Salcombe, mooi mooi mooi!

Donderdag 13 juli 2017

Ik heb dorst. Nee, opnieuw. Ik ben scheel van de dorst. Na een flinke wandeling op deze warme zomerse dag snak ik naar een fris sprankelend biertje. Ik zit op het terras van een pub, Las is binnen in de bar gaan bestellen. “Doe maar iets lokaals,” heb ik hem nog meegegeven. Na een tijdje zie ik hem waggelend en nogal ongemakkelijk naderen met in elke hand een pint. Als je nu denkt dat ik een pintje (voor de nederlandse lezers: een pintje is een biertje…) bedoel, heb je het mis. Het zijn pints, 20 imperial fluid ounces, oftewel 568ml. De gigantische glazen zijn zo vol dat de inhoud bij elke stap een beetje over de rand (en over zijn handen) klotst. Geen schuimkraag te bekennen. En ook geen bubbels, geen prik, niets. Ik neem een glas van hem aan. Lauw. Maar mijn dorst is groter dan mijn afkeer en ik drink met grote teugen. Owla, mijn dorst is onmiddellijk over, maar mijn afkeer niet. Dit bier smaakt vréselijk. Slap, plat, lauw en bitter. We doen een tweede poging, maar geen van ons beiden vindt het drinkbaar. We laten de meer dan halfvolle glazen voor wat ze zijn en sluipen weg…

Om de hoek is een ijsjeskraam, award winning Salcombe Dairy Ice Cream. We bestellen elk een hoorntje met twee smaken. En ja hoor, het ijs is overheerlijk! We likken de vieze smaak van het bier snel weg.

Nog een eindje verder kopen we in een mooi drankenwinkeltje een Salcombe gin. Wanneer we die later op de boot proeven, zijn we het er over eens, ze kennen hier meer van ijs en gin dan van bier…

En verder, Salcombe? Tja, het was weer niet de bedoeling om dit op onze heenreis al aan te lopen. We waren ’s ochtends om vijf uur uit Torquay vertrokken om in één keer de 75 mijl naar Falmouth te varen. Maar net om de hoek van Start Point, geeft de wind er de brui aan… en wij ook.

En zo komt het dat we nog voor de middag de rivier opvaren. Alhoewel, rivier mag ik niet zeggen. Het is een getijdewater dat zich in allerlei kreken en zijarmen vertakt, prachtig. Toont het weer zich eerst nog zwoel en een tikje onweerachtig, na een tijdje lossen de wolken op en de zon barst uit haar voegen.

Maar wat er niet te vinden is, is een vrije mooring. Druk druk druk. Uiteindelijk vinden we een plekje aan een drijvend ponton. Met de watertaxi gaat het tussen tientallen boten door naar het gezellige stadje.

Alles is hier mooi, het stadje met zijn smaakvolle winkels en fijne galerietjes, de uitbundige natuur, de baaitjes met stranden, honderden boten en bootjes op het glinsterende water. Pijnbomen, een overdaad aan bloemen, elegante huizen. Denk mediterraans maar dan in Engeland… We maken een flinke wandeling en komen ogen te kort.

BewarenBewaren

BewarenBewaren

De kracht van een minuutsoepje, Torquay

Dinsdag 11 juli 2017

Dit wil ik nog wel gezegd hebben. Regen op een boot is niét leuk. Of, wacht. Varen terwijl het regent, dat kan nog nét. Maar daarna. Ergens toekomen en daar zitten met dat drijfnatte zeilgoed in de beperkte ruimte van een kajuit, ramen die beslaan, dat is niét leuk.

Even terug naar de voorbije dag. Het begon ’s ochtends zacht te regenen. Het soort fijne grijze motregen waarvan je denkt dat je niet nat gaat worden. Maar je vergist je, alles wordt nat, langzaam maar zeker. Later op de dag gaat het harder regenen. Het waait ook stevig, recht in de neus, waarom niet. We varen Lyme Bay over, traag opkruisend. Een tiental mijl aan stuurboord moet de beroemde Jurassic Coast liggen. Afgelopen winter bekeek ik twee seizoenen van het spannende Broadchurch, een Britse politieserie. De opnames vonden plaats West Bay, Bridport Harbour. Ik speur met de verrekijker de horizon af. Veel zie ik niet van de kliffenkust, alles is uniform grijs. En ik die gedacht had dat ik me hier ín de tv serie ging voelen… Een koude regendruppel loopt via de kraag van mijn jas langs mijn nek naar beneden. Moet dit nu echt? “Een minuutsoepje?”, probeert mijn schipper. Briljant! Zo’n minuutsoepje, dat beetje hartige warmte, doet wonderen. Torquay lijkt ineens minder ver.

