Nog twee verhalen te vertellen. Jersey.

We zijn al langer terug dan we weg geweest zijn. Drie weken vakantie in juni, wat ging dat snel. En omdat we toch behoorlijk veel wilden zien, was er tijd te kort voor fatsoenlijk bloggen. Met enige vertraging kwamen de eerste stukjes, en dan bleef het bij snelle notities, niet meer dan klad.. En nu besef ik dat ik nóg twee verhalen te vertellen heb.

Jersey…

Met 117 km2 en ruim 87.000 inwoners het grootste van de Kanaaleilanden. De meesten met wie we het hadden over onze reisplannen hadden op voorhand een waarschuwing klaar. ‘Jersey zul je waarschijnlijk niet zo mooi vinden als Guernsey.’ En mijn reisgids, die schrijft dat hoofdstad St.Helier een ‘niet bepaald uitnodigende uitstraling’ heeft… De woorden ‘waarschijnlijk’ en ‘niet bepaald’ zijn genoeg om tóch maar Jersey aan te lopen. Zo lang je het niet zelf gezien, geproefd of gevoeld hebt, weet je het simpelweg niet.

Onlangs leerden we Johan en Tru kennen die afgelopen zomer met hun snedige Rival Bowman, genaamd Ossian, zeven weken naar Noorwegen zeilden. Bij het uitwisselen van de reisverhalen was het bijzonder grappig hoe zij haar quotering voor dit zeilgebied illustreerde. ‘De eerste dagen gaf ik Noorwegen 15 op een schaal van 5′, zei ze vol overtuiging. ’15 op 5, jaaaa.’ Tot het begon te regenen. En regenen. En het niet ophield met regenen. Bij elke bui en elke graad Celsius zakte de euforie. ‘Maar’, zo verzekerde ze, ‘uiteindelijk bleef er wel nog 8 op 5 over!’ Lees deze blogpost om het te vatten…

Wat bepaalt hoe we een bestemming beoordelen? Onze perceptie, vaak niet meer dan het resultaat van een momentopname… De prachtigste baai kan triest worden onder kleurloze motregen, een saai eiland paradijselijk onder gouden strijklicht. Er zijn de kleine gebeurtenissen, de ontmoetingen, onze stemming. Al dan niet gelukte aanlegmanoeuvres. Het weer, de wind. We rijgen al deze toevallige toevalligheden aaneen tot hoogst individuele impressies… En dan vergeet ik de verwachtingen nog…

Terug naar Jersey dus. Ik verwacht weinig. Mijns inziens altijd de beste strategie. Bij het vertrek uit Lézardrieux kondigt zich met een glanzende zonsopgang een welgekomen zomerprik aan.

Na een bijzonder zonnige zeildag lopen we St. Helier aan. Waar we een ligplaats aan de kade verkiezen boven de drukke binnenhaven.

Onder een blauwe lucht slaan we de volgende ochtend vanuit St. Helier ‘linksaf’ -tip van zeilvriend Alain- met onze fietsjes, richting St. Aubin. Gewapend met een kaartje met een fietsroute. Waar we al even snel van afwijken. Want in mijn reisgids had ik gelezen over een ‘Ancient Fisherman’s Chapel’ uit de elfde eeuw en dat is voor mij voldoende voor een ommetje…. En laat daar in de buurt nog eens een vuurtoren zijn…

De volgende dag wil Las graag naar een heus kasteel, ridders, jongens en stoer weet je wel, waar je ‘rechtsaf’ voor moet vanuit St. Helier. Omdat we onderweg daarheen per ongeluk van de fietsroute af sukkelen ontdekken we een 19de eeuws zwembad… Van het type ‘beetje vervallen-kind of blue-zo heb ik het graag’…

Graag deel ik deze vijf toevallige toevalligheden waardoor Jersey voor ons heel erg meegevallen is en ik het graag aanprijs als vakantiebestemming… Geheel subjectief en totaal vrijblijvend dus…

St. Aubin

The Ancient Fisherman’s Chapel

Corbière Lighthouse

Mont Orgeuil Castle

Havre des Pas swimming pool

En dan vergeet ik nog de romantische Leafy Lanes, holle wegels waar struiken en bomen hun takken verstrengelen tot een afdak. En de gastvrije restaurantjes met krab en oesters op het menu… En tal van bezienswaardigheden die in mijn reisgidsje staan en waar we geen tijd voor hebben gehad…

Maar misschien, misschien moet je gewoon zelf gaan kijken, proeven en voelen…

Niets is wat het is… in de perceptie van een ander. Jersey.

