Van Ijsland naar Schotland

22 augustus – 18 september 2023

Iemand onderweg tipte ons Troon in Schotland als ideale overwinteringsplek en eind augustus zeilden we 600 mijl van Ijsland naar Stromness in Orkney. We staken de beruchte Pentland Firth over naar Wick en zeilden verder naar Inverness.

Daar kwam vriendin Elke ons vergezellen voor het laatste stuk naar Troon. We waren maar wat blij met een extra bemanningslid bij het vele versassen in het Caledonisch Canal en het Crinan Canal. Na een arctische zomer genoten we volop van een onverwachts zwoele Indian summer in de Scottish Highlands. We zwommen in Loch Ness en beklommen de Ben Nevis, wat een afsluiter!

We proefden nog whisky in Oban en genoten ten slotte op onze laatste zeildag van 2023 van een heerlijk zeilweertje!

Kijk en luister* je mee?

*Deze muziek komt uit het heerlijke album Forever Fortune van Les Musiciens de Saint-Julien met achttiende-eeuwse Schotse muziek. Het nummer heet John Anderson My Jo.

En hier nog eens de plaatsen die we aandeden in Schotland. Wie benieuwd is naar alle verhalen, verwijs ik graag naar Polarsteps

Stromness
Kirk Hope 
Wick
Portmahomack
Inverness
Urquhart, Loch Ness
Ardrishaig, Loch Oich
Banavie
Fort William
Oban
Dunardry Locks
Tarbert
Troon

Op de rand van een depressie naar Ijsland

27 – 29 juni 2023

Grauw ligt hij in de midscheepse kooi. De beste plek op zee als het er stevig aan toe gaat. En dat doet het. Grauw is hij, opstapper Eric, en al ligt hij in die goeie midscheepse kooi, de zeeziekte gaat niet over…

Twee dagen eerder. We liggen afgemeerd in Miðvágur, de afmeerplek die het dichtst bij de luchthaven van de Faeröer ligt, waar Eric op zondagavond landt.

Elke dag, wat zeg ik, om de paar uur, kijken we Windy er op na, en Windfinder, en YR, en download ik gribfiles. Wachtend op een weervenster om naar Ijsland te varen. En als op dinsdag onze geplande uitstap naar het eiland Mykines niet doorgaat omdat de ferry wordt afgelast, beslissen we om de oversteek te maken. Traag schuift een kern van lage druk ten zuiden van Ijsland noordwaarts. De wind die in tegenwijzerzin rond die depressie draait zal ons net lang genoeg zuidenwind bezorgen om de oversteek van 250 mijl te maken. En zuidenwind, dat betekent ruime wind, een windhoek waaruit het al wat harder mag blazen zonder dat het pijn doet. Er zit 25, misschien 30 knopen in.

Eric vindt alles goed zo lang hij maar niets moet beslissen, hij heeft een drukke periode achter de rug…

Wat was het mooi, het vertrek uit Miðvágur onder een blauwe hemel en met zon. Trøllkonfingur, ofwel de heksenvinger leek helemaal niet vermanend, maar prettig mysterieus in fijne flarden mist. Mooi was het langzaam wegvaren van de felgroene steile rotsen die we nog heel lang zien.

Maar wanneer weer en wind doen wat voorspeld was, en méér, is het over met de pret. En wordt Eric zeeziek. Las en ik wisselen elkaar af. Het spookt op zee en in de eerste nacht krijgen we pieken tot dik 38 knopen. Voor Eric is het moordend. Dat we 159 mijl in de eerste 24 uur afleggen, ontgaat hem volledig. Eten noch drinken lukt, zelfs de droogste cracker of een slokje water keren terug.

45 uur na vertrek, de wind is helemaal in elkaar gezakt, lopen we Djúpivogur aan, Eric herleeft bij een kop thee met een overdosis suiker erin.

Als we even later met hulp van de vriendelijke havenmeester mooi afgemeerd liggen aan een steiger en de deining van de zee iets uit een lang vervlogen tijdperk geworden is, iets waarvan je je in de rust van de haven zelfs niet kan voorstellen hoe het voelt, is Eric weer helemaal Eric. Een transformatie waar Dr Jekyll and Mr Hyde bij verbleken.

