Vuurtorenberichten en lijstjes

Halfweg januari 2022…

Jaarwissels, ze lijken steeds sneller te komen. Zij die het kunnen weten zeggen dat dat gewoonweg ouder worden is… Maar hoe dan ook, bij jaarwissels horen jaaroverzichten. Opsommingen van nieuwsfeiten, persfoto’s… Maar ook lijstjes met beste films, muziekalbums of boeken horen er bij als een vuurtoren bij een te ronden kaap.

En kijk eens aan, staat daar nu geen boek over vuurtorens in een lijstje van ’10 beste boeken van 2021′! De samensteller van het lijstje is dezelfde recensent die eerder dat jaar in hetzelfde blad het boek vijf sterren gaf… Die recensie had me tot de aanschaf ervan verleid. Perfecte lectuur voor een zeilvakantie zou het worden. ‘Vuurtorenberichten’ van Jazmina Barrera. Een prachtig logboek vol diepzinnige gedachten. Zes hoofdstukken, zes vuurtorens…

De Mexicaanse schrijfster van 33 zou zich ‘in de marge van de literatuur bevinden, waar de interessantste dingen gebeuren’, staat er ook te lezen in een recensie op de literaire weblog Tzum. ‘Onderhoudend, erudiet en spitsvondig’. En ‘Caleidoscopisch’. Volgens een boekrecensie van Trouw.

Maar al deze loftuigingen ten spijt wil het niet echt klikken tussen mij en deze essaybundel. Het boek leest niet helemaal lekker naar mijn gevoel. Zou de vertaling uit het Spaans er voor iets tussen zitten vraag ik me af.. En dan valt mijn oog op iets vreemds. Ieder hoofdstuk begint met een korte beschrijving van een vuurtoren, mét vermelding van de geografische coördinaten. Vier vuurtorens bevinden zich in de States, eentje in Frankrijk en eentje in Spanje. Maar zonder uitzondering bevinden ze zich allemaal ten westen van de nulmeridiaan. Maar bij de lengtegraden staat geen W maar een O. Waarom staat daar nu een O? Maar dan snap ik het. Westerlengte in het Spaans is longitud Oeste. Oeste is West. Dat woord begint met een O. De geografische notering is simpelweg niet vertaald… Spijtig.

Voor Jazmina Barrera zijn vuurtorens even aanlokkelijk als de gezangen van sirenen. Gelukkig leidde ze geen schipbreuk toen ze haar obsessies neerpende in dit prachtige logboek.

Ik bekijk nog eens de recensie, al was het maar om te begrijpen waarom ik niet zo goed begrijp waar de schrijfster naar toe wil in haar essays. En dan valt me een joekel van een spelfout op in de inleiding. Schipbreuk leid je dus niet, maar lijd je… Ik besluit dat literaire recensies niet altijd evangelie zijn en dat je maar beter gewoon een boek leest en er het jouwe van denkt…

Vuurtorens, veel mensen hebben er een fascinatie voor. Ze wijzen de weg, laten zien waar het gevaar is. Het oude jaar ligt achter ons, het nieuwe jaar voor ons, we weten nog niet waar we heen gaan. Naar het voorbeeld van Jazmina en omdat het bij een jaarwissel hoort, maak ik hier dan ook graag mijn klein lijstje. Met zes vuurtorens, waarom niet… Lukraak gekozen. Of misschien toch niet…

Beachy Head – vanuit zee of vanop de klippen

Latitude: 50° 44′ 14 N
Longitude: 0° 14′ 51 E

Aan de voet van spierwitte klippen staat de vrolijke rood wit gestreepte toren van Beachy Head. We zeilden er al vaker langs maar één keer gingen we haar ook van bovenaf bewonderen. Het zou een mooi voornemen voor 2022 kunnen zijn, dingen vanuit meer dan één hoek bekijken..

Skroo lighthouse, Fair Isle – ver weg

Latitude: 59° 33′ 13 N
Longitude: 1° 36′ 58 W

Deze heb ik gekozen omdat dit voor ons (tot hiertoe) de meest afgelegen plek moet geweest zijn waar we naar toe zeilden. Wat toen een absoluut gevoel van euforie gaf. Deze vuurtoren werd gebouwd door David Alan Stevenson, een beroemde vuurtorenbouwer. Zoals al zijn vuurtorens is ze wit, vanille-geel en zwart gekleurd. Net als de Jan-van-Genten die je daar ook veel ziet. Of dit toevallig zo is of niet, daar heb ik geen idee van. En ik hoef het ook niet te weten… Op meer van zulke kleurrijke bijzonderheden in 2022!

Phare des Baleines, Ile de Ré – vriendschap

Latitude: 46° 14′ 39 N
Longitude: 1° 33′ 40 E

In Frankrijk alleen al staan er meer dan 100 vuurtorens. Aan deze vaarden we niet met onze eigen boot voorbij maar kwamen er toen we meezeilden met een vriend in deze regio. Het is er dus eentje voor alle vriendschappen in 2022!