En dan liggen we aan het ponton, afgedroogd, warme, schone kleren aan. De Webasto snort. Nat zeilgoed hangt in de doucheruimte waar ook een blazer van de verwarming zit. Er wordt niet gekookt vandaag, we doen ons tegoed aan twee krabben die we in Yarmouth kochten van een visser, 2,00£ elk…

Woensdag 12 juli 2017

Gedaan met regenen! Alle nog klamme kledij gaat buiten, niets beter dan wind en (voorlopig nog aarzelende) zon.

We halen de fietsjes boven en gaan op pad. Torquay, dat is de Engelse Rivièra, de stad van Fawlty Towers en ook de stad waar Agatha Christie geboren is. Maar wij zijn zo blij met de zon dat we zomaar, zonder echt plan, op pad gaan. Laat maar komen die warme golfstroom en palmbomen!

Iemand wijst ons de weg naar het South West Coast Path, een 630 mijl lang pad dat van Somerset over Devon tot Cornwall loopt. De man verzekert ons dat het stukje tussen Torquay en Babbacombe Beach erg mooi is en best te doen met de fiets. Het wordt snel duidelijk dat hij dit zelf nog nooit uitprobeerde… Soms is het zo steil dat het stappen wordt met de fiets aan de hand, soms is het meer een voetpad met steile trapjes, waardoor we terug naar de gewone weg moeten. Maar het wordt een mooie tocht en uiteindelijk komen we bij het idyllische Ansteys Cove, waar we een lekkere cappuccino drinken.

Nog een mooie fietstocht terug, even wat boodschappen doen en lekker koken, kip met paprika’s… Dat ik gisteren niets gezien heb van het stukje kust waar Broadchurch werd opgenomen, al waren we so close, vind ik al lang niet meer erg. Er is nog altijd de betoverende muziek die de IJslandse componist Ólafur Arnalds maakte voor de reeks…

(tussen haakjes: alles van Ólafur Arnalds is het beluisteren waard!)

 

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

The Needles, twee keer

Zondag 9 juli 2017

Na onze mooie nachttocht varen we ‘s ochtends de Solent door tot Yarmouth. Ik roep op voor een ligplaats. Een vriendelijke jongen van de haven vaart ons tegemoet en gidst ons naar een vrije plek aan het ponton, wat charmant!

Na een tukje en wat opruimen besluiten we te gaan fietsen, en waarom niet, tot aan het punt waar je uitzicht hebt op de beroemde Needles. Het zomert en zwetend trappen we traag hellingen op, dalen uitblazend en met een flinke vaart hellingen af.

Voor wie deze illustere rotsen niet zelf voorbij vaart op zee, is er dus de kaap met het uitzicht, helaas uitgebaat als een soort pretpark. Ijsstalletjes, winkeltjes met prullen, een kermismolen. Op Alum Bay, het strand beneden -je kan er met een stoeltjeslift naar toe- is zand te vinden in vijftig tinten zandkleur. Er is een winkeltje waar je zelf je flacon kan vullen met laagjes, als souvenir. Dan weet je genoeg… Maar het uitzicht van op de kaap is prachtig, er ligt een indrukwekkend motorjacht voor anker, de zon straalt, dit lijkt de Middellandse Zee wel. We fietsen terug langs de rivier Yar.

Maandag 10 juli 2017

Gisteren was ons opgevallen dat de top van de mast heel licht afboog naar stuurboord, en dat de eerste zaling aan bakboord iets omhoog stond. Bij het inrollen van het grootzeil hadden we ook wat weerstand gevoeld, dit is niet pluis. We besluiten er naar te laten kijken. Het bedrijf in Yarmouth is te druk, maar in Lymington wil Ocean Rigging er wel naar kijken. En zo varen we naar de overkant. De mensen van Ocean Rigging fixen het euvel, controleren de verstaging en regelen bij waar moet. We besluiten niet nog een dag in Lymington te blijven maar door te varen. Het weer is indrukwekkend, een stevige wind, wolken, blauwe lucht. Het water is helgroen turkoois. Het opkruisen -de Solent uit- gaat goed, 7, 8 knopen, we schieten vooruit, euforisch over de omgeving!