Een kip op een boot en een spinnenweb met een verrassing…

19 juni 2019 – Bretoens toeristendagje één

Dat de Monique van Guirec en Monique een kip is, komt als een verrassing. Een kleine rosse kip. Op een boot dan nog wel… En Monique, geloof het of niet, die zeilde niet alleen naar de Noordpool maar ook naar de Zuidpool. Rondslenterend in een Bretoens stadje lopen we tegen het onwaarschijnlijke verhaal van Guirec et Monique aan…

Fris en monter na een heerlijk rustige nacht op de rivier Trieux stappen we zes kilometer te voet naar Paimpol. Het weer is een beetje ongezellig grijs, maar warmer dan verwacht, het stadje rustig, op wat gepensioneerde toeristen na. Kuierend rond de haven met laag water begrijpen we waarom zeilvriend Alain ons de tip gaf om naar Lézardrieux te varen en niet naar Paimpol. De rivier Trieux heeft altijd voldoende diepgang, maar voor de aanloop van de haven van Paimpol beslist het getij. Rond de middag is het water zo laag dat van de havengeul niet meer overblijft dan een ondiep beekje in een dik modderbed…

Met plezier zien we hier alle clichés van Bretagne voorbij komen. Blauwwit gestreepte marinières, baksteenrode broeken, restaurantjes met roodwit geblokte tafelnappen, drooggevallen bootjes, wachtend op de vloed. En dan het éten. Oesters, oesters en oesters. En vis, boekweitpannenkoeken, cider, Kouing Amman, het boterigste gebak ooit gegeten….

In de maritieme winkel Le Dauphin Nautic -wat is dit, de grot van Ali baba?- zien we kip Monique van het stalen jacht op de kade terug, ditmaal op de kaft van verschillende boeken. Bladerend ontdekken we de Bretoen Guirec Soudée en zijn scheepsmaatje Monique.. Ik koop één van de boeken en ’s avonds lezen we hoe de piepjonge zeiler vele mijlen vaarde vergezeld van een kleine rosse kip. Het valt me op dat deze leuke jongen niet alleen zin heeft voor avontuur maar minstens zo veel voor marketing. Hij speelt het spel van social media en merchandising bijzonder professioneel. Maakt het er zijn avontuur minder avontuurlijk om? Ik vind van niet.

20 juni 2019 – Bretoens toeristendagje twee

Dat er ons vanuit het spinnenweb plots gezichtjes aankijken komt als een verrassing. Wat we, kijkend van buiten naar binnen, niet opgemerkt hadden, laat zich in het tegenlicht en met het blauw van de lucht als achtergrond met vertedering ontdekken.

We hebben de bus gemist. De enige bus die vandaag van Lézardrieux naar Tréguier gaat. Hadden we een zee van tijd, dan zouden we onze uitstap een dag hebben uitgesteld, nu zitten we in een taxi. De praatgrage taxichauffeur vertelt ons dat ze hoofdzakelijk mensen van en naar ziekenhuizen en dokters brengt. De verouderde Bretoense bevolking, die vaak afgelegen woont, bezorgt haar meer werk dan de toeristen. Als ze ons in het centrum van Tréguier afzet, leggen we meteen de terugrit vast, afgestemd op haar medisch rittenschema.

Tréguier, dat is Dé Kathedraal. In al haar grootsheid domineert ze het stadje. Is ze opgericht ter ere van St. Tugdual, het is vooral voor St. Yves dat mensen hier kaarsjes komen branden. Deze heilige uit de veertiende eeuw is patroonheilige van Bretagne, maar ook van de juristen. Gerechtigheid voor iedereen, precies omdat Yves daarvoor ijverde werd hij St. Yves.

Net zoals gisteren zijn we in bijzonder toeristische kuiermodus en onder een stralende zon slenteren we van de kathedraal naar het er aan palende klooster. Bij het betalen van het toegangskaartje krijgen we een blaadje toegestopt met info over een tentoonstelling. Ik stop het achteloos weg. Van buitenaf valt het spinnenweb wel op. Maar als we iets later in de kloostergang lopen en van binnen naar buiten door het spinnenweb kijken, zijn daar ineens die gezichtjes. Tekst ook. Ragfijn aan elkaar gesponnen, met hier en daar een accent van iets wits, was misschien? Iets verderop kleine vliegjes in een web, of zijn het vlindertjes… Kleine juweeltjes. De subtiele manier van verrassen in deze stille kloostergangen, het heeft iets vertederends, ontroerends.

Vertederend ook de avondluchten op de rivier Trieux. Onze tijd krimpt, we moeten kiezen. Er ligt nog veel Bretagne te wachten, maar morgen varen we naar Jersey…

O ja, nog dit. In ons net verworven boek met de avonturen van Guirec en Monique zitten zes superleuke postkaarten. Wie wil krijgt er eentje. Stuur een mailtje met je adres naar adelheidgreven@hotmail.com en ik stuur jou een kaart. Voor de zes snelste dus… Wie supersnel is kan ook nog kiezen. Trefwoorden zijn ‘kip’ (wat had je gedacht?), ‘pinguïn’, ‘zonsondergang’, ‘slee’, ‘ijs’ en ‘meer ijs’…