Aan stuurboord wappert de Ijslandse vlag samen met de gele Q vlag maar niemand van de douane daagt op. Als we het navragen, vernemen we dat de douane het te druk heeft en dat er iemand van de politie zal komen. De jongen van de politie heeft nog nooit eerder een zeilboot ingeklaard en worstelt met de formulieren. Ja, meervoud. Want per boot in IJsland aankomen, daar hoort wat papierwerk bij. Welgeteld vijf rapporten.

Het opmerkelijkste is misschien wel de health declaration. Ik vertaal even wat we hier moeten verklaren:

Ik verklaar hierbij in eer en geweten

  • dat mijn schip geen personen vervoert die lijden aan of verondersteld worden te lijden aan een besmettelijke ziekte, 
  • noch personen waarvan geweten is of verondersteld wordt dat ze een ernstige infectie kunnen verspreiden (dragers), 
  • noch stoffelijke overschotten van personen waarvan geweten is of waarvan verondersteld wordt dat ze overleden zijn aan een besmettelijke ziekte,
  • en dat er geen abnormale sterfte waargenomen is onder de ratten of andere knaagdieren die aan boord van het schip zouden kunnen zijn.

Ik moet het een paar keer lezen om het te geloven en ik bijt op mijn onderlip om het niet in lachen uit te barsten… Besmettelijke ziektes, stoffelijke overschotten, ratten?

Ik kijk naar Eric die dankzij de suikerboost weer helemaal zijn vrolijke, springlevende zelf is geworden en verbaas me erover hoe snel zeeziekte kan verdwijnen. En besmettelijk kan ik zeeziekte ook niet noemen. Ik onderteken het formulier. We zijn in Ijsland!

Van Noorwegen naar Shetland

20 april – 30 mei 2023

Na een gezellige winter thuis vonden we eind april een mooi moment om onze reis te vervolgen. Voor we naar Florø doorreisden waar onze boot overwinterde, bleven we nog een paar dagen in Oslo. En vooraleer we het prachtige Noorwegen finaal verlieten, hopten we nog twee tochtjes zuidwaarts, naar Svanøy en Bulandet.

Begin mei bracht een oversteek van 188 mijl ons van het mooie Noorwegen naar de wilde Shetland eilanden.

We werden steeds beter in onthaasten als we daar geregeld verwaaid lagen. Als we niet zeilden, huurden we een auto, wandelden of fietsten. Dat de Shetlanders warm en hartelijk waren wisten we al, maar dat er zo veel ongerepte stranden waren was een ontdekking.

Even om Muckle Flugga Lighthouse heen zeilen, zoals vaag gehoopt, bleek door aanhoudende westenwinden een ijdel plan dat we wijselijk lieten varen… We hielden ons gedeisd in de luwte van de oostkust…

Kijk en luister* je mee?

* Het muzieknummer heet Shetland Titles en komt uit het album Shetland (Original Television Soundtrack) van John Lunn.

Hierbij nog wat links, naar de plaatsen waar we waren, naar de Polarsteps voor wie alle details wil, en ten slotte naar enkele artikelen die ik voor Zeilhelden schreef…

Florø
Svanøy
Bulandet
Symbister, Whalsay
Cat Firth, Mainland
Lerwick, Mainland
Out Skerries
Fetlar
Baltasound, Unst
Cullivoe, Yell

Naar de Polarsteps

Zeilhelden: Pat Panick-blog: De Vikingen achterna?

Zeilhelden: Pat Panick-blog: Onthaasten in Shetland

De knoop

Papier is gewillig zei men vroeger. Het papier van toen is nu internet geworden. En dat internet, dat is nog gewilliger, overtuigender, dan het papier van toen. Kijk op Instagram maar naar accounts of hashtags als Faroeislands of Visitfaroeislands. Dan zie je drones langs duizelingwekkende hellingen scheren, mensen op toppen van steile kliffen balanceren, er komen kolkende watervallen voorbij en van de buitenwereld afgesneden kabouterdorpjes met grasdaken. Beelden verzadigd van duister donkergroen en onheilspellend zwart.

Daarbovenop komt nog de inleiding op Faeröer in onze vaargids voor de ‘Arctic and Northern Waters’‘Tides and races are fierce and dangerous; fog is often dense and sudden; most anchorages are exposed to at least one direction and are subject to strong, irregular katabatic winds off the high and precipitous land…’ Gaan wij daar naar toe?

Het is al te laat om nog te bestellen als ik ontdek dat er zoiets bestaat als de Streymkort fyri Føroyar, een getijdenatlas voor de Faeröer. In de vaargids staat een afbeelding van een pagina daaruit. Vlammende oranje tongen staan voor gevaarlijke stroomversnellingen, ik zie botsende stroompijlen, en woorden als vestfalskyrrindi en eystfalskyrrindi… Om deze stroomkaarten te interpreteren heb je ook nog de moon’s meridian passage nodig, te vinden in de Almanakki, een andere Faeröerse publicatie… Te laat om ons in dit alles te verdiepen, maar gelukkig is er ook een app met de naam Rák. Zou nauwkeurig en gebruiksvriendelijk moeten zijn…

Woensdag 31 mei 2023. Onze route op de digitale kaart is uitgezet, 185 mijl tot Suðuroy, het zuidelijkste van de 18 Faeröer eilanden. Van de twee aanloophavens, Tvøroyri en Vágur, kiezen we voor de laatste. Er zit een kleine knoop in mijn maag. Dit onbekende vaargebied lijkt ineens een onherbergzame bestemming…

We hebben gewacht op de uitgaande stroom om uit de Bluemull Sound weg te varen maar hebben de wind op kop. Wind tegen stroom maken een wildwaterbaan van de 2,5 mijl naar open zee. De knoop komt strakker te zitten, Las neemt het stuurwiel over en loodst ons uit de wasmachine… Ook op zee vlot het niet meteen. Het heeft hard gewaaid en er staat meer zee dan wind. We kruisen in ongemakkelijke, trage slagen tot er meer regelmaat komt en onze koers bezeild is. De zee wordt vlakker en met volle zeilen lopen we heerlijk soepel, de knoop ontspant. Voor de enige hindernis onderweg, het Clair Ridge Oil Field, gaan we een beetje zuidelijker varen. Om middernacht is het nog niet helemaal donker, tegen 03:00 alweer licht, de ochtendgloed rozig.

Rond de middag krijgen we volop zon, zakt de wind in elkaar en moet de motor aan.

Om halftien ’s avonds, 34 uur en 194 mijl na vertrek, lopen we Vágsfjørdur binnen, een brede fjord zonder noemenswaardige gevaren of verontrustende stromingen. Niet veel later liggen we afgemeerd aan een stoere kade met autobanden, we zijn in de Faeröer!

Suðuroy. Een langgerekt dinosaurusjong dat op zijn achterpoten danst.

Ongerept wegens niet gemakkelijk bereikbaar voor toeristen. Samen met Ron en Joce van ‘De Verleiding’, ook een Breehorn, en een dag na ons aangekomen, gaan we op ontdekking. Vijf dagen blijven we op Suðuroy en elke dag krijgen we een beetje mooier weer. We maken flinke wandeltochten en zelfs een roadtrip met een huurautootje.

Het donkere beeld dat ik van de Faeröer had wordt dag na dag ingehaald door wat ik te zien krijg. Steile kliffen, ja, die zijn er wel, maar met gras dat lichter groen is dan verwacht, en diep beneden een helderblauwe zee. Donkergroen en zwart zijn er ook, en grasdaken. Maar die ogen niet somber, eerder uitnodigend, zoals in het dorpje Porkeri met zijn stemmig kerkje. Kapitein-met-pensioen Zacharias komt voor ons openmaken en vertelt honderduit over het leven op Suðuroy. Bij het afscheid krijgen we een langdurende handdruk, warm en welgemeend.

In het dorpje Sandvík, net voorbij een mooie baai, zien we huisjes in alle kleuren van de regenboog. En de juni-zon maakt zelfs van mist iets prachtigs.

Nog even terug naar onze vaargids, en naar de laatste zin van de inleiding tot de Faeröer: ‘A few days of fine weather with visibility amply repay the effort of sailing to the Faroe Islands…’

Ik kijk omhoog, naar onze Faeröerse beleefdheidsvlag in het want aan stuurboord. Ze wappert wat stijfjes. Ik knutselde ze dan ook zelf in elkaar met een oud servet, een restje afdekzeil en een verknipte boodschappentas. Maar wat zijn het wit, rood en blauw vrolijk.

We maken ons klaar voor vertrek naar een volgend eiland. Op de Rák app zijn er geen problemen wat de stroming betreft. De knoop is weg…

Van drie straffe zeevrouwen en een zeezieke man…

Zeilend reizen is traag reizen. Prettig is dat, het geeft tijd voor alle moois onderweg. Landschappen, beelden, zelfs poëzie. Of verhalen, soms uit lang vervlogen tijden…

3 mei 2023. We vertrekken uit Florø, Noorwegen, en na een korte passage op het mooie eiland Svanøy zeilen we onder een lentezonnetje naar Bulandet.

Ver in het westen, waar de zee breed openspat, daar zal je eilanden zien, het zijn er nogal wat. En als je ze telt, is het duidelijk en klaar, het zijn er zoveel als de dagen in een jaar. (vrij vertaald)

Bulandet is een archipel van, jawel, 365 eilanden. Nu ja, eilanden… Er zijn 15 hoofdeilanden en dan nog een boel kleinere eilandjes, rotsblokken en kruimels, uitgestrekt over 6 mijl. We meren af op een van de meest westelijke eilanden dat, net zoals de archipel, Bulandet heet. Helemaal aan de andere kant, in het oosten, ligt Vaerlandet. Daar kijk je uit op Alden, ook wel ‘den norske hesten’ of ‘het Noorse paard’ genoemd. Daarachter ligt weer een eiland, Tvibyrge, en dáárachter nog een, Atløy. Pas dán ben je bij het vasteland.

We fietsen er door een bijzonder landschap met diepblauwe inhammen, dorre grassen en bultige rotsen, gepolijst door de wind.

Fietsen, dat kan je doen van Bulandet tot Værlandet want nu zijn de hoofdeilanden van de archipel onderling met bruggen verbonden. Dat was lang niet zo. En al zeker niet in 1885…

Het was februari en een ijzige zuiderstorm hield al dagenlang aan. Een schip, de ‘Gugner’, was zo’n 100 mijl ten noorden van Bulandet van haar anker gegaan en op drift geraakt. In een poging zeilend ergens te komen kapseisde ze, één man sloeg overboord en verdronk. Drie dagen joegen wind en stroom het schip naar het noorden en toen het bij Bulandet op de rotsen liep waren er van de elf mannen nog slechts zeven in leven… Berte Hellersøy, een jonge vrouw van 25, zag dat gebeuren en zonder aarzelen schoot ze in actie. Samen met Hansine Tistel, 21, én de schoolmeester, roeide ze door sneeuw en wind in een kleine boot naar de rotsen. Berte en Hansine kenden het gebied tussen de scheren, want zo heten de rotsen hier, als geen ander, en slaagden erin om vier man in veiligheid te brengen. Ook met een tweede boot ging Berte mee en konden de drie overgebleven mannen worden gered. Iedereen was het erover eens dat de redding te danken was aan die twee dappere dames en ze kregen een medaille.

En later zelfs een standbeeld. Op Hellersøy zie je ze uitkijken over zee, twee sobere vrouwenfiguren, stenen haren in de wind. De armen gekruist, een gebaar van geborgenheid…

7 mei 2023. We zetten koers naar de ‘overkant’, 188 mijl westzuidwest naar het eiland Whalsay, Shetland. Twee zeiltochten later komen we aan in Lerwick waar we een auto huren om plekken te ontdekken waar je met de boot niet zo makkelijk komt. Zoals Sumburgh, het zuidelijkste puntje van Shetland.

En daar kruist nog een zee-heldin ons pad…

Ooit woonde er in Grutness een oude vrijster die kon breien als de beste. Betty Mouat was haar naam. Als jong meisje was ze per abuis door een jager in het hoofd geschoten en van alle hagel in haar Shetlandse hoofdje had men maar één kogeltje kunnen verwijderen. Sedertdien sukkelde ze met haar gezondheid. Op een koude januaridag in 1886 wou ze in Lerwick een dokter zien en er ook wat van haar beroemde breigoed verkopen. Omdat ze niet goed te been was besloot ze mee te varen met een vissersschuit, de ‘Columbine’. Maar onderweg stak een felle storm op… De kapitein sloeg overboord, en toen zijn twee matrozen hem met een sloep wilden gaan redden, raakten ze, o wee, niet meer terug bij de ‘Columbine‘! Daar zat Betty, alleen en doodsbang, in een boot die zich steeds verder van de kust verwijderde. In haar mandje een liter melk en een pak beschuiten. Acht dagen later spoelde ze aan op de Noorse kust, op het eiland Lepsøya, niet ver van Ålesund, waar vissers haar uit haar penibele situatie verlosten. Betty’s redding had zich als een lopend vuurtje in Shetland verspreid en bij haar terugkeer stond er 1500 man te juichen op de kade! Ze werd een curiositeit, kreeg zelfs een brief én 20£ van Queen Victoria…

Tot zo ver de straffe zeevrouwen. En die zeezieke man? Wel, dat is mijn schipper. Die tijdens de 31 uur durende oversteek van Noorwegen naar Shetland voor het eerst van zijn leven echt zeeziek werd. Bij flinke zee had hij wat gefixt op het voordek, was na die inspanning binnen gaan liggen, te warm gekleed, maar kon er de slaap niet vatten. Niet veel later hing hij buiten boven een emmer, het gezicht lichtgrijs, zweetdruppels op het voorhoofd… Zowat de rest van de tocht bleef hij mottig, maar deed zijn wacht, klaagde niet, en stuurde zelfs af en toe. Zeeziek ja, maar ook wel een beetje een held…

Impressies van een overtocht

Zeebrugge – Thyborøn – 4 juli tem 7 juli – 380 mijl

We hebben een derde bemanningslid aan boord. Je ziet hem niet maar hoort hem wel. Hij fluit, zoemt en zingt. Ik hoor hem aan bakboord, ik hoor hem aan stuurboord. Soms, als de wind iets anders invalt, lijkt hij te tsjilpen als een vogel. Hij is het meest in zijn nopjes bij voordewindse koersen, dat hoor je. Niets voert hij uit aan boord, maar hij houdt er de sfeer wel in!

In alle weerberichten zien we ze komen. Twee lagedrukgebieden die naderen van op de Atlantische Oceaan, en die zich ergens ten zuiden van Ierland aan elkaar gaan vasthaken om zich dan, schouder aan schouder en met gebundelde kracht door het Kanaal te persen. Als één dikke depressie zullen ze onderweg voor een pak wind zorgen. En misschien is dat niet eens zo slecht! Want de voorspellingen tonen hoe ze hun pad bij aankomst op de Noordzee naar het noordwesten gaan vervolgen. Als wij ten oosten van hun tegenwijzerzin tollende traject blijven, gaan we achtereenvolgens zuidoost, zuid en zuidwestenwind krijgen. En dat is nu precies wat we willen. Dat het veel wind zal zijn, deert ons niet, bij ruime wind is alles anders.

Zondagavond zes uur, we vertrekken uit Zeebrugge. In het westen ziet de hemel er dreigend uit, donkerblauwe massieve wolkenmassa’s rollen hun spierbundels. Maar het waait matig uit het oosten en we hebben er vertrouwen in dat de buien bij ons vandaan zullen blijven. Heel af en toe weerlicht het in de verte, gevolgd door een grommend gerommel.