En dan, ineens, verwarring. Een west kardinaalboei. “Die moeten we ten westen voorbij, dat is aan bakboord laten”, roep ik. “Nee, nee, dat kan niet”, reageert Las. “Daar ligt een zandbank, daar moeten we wegblijven, de boei aan stuurboord!” “Nee”, gil ik nu, “dat klopt niet!” “Maar kijk dan, het water breekt dáár”, wijst Las, “wegwezen!” We gaan overstag, net bij de boei, de stroming sleurt ons er naar toe, het is nipt allemaal. We roepen om het hardst wie nu gelijk heeft, maar laten het dan met rust. Hier eerst uit zeilen en het dan nog eens bekijken. En wat blijkt? We hebben allebei een stukje gelijk. De boei moesten we wel degelijk ten westen voorbij, daarin had ik gelijk. Maar die zandbanken, The Shingles, moesten we ook absoluut mijden. En de afstand tussen het uiterste puntje er van en de west kardinaalboei is op dat punt amper 0,2 mijl. De kardinaalboei ligt ruim van het gevaar dat ze aanduidt, ze aan de ‘foute’ kant voorbijgaan, daar viel dus wel wat voor te zeggen. Dat was Las zijn gelijk. Als we onze track op plotter én Ipad er op nakijken, blijkt bovendien dat de boei in realiteit niet op precies dezelfde plek ligt als op onze kaart…

Twee keer de Needles, dat vergeten we niet snel!

Alle kleuren van de windroos

We hadden een plan. Maar de wind wil niet mee.

Het plan: we varen in één keer naar het verste punt van de reis en hoppen dan terug, havens zat. Wij vinden dat een slimme keuze. Alleen, dat verste punt, daar zijn we nog niet uit. Net voor aperitieftijd is het Falmouth, Cornwall. Na de eerste gin-tonic kunnen de Isles of Scilly ook, natuurlijk. En na een tweede gin-tonic zou het ook wel eens Cork op de zuidkust van Ierland kunnen zijn. Maar hoe we ook plannen, we zijn er aan voor de moeite. Ofwel is er geen wind, ofwel komt ze uit de verkeerde richting. Als het weerbericht er dan min of meer positief uit ziet, klopt het niet. Bij elke tussenstop die we aanlopen moet een nieuw plan gesmeed worden. Weerberichtje, mijlen afpassen, plan bijstellen. We zijn inmiddels een week weg, we zijn in het Falmouth van vóór de apero en hebben er zes tochten op zitten. Willen jullie weten hoe nu eigenlijk die planning verloopt?

Nieuwpoort – Duinkerke

Na een paar uur hard tegen wind en stroom opboksen op motor:

Zij: “Zoetjeuuú…” (lichte dwang) “…dit is toch geen werk…”

Hij: “Ja, ik weet het. (Zucht) Maar, Duínkerkeuuú?” (lichte afkeer)

Zij: “Goh, ja, waarom niet? Kunnen we lekker fietsen, vis halen en in vakantiestemming komen. We hebben drié weken, het komt nu toch niet op een dág…”

Hij: “Ok dan…” (duidelijk verveelde zucht)

Duinkerke – Yarmouth

Na een bijzonder mooie nacht op zee, helaas bijna alles op motor:

Hij: “Zouden we anders Wight niet aanlopen, zo de hele tijd op motor varen is toch maar niks?”

Zij: “Prima. We zijn nog nooit in Yarmouth geweest en iedereen zegt dat het daar leuk is.”

Hij: “Ok, we gaan naar Yarmouth!”

Yarmouth – Lymington

Er zit iets niet goed met de verstaging en de zaling aan bakboord. Enkel Ocean Rigging in Lymington heeft tijd om er naar te kijken. Geen discussie: we varen naar Lymington.

Lymington – Torquay

Probleem vlot hersteld in Lymington. En nu? Blijven we hier een nacht of gaan we door? Als blijkt dat we nog twee uur hebben om met het tij de Solent uit te varen, wachten we niet en zetten door.

Naar Falmouth dan toch? Na een nacht sukkelen tegen wind en tij, zakt de moraal even snel als de barometer. Maar de schipper is optimistisch en krijgt alvast de prijs van de beste quote van de reis:

“Al varen we maar 30 mijl in 10 uur, dan is dat toch altijd meer dan dat we bleven liggen.”