Vesborg op Samsø – verrassing

Latitude: 55° 46′ 10 N
Longitude: 10° 33′ 05 E

Toen we afgelopen zomer naar deze vuurtoren fietsten, was het prachtig weer. Het zonlicht speelde verrassend door de kleine raampjes en zwaluwen vlogen af en aan uit de talloze nestjes die ze hoog onder een rand hadden gebouwd. Op meer zulke verrassingen in 2022!

Noorwegen – Lindesnes – zuid en nu noord

Latitude: 57° 58′ 57 N
Longitude: 7° 02′ 51 E

Onze eerste reis met onze Breehorn bracht ons niet waar we gedacht hadden. Maar wel voorbij Lindesnes. Die ligt op het uiterste zuidpuntje van Noorwegen. Plan voor deze zomer is om helemaal tot aan de andere kant te komen, de noordkant…

Oostende – Lange Nelle – herinneringen

Latitude: 51° 14′ 11 N
Longitude: 2° 55′ 50 E

Graag sluit ik af met Lange Nelle. Dat is de wit blauwe ranke vuurtoren van Oostende. Toen ik een kind was zongen mijn ouders daar een grappig liedje over. Als we dit jaar voor enkele maanden gaan vertrekken, nemen we graag een pak fijne herinneringen mee..

Leve de torre van Ostende! Leve de torre van Osténde! Je kad hém zien ol woar je blénde! Kloarder of de moane, of e klétsekop in brande! ’t En is gin ain latêrn die ‘d an uuze torre kant! Hoane moane, suukerdekroane, piempaljoene lêze, oender de zai potsje kadai, daansn de piepernélletsjes!

Van herfst tot Kerst…

31 december 2020

Aan het eind van het jaar kijk ik graag achterom. Ik kijk hoe dan ook graag achterom. Dwalen door foto’s, herinneringen ophalen, blogposts schrijven, het gaat altijd over dingen die voorbij zijn. Mijn schipper, eerder nuchter dan nostalgisch van aard, vindt achterom kijken maar niets. Hij leeft in het nu en kijkt vooruit.

Pat Panick blijft in het water deze winter. Dat besluit kwam er toen Covid-19 onze boot van november 2019 tot juni 2020 gegijzeld hield op de Breehorn werf in Friesland en we het de hele lente zonder boot moesten stellen. Vervolgens hadden we zoals zovelen niet de zomer die we gedroomd hadden. In plaats van twee maand naar de westkust van Schotland, werden het drie weken Normandië en een hapje Bretagne. Intussen zijn we, nog steeds met de hete adem van het akelige virus in onze nek, via de herfst in de winter én in 2021 gerold…

In de week voor Kerstmis wordt in Vlaanderen elk jaar de Warmste Week georganiseerd. Dit jaar geen geldinzameling voor een goed doel maar een bedank-week. In de slotuitzending op Kerstavond komt Martine Tanghe aan het woord, moeder aller nieuwsankers en net met pensioen na een carrière van 42 jaar. Met haar warme stem vertelt ze hoezeer ze onder de indruk was van de talloze dankbetuigingen bij haar recente afscheid van het tv-scherm.

Dankbaarheid, wat is dat mooi.

En nu, zo aan het eind van het jaar besef ik dat er twee manieren zijn om achterom te kijken. Je kan jezelf beklagen om wat je niét hebt kunnen doen, of je kan achteromkijken en dankbaar zijn om wat je wél hebt kunnen doen. En als ik terugblik op afgelopen herfst, door de tweede corona-golf ook een seizoen met opnieuw veel beperkingen, zie ik veel waar ik, ondanks alles, dankbaar om ben…

September 2020

Dankbaar voor dat zonnige zeilweekend naar Cadzand, met de fietsjes langs het Zwin naar Knokke en terug, en haiku’s onderweg.

Dankbaar ook voor die mooie oversteek naar Dover, de laatste keer naar de UK, vooraleer Brexit een feit is…

Oktober 2020

Dankbaar voor wondermooie herfstluchten. Met dat licht dat onze grijze Noordzee onverwachts die unieke groene kleur geeft. Dankbaar ook om net vóór een fikse regenbui afgemeerd te liggen in Zeebrugge. En de volgende dag met stralend weer terug te kunnen zeilen.

Dankbaar ook voor nog een zeiltochtje naar Blankenberge, dat er eind oktober verlaten bij ligt. Wanneer we er impulsief take-away willen bestellen bij de Oesterput schrik ik van de norse stem aan de andere kant van de lijn. Of we niet weten dat we een dag op voorhand hadden moeten bestellen? Maar o zo dankbaar als dezelfde stem, iets minder nors nu, verder gaat met: “Vooruit dan, kom maar halen, 18:00!”