Eén keer haalt een bui toch kort uit met shiftende wind en striemende regen. Las worstelt aan het roer. Het duurt maar even.

Maandagavond tien uur, de wind is nu zuidwest. In de eerste 24 uur maakten we 138 mijlen op een mooie vlakke zee. Enkel om de Maasmond te kruisen hebben we de motor bijgezet. Het dreigende weer heeft plaatsgemaakt voor gewoon grijs maar aan het eind van de dag klaart het zienderogen op. Hoge windpluimen verschijnen aan de intussen helblauwe lucht, iets later worden dat lage wollige pakken, aan de horizon groeien bloemkolen. Maar de barometer blijft onveranderd op 1000mb hangen. Vlammend zakt de zon in de zee, de lucht gloeit nog lang na in wilde tinten van dieporanje, over felroze tot paars, voorbode van wat komen gaat?

Dinsdagochtend, daar is het. Terwijl de barometer zienderogen daalt, trekt de wind evenredig aan, zuidoost nu. We lopen soepel, de intussen grotere golven die schuin achter inkomen, rollen met gemak onder de boot door. Achter het zakdoekje dat onze gereefde genua nu is, lopen we zeven, acht knopen. De windmeter gaat van 25 knopen naar 35 knopen. We tikken nu en dan ook meer dan 40 knopen aan. We verbazen ons over het comfort aan boord bij ruime wind. In de loop van de dag kruipt de wind meer naar het zuiden en neemt geleidelijk af. Omdat we nu pal voor de wind varen, gaan we rollen en wordt het binnen een klutsboel. Dat stelt niet alleen de zenuwen op de proef maar ook de spieren… Het voortdurend opvangen van de bewegingen van de boot, het is een stiekeme fitness.

Woensdagnacht, het lijkt maar niet donker te worden. Tussen donkere wolkenpartijen zitten lichte stukken lucht, een smal maansikkeltje glanst. In het afgelopen etmaal haalden we 154 mijl, Thyborøn is niet ver meer af, de wind waait matig.

Woensdagochtend, de opnieuw harde zuidenwind voert een stinkende vislucht met zich mee. Het maakt niet uit, we zijn helemaal blij. 63 uur na ons vertrek uit Zeebrugge varen we Thyborøn binnen. We hebben 380 mijl afgelegd!

Zeilplannen op een laag pitje…

22 maart 2020

Ik lig in het goudgele zand en kijk omhoog, blauwer dan blauw is de wolkenloze hemel. De lentezon verwarmt mijn wangen, ik sluit mijn ogen.

Achter de duinen ruist de zee, een strakke oostenwind jaagt over het strand.

Oostenwind. Ideale wind om de boot van Friesland terug naar Nieuwpoort te varen… Maar daar heeft het corona-virus een stokje voor gestoken.

Waren recreatiesporten al een week verboden in België, net als strand- en watersporten in de territoriale wateren, op vrijdag 20 maart zijn ook de landsgrenzen dicht gegaan. Lockdown light noemen ze het, lichtjes op slot… Je mag per auto enkel nog om boodschappen of naar de apotheker. Wandelingen en fietstochtjes mogen dan weer wel, maar enkel in de omgeving van je woning. Er zijn dus geen dagjesmensen aan zee, zelfs wie aan de kust een tweede verblijf heeft mag niet komen. Geen toerist te bekennen, nog nooit was het zo rustig aan de kust in het weekend…

Wat doet quarantaine met mensen vraag ik me af. Met mensen die gewoon zijn om vaak uit eten te gaan, elk weekend op uitstap willen, naar film, theater of musea, of dagelijks naar de fitness…?

Wat gebeurt er met mensen als hun leefwereld krimpt tot de ruimte binnen hun vier muren, waar nu alles moet gebeuren, van ontbijten, over huishoudelijk werk, ontspanning maar ook thuiswerken. De eindeloze filmpjes en grapjes die op social media circuleren maken duidelijk dat dit niemand onberoerd laat.