Als de beroemde Jurassic Coast in grijze mist verdwijnt en het dan nog begint te regenen ook, worden de 90 mijl naar Falmouth opnieuw in vraag gesteld. De dichtste haven blijkt nu Torquay te zijn.

Zij: “Torquay, dat is de Engelse Rivièra, zegt mijn Dominicus reisgids.” (met nadruk op Rivièra)

Hij: (de regen drupt uit zijn oren, neus en onderbroek) “Goh, ja, geen slecht idee, die Rivièra van jou.”

Torquay – Salcombe

Om 5:00 dapper vertrokken voor Falmouth. Nog maar eens: te weinig wind om 13 ton vooruit te krijgen. Nog voor de middag lopen we Salcombe aan.

Salcombe – Falmouth

Nu gaat het gebeuren. De wind zit wel nog wat tegen maar niet helemaal. We kunnen een lange slag zeilen, dan even overstag, een kort rak om hoogte te winnen en dan weer een lange slag. Dat gaat toch een beetje vooruit. De zon breekt door, de wolken lossen op.

Zij: “Het eerste echt fijne zeilweer van de vakantie, toch?”

Hij: “Ja, echt wel, zo valt het reuze mee.”

Zij: “En als we nu eens doorzeilden, naar de Scilly eilanden? Ik check even hoeveel mijl dat is…”

Zij: “60 mijl. Tegen de vroege ochtend kunnen we er zijn. Ik zie het helemaal zitten.”

Hij: “Ik ook. Het wordt een mooie nacht.”

Een half uur later zakt de wind weg, gedaan met lekker zeilen.

Hij: “Wat is dat hier nu in godsnaam weer! (Vloek) (Vloek) (Nog een vloek) Ik loop nog amper 2 knopen! Zó gaat het niet. En een hele nacht op motor, daar heb ik geen zin in.”

Zij: “Laat ons dan toch maar Falmouth doen.”

Hij: “Dat is wél terugkeren, hee.” (Duidelijk geërgerd)

Zij: “Een klein beetje maar. Zó erg is dat nu ook niet. (Troostend) Beter dan 12 uur op motor te moeten gaan varen om persé naar die Scilly eilanden te geraken…”

Hij: “Ok dan maar.” (Niet overtuigd)

En nu liggen we in Falmouth. Le vent nous portera…

’s Nachts op zee

Zaterdag 8 juli 2017 – zondag 9 juli 2017

Duinkerke – Yarmouth

Er zijn zo van die nachten..

Deze morgen om 5:00 vertrokken we uit Duinkerke en we waren niet alleen. Iedereen die west wou was van de partij, aan Cap Gris Nez moet je –zeker bij nakend springtij zoals nu- de stroming mee hebben. De lome kudde motort traag, tot de wind uit het NW aanwakkert en we sportief aan de wind kunnen zeilen. Voorbij de kaap valt de wind weer weg, de kudde buigt synchroon af richting Boulogne. Wij gaan door.

Na een zonnige dag kwakkelen, zeil, motor, zeil, motor naderen we Beachy Head. In het westen zakt de zon traag achter de klif, in het oosten gaat de volle maan op in een zweem van babyroze en babyblauw.

Tussen Beachy Head en Selsey Bill varen we de kraakheldere nacht in. Las neemt de eerste wacht tot een uur of twee, nu is het mijn beurt. Ik heb geslapen als een roos. De nacht is mooi en vriendelijk. Er is geen wind, we varen op motor. Ik lees een beetje, kijk om me heen, controleer onze track op de Ipad, maak mezelf een beker thee. Dit is leuk.

Aan bakboord wedijvert een feestelijk verlicht cruiseschip met de volle maan die zowel aan de hemel als in het water schittert.

Om iets over vier wordt het over stuurboord al licht, nog drie kwartier voor de zon opgaat, net boven de horizon kleurt de hemel oranje. Magisch.

Purper, roze, diepblauw, oranje. Tegen beter weten in maak ik wel honderd foto’s. Ik weet maar al te goed dat die –weinig licht en veel wiebeling- hooguit een onscherpe, teleurstellende weergave zullen zijn van wat ik nu zie.

Inmiddels is het helemaal licht, er is nog steeds geen lover wind. Voor ons ligt het eiland Wight. Tegen de middag kunnen we in Yarmouth zijn, laat ons dat maar doen.