November 2020

De bekleding van ons stuurwiel is aan vernieuwing toe. Spannend om een doe-het-zelf-setje te bestellen bij stuurwielleer.nl met enkel buis- en stuurwieldiameter en gewenste kleur als gegevens… Enkele dagen later komt het pakketje toe: een lap soepel leer met voorgeprikte gaatjes, tape, een naald en gewaxt garen. Ik ga aan de slag, maak kruisjessteken met twee garens, opletten bij het rijgen, steeds dezelfde steek onder en boven. Zuidwest, noordoost, noordwest, zuidoost en opnieuw. Wat ben ik dankbaar als 360° later het leder blijkt te passen als een handschoen…

December 2020

Het jaar loopt ten einde, en Covid-19 of niet, we maken het gezellig met kaarsjes, lichtjes en een kerstboom, ook aan boord. Om de wintertijd comfortabel door te komen droomt mijn schipper al langer van een tent voor over de kuip. Niemand kan dit mooier maken dan Toussein uit Brugge. Zij begrijpen niet alleen precies wat we willen, ze maken het bovendien mooier dan we hadden durven dromen. We doen het ons schip cadeau en maken er meteen dankbaar gebruik van, zowel met Kerst als met de jaarwissel.

Aan iedereen de allerbeste wensen voor 2021!

Laat er ons een jaar van dankbaarheid van maken…

Na zeven maand wachten op de boot, kunnen we ook wel zes uur wachten op het getij…

Maandag 6 juli 2020

Aan Cap Gris Nez kun je maar beter de stroom mee hebben. Nergens stroomt water zo hard als rond een kaap. Plannen om daar op het juiste moment te zijn is dus aangewezen, maar lang niet altijd zo eenvoudig. Maar laat me beginnen bij het begin.

Vorig jaar in het tweede weekend van november zeilden we onze boot naar de Breehorn werf in Woudsend, Friesland. Een lijst aanpassingen staan er op het programma. Een vuilwatertank, zonnepanelen op de vaste buiskap, een windgenerator, automatische windsturing, davits, herstelling windmeter, nieuw kompas en nog wat dingen… Halfweg de winter, ergens in februari, combineren we de winterontmoeting van de Breehornzeilers met een bezoek aan de werf. Niets laat op dat moment vermoeden dat we niet zoals gepland met het Paasweekend terug zullen zeilen naar onze thuishaven in Nieuwpoort, maar pas zeven maand later… Het Covid-19 virus beheerst het hele voorjaar. Eerst mag er helemaal niet gevaren worden, daarna mag het weer wél, maar blijven de grenzen nog gesloten. En blijft onze boot als het ware in Nederland gegijzeld. Pas in het derde weekend van juni kunnen we eindelijk terugkeren.

In november was de tocht van Nieuwpoort naar Friesland, zowat 180 mijl, een stevige maar mooie afsluiter van het zeilseizoen geweest. Met vriend Geert Verdonck als extra bemanningslid was het best haalbaar, ondanks de korte dagen en het frisse herfstweer. We hadden de zee nog in de benen, we sloten het zeilseizoen waardig af.

Zeven maand later is de terugkeer naar onze thuishaven onze eerste zeiltocht van 2020. De lente ligt al achter ons, dit weekend begint de zomer. Nog absoluut geen zee in de benen, maar met Tobias Verdonck, zoon ván, als extra bemanningslid is het best te doen. Wat een paar extra zeilhanden toch kunnen doen, mits ervaren zoals deze van de familie Verdonck. We vliegen het nieuwe zeilseizoen in met een tocht van ruim 36 uur.

Heel erg blij als we Nieuwpoort terug kunnen binnenlopen.

Voor 2020 hadden we een zeilvakantie van twee maand naar de westkust van Schotland gepland. Maar zoals zovelen moeten we dit bijstellen. Schotland houdt zijn grenzen nog dicht voor buitenlandse zeilers. We schuiven het plan door naar volgend jaar en houden het dit jaar bij drie weken vakantie, naar Frankrijk.

Maar ook dat blijkt niet zonder hindernissen. De wind zit tegen. En niet zo’n beetje.

Hopend op het sprankeltje noorderwind dat voorspeld was, vertrekken we toch maar.

Het eerste rak dat we zeilen brengt ons dichter naar Oostende dan naar Duinkerke, we kibbelen over de zeilvoering, winchen ons te pletter, kortom, een weinig bemoedigend begin. Moeizaam kruisen we ons eigenste stukje kust voorbij, trekken zigzaglijnen die ons maar langzaam vooruit helpen.

Zo langzaam dat het er al gauw naar uit ziet dat we de meegaande stroom aan Cap Gris Nez niet gaan halen. En dan is het opties overlopen. Ofwel gaan we door, wetende dat het een lange oncomfortabele nacht gaat worden, ofwel lopen we Duinkerke binnen, of Calais. We gaan met z’n tweeën unaniem voor de laatste optie.

Het is donker als we Calais binnenlopen, een inkomende ferry achterna, om vervolgens de rode lichten naar de arrière port te negeren, dit alles op vriendelijke instructie van Calais Port.

Nadat we een boei hebben opgepikt en alles vast en opgeborgen ligt, klinken we bij een gedeeld biertje op het begin van onze vakantie en gaan onder zeil.

Als we zeven maand hebben moeten wachten op onze boot kunnen we ook wel zes uur wