdperk geworden is, iets waarvan je je in de rust van de haven zelfs niet kan voorstellen hoe het voelt, is Eric weer helemaal Eric. Een transformatie waar Dr Jekyll and Mr Hyde bij verbleken.

Aan stuurboord wappert de Ijslandse vlag samen met de gele Q vlag maar niemand van de douane daagt op. Als we het navragen, vernemen we dat de douane het te druk heeft en dat er iemand van de politie zal komen. De jongen van de politie heeft nog nooit eerder een zeilboot ingeklaard en worstelt met de formulieren. Ja, meervoud. Want per boot in IJsland aankomen, daar hoort wat papierwerk bij. Welgeteld vijf rapporten.

Het opmerkelijkste is misschien wel de health declaration. Ik vertaal even wat we hier moeten verklaren:

Ik verklaar hierbij in eer en geweten

  • dat mijn schip geen personen vervoert die lijden aan of verondersteld worden te lijden aan een besmettelijke ziekte, 
  • noch personen waarvan geweten is of verondersteld wordt dat ze een ernstige infectie kunnen verspreiden (dragers), 
  • noch stoffelijke overschotten van personen waarvan geweten is of waarvan verondersteld wordt dat ze overleden zijn aan een besmettelijke ziekte,
  • en dat er geen abnormale sterfte waargenomen is onder de ratten of andere knaagdieren die aan boord van het schip zouden kunnen zijn.

Ik moet het een paar keer lezen om het te geloven en ik bijt op mijn onderlip om het niet in lachen uit te barsten… Besmettelijke ziektes, stoffelijke overschotten, ratten?

Ik kijk naar Eric die dankzij de suikerboost weer helemaal zijn vrolijke, springlevende zelf is geworden en verbaas me erover hoe snel zeeziekte kan verdwijnen. En besmettelijk kan ik zeeziekte ook niet noemen. Ik onderteken het formulier. We zijn in Ijsland!

Het leven zoals het is, opstappers

Van Europa via Afrika naar Zuid-Amerika en terug…

Er liggen enkele jaren tussen onze belofte om DanceMe de Atlantische Oceaan te helpen overzeilen en nu, januari 2022. Het zou de eerste grote oversteek worden in het masterplan van Hans en Sabine. Van Mindelo, São Vicente naar Waterland Marina & Resort, Suriname, zo’n 2000 mijl. Het precieze moment is vaag, misschien door de glaasjes wijn van toen, maar een gemaakte belofte komen we na. En zo staan we nu op Cesária Évora Airport te wachten tot onze rugzakken van de band rollen. Na een treinrit van Brugge naar Zaventem zijn we via Lissabon gevlogen. Was de vlucht Zaventem – Lissabon een tikje saai, nu klinkt luidruchtig gejoel als de piloot aankondigt dat het 25°C is op onze bestemming. Onze overwegend Kaapverdische mede-passagiers hebben hun warmte duidelijk gemist.

Voor ons is de stap van 5°C naar 25°C ook wel een dingetje. Zwetend lopen we het ponton op en een wereld in die ik heel voorzichtig de sailing-community-van-het-moment ga noemen. ‘Wat zijn jullie bléék!’ luidt de begroeting…

Waar de sailing-community-van-het-moment, hier verenigd in Mindelo, mijl per mijl hun bruine (sommige rode) kleurtje en zee-benen hebben opgebouwd, worden wij, vers en wit, ingevlogen van Europa naar Afrika. Onze rugzakken zijn zwaar, maar niet door een uitgebreide garderobe… We hebben nogal wat boot-dingen mee. Een scepter, hoezen voor stootwillen, een epirb, filters voor de watermaker, een bankkaart. Ook voor het Belgische jacht Offspring, een Rival Bowman met een oogstrelende lijn, hebben we een wisselstuk mee.

Onzichtbare draden verbinden bepaalde aan ponton of anker schommelende boten. Gedeelde belevenissen en Whatsapp-groepjes weven een netwerk waar je geen deel van uitmaakt. Daar sta je dan, een tikje onwennig, nog steeds wat zweterig. Als de weerberichten tegen blijken te vallen, -geen wind in de eerstkomende dagen-, en het vertrek wordt uitgesteld, komt er tijd vrij waar je geen blijf mee weet…

De crew van DanceMe is niet meer dezelfde als in de tijd van onze belofte. Hans en Liesbeth vormen nu het zeilteam en met Liesbeth moeten we nog kennismaken. Ook aan boord is het voorzichtig aftasten. Territorium kan een raar woord lijken, maar toch is het waar we plaats komen innemen. Een wat vreemd geëindigde opstapper-ervaring op het traject El Hierro – Mindelo deed schipper en scheepsmaat nadenken en ze werkten een erg gedetailleerde onboarding procedure uit. Enerzijds verrast het schoolse kantje ons, anderzijds kan je misschien nooit te veel goede afspraken maken?

Nog belangrijk vóór vertrek is uiteraard de bevoorrading. Lang houdbare voeding kochten Hans en Liesbeth al op de Canarische Eilanden, waar winkels een stuk beter gesorteerd zijn. Hier in Mindelo rest vooral de aankoop van verse groenten en fruit voor vier personen, voor minstens twee weken. Verschillende eetgewoontes, kookplannen, hoeveelheden, houdbaarheid, het is soms een beetje een gokje.

Ik ben blij als het moment van vertrek er is, als de tocht kan beginnen… Daarvoor zijn wij, opstappers, gekomen. Op het ritme van het wachtensysteem en de beurtrollen voor koken en afwassen rijgen de dagen op de oceaan zich moeiteloos aaneen. De zon gaat op, de zon gaat onder, de volle maan van bij het vertrek krimpt elke dag een stukje tot ze helemaal weg is. Elke dag maken we ons de leefruimte een beetje meer eigen. En leren en ondervinden ook nog veel on-the-go. Want hoe gedetailleerd de onboarding gesprekken ook waren, veel van de praktische systemen, schootvoering, bomen met op- en neerhouders, wegneembaar stagzeil, lij-ogen, plotter, giek-rem, Hydrovane windvaan, zijn voor ons nieuw of anders.

We zijn over de helft, het aantal mijlen naar de bestemming neemt af, het mailverkeer met de sailing-community-van-het-moment neemt toe. 16 dagen na vertrek uit Mindelo varen we de Suriname rivier op en meren enkele uren later af bij Waterland Marina & Resort. Bemanningen nemen lachend lijnen aan, omhelzingen volgen. Sommigen die hier met open armen staan, hebben wij nog nooit gezien, anderen hebben we enkel vluchtig ontmoet, twee weken geleden… Ietwat bevreemdend. Luttele dagen later gaat alweer onze terugvlucht.

Bruin als hazelnootjes en een beetje rillend van de kou tillen we onze rugzakken van de bagageband in Schiphol. In 8 uur en 20 minuten zijn we van Zuid-Amerika terug naar Europa gevlogen. Dat moet, slordig gerekend, zo’n dikke 80 maal sneller zijn dan zeilend…