Maandag 10 juli 2017 – dinsdag 11 juli 2017

Isle of Wight – Torquay

Het witte eiland Wight ligt al enkele uren achter ons. Met het laatste van de uitgaande stroom zijn we via het Needles Channel de Solent ontstuimig uit gevlogen en hopen dat het nu gaat lukken om in één keer door te varen naar Falmouth. Poging twee dus.

Maar de wind zit nog maar eens tegen en de zee is ruw en onwillig. Dit wordt een lastige nacht, uitgerust blijven is de boodschap, ik kruip alvast in bed. Onze bakboord kajuit achter is de beste plek om op zee te slapen, maar ik –die gewoonlijk om het even waar en wanneer de nodige slaap kan halen- vind dit keer mijn draai niet. De boot kruist op, soms rol ik tegen de schuine buitenwand, soms tegen de rechte wand er tegenover. Aan beide kanten heb ik een opgerold donsdeken gepropt, als stootkussen. Las zet de motor bij, het opkruisen lukt niet, hoor ik. Ik voel ons ter plaatse steigeren. Ik schuif van bakboord naar stuurboord en terug, zit ik in een wasmachine? Slaap soms even maar schrik dan ongerust wakker. Is Las er nog? Door het kleine raampje zie ik twee benen in de kuip staan, er naast bengelt de lifeline –‘s nachts lijnen we ons altijd aan. Oef, terug proberen slapen. Maar de geluiden houden me wakker. Nu eens heb ik het te warm, dan te koud, warrige gedachten tollen als gek door mijn hoofd. Als Las me wekt voor mijn wacht, ben ik geradbraakt en heb het gevoel geen oog toegedaan te hebben. Buiten is het nu ook beginnen regenen, gemene, stille, grijze motregen, geen zonsopgang te bespeuren. De barometer zakt steeds dieper.

Nee, niet alle nachten op zee zijn idyllisch. En nee, geen foto’s vandaag.

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Een valse start

7 juli 2017

Drie weken vakantie!

Gisteravond ingescheept. Amper enkele uren eerder het werk op kantoor afgerond, onder flink wat tijdsdruk, ju ju, ik moet de daver nog wat van me afschudden. Wat zijn het drukke dagen zo voor je vakantie… Huis- tuin en keukendingen regelen, de thuisblijvende kinderen de les spellen. Ook de bevoorrading nog geregeld van op de pc met het wonderlijke Collect & Go. Je bestelt alles wat je nodig hebt vanuit je luie zetel, regelt afhaling op een tijdstip dat je best uitkomt en in amper tien minuten ben je in en uit de supermarkt. We slepen de hele karrenvracht naar de boot, zeulen reistassen met kledij, plooiboxen met lectuur, vinken lijstjes af. Ik ben plots heel moe en wil gewoon slapen.

Maar mijn schipper mag dan eergisteren wel 60 geworden zijn, als de zee lonkt, is hij niet te houden. De volgende ochtend bij het krieken van de dag wil hij varen. Hij vindt het best als ik blijf liggen, nog even uitslapen. Als ik wakker word, sjokken we op motor ergens halfweg tussen Nieuwpoort en Duinkerke. Niets zeilen. De wind houdt haar hand op als een strenge politieagent waar je niet voorbij komt. Zo lang we stroom mee hebben lukt het nog, maar na een tijd gaan we meer op en neer dan vooruit. De zee steigert steil. Veel ruimte om op te kruisen is hier niet, dus wordt het op weinig comfortabele wijze diesel verstoken. En dat als begin van een meerdaagse tocht, Falmouth in één keer bij voorbeeld? Voor morgen is er wind uit het noorden en later uit het oosten voorspeld… Net als we Duinkerke voorbij zijn, vraag ik me af waar we mee bezig zijn.

We laten de westenwind wijselijk voor wat ze is en keren terug. Naar de haven van Duinkerke.

Nog voor de middag liggen we afgemeerd aan het  ponton. Het is een warme, zomerse dag, met prachtige wind, alleen helemaal uit de verkeerde richting. Ik negeer het knarsetanden van mijn schipper als we fietsend als toeristen op pad gaan…

Een ijsje  aan het strand van Malo-les-Bains en het mediacircus van de ‘Tour de France à la voile’ troosten maar een beetje.

Maar in de viswinkel halen we inktvisringen en ’s avonds maak ik die klaar met look, tomaten, een rode paprika en saffraan. Een glaasje rosé er bij en daar is het vakantiegevoel. Morgen gaan we zeilen!