Mijn schipper -laat ik hem nu tijdelijk corona-buddy noemen-, en ik hebben het er niet zo moeilijk mee. Eigenlijk zijn we het een beetje gewoon. Een groot deel van onze vrije tijd brengen we door op onze boot, onze gedeelde passie. En met zijn tweeën op een zeilboot verblijven, dat heeft wel wat van zelfgekozen quarantaine. Met als bijzonderheid dat de bewoonbare oppervlakte er een fractie is van een gemiddeld huis….

En als je met zo’n boot op een meerdaagse tocht vertrekt wordt het helemaal lockdown

Onze langste zeiltochten dateren van 2004 en 2006 toen we als opstappers mee zeilden voor een oversteek van de Atlantische Oceaan. Twee en een halve week ononderbroken op zee… Geen uitstapjes naar supermarkt of apotheek, geen wandelingen langs het strand. Geen tv, internet, social media. 360° zee met daarboven 360° lucht. Dag na dag…

2004

Hoe je dat kan uithouden zonder door de kajuit te gaan stuiteren van vloer tot plafond en terug, of je crewleden de kop te willen afbijten?

Ik heb een handvol tips. Misschien ook bruikbaar voor wie niet op een boot op de oceaan zit, maar thuis, in quarantaine, telewerkend of tijdelijk werkloos, tussen vier muren terwijl de corona-piek nog niet meteen in zicht is…

2006

Deel je dag in

Een agenda, net nu je dacht van dat nine-to-five keurslijf verlost te zijn? En tóch, een dagindeling brengt rust. Op een meerdaagse tocht op een boot wordt de dag ingedeeld door de afwisseling wachtlopen/slapen, het bijhouden van het logboek en de maaltijden. Te vermijden: een militair schema met chronometer of atoomklok, daar word je alleen maar gestrest van. Aan te raden: af en toe een anti-agenda-dagje als variatie.

Verzorg jezelf

Het kan verleidelijk zijn (voor wie geen online meetings heeft) om te telewerken in pyama en met ongewassen haar. Of op je boot te blijven rondhangen in een bezwete onfrisse t-shirt, alleen maar omdat je er tegen op ziet om je om te kleden in die onophoudelijk bewegende boot waar het nat en kil is. Maar geloof me, na douchen, haren wassen en tanden poetsen ben je een pak energieker. Altijd. Maar hou het simpel: gel-nagels, haarkleuringen en mascara zijn geen meerwaarde.

Zorg voor elkaar

Heb je een zeil- of corona-buddy, zorg er dan voor. Jij bent niet de enige in quarantaine, jullie zijn een team. Als jij wat voor je buddy doet -zoals in ‘bak een taart’ of ‘laat hem /haar eens uitslapen’- voel jij je goed en voelt je buddy zich goed. Werkt in twee richtingen. Altijd prijs.

Koester rituelen

Het belang van rituelen wordt zwaar onderschat. En toch, ze zijn het peper-en-zout van het leven. Ik heb het niet over religie, maar over de simpele dingen als een kop thee, elke nacht, halfweg je wacht. Het opmaken van een bed. Na de werkdag je home office van een clean desk voorzien, alle dingen op hun plek. De ingrediënten voor een maaltijd geordend op het aanrecht schikken voor je begint te koken. Rituelen brengen rust, als punten en komma’s in een zin.

Leer waarnemen

Onze overweldigende en alomtegenwoordige beeldcultuur heeft van ons slechte waarnemers gemaakt. We reizen veel en snel, we willen veel en snel. Beelden schieten aan ons voorbij als het landschap achter het raam van een hogesnelheidstrein. Heel anders wordt dat op een boot, of in quarantaine thuis tussen vier muren. En heb je het nog niet gemerkt, hoe minder er is, hoe meer je ziet?

Ik wens jullie allen het nodige geduld om de komende weken van quarantaine rustig door te komen…

(Tijdens die twee oceaan-oversteken hield ik een dagboek bij. Veel van hetzelfde, dat kan ik je wel zeggen. Maar mocht iemand tijd te veel hebben en dit willen lezen, dan laat je het maar weten. Hiervoor mailen kan naar adelheidgreven@hotmail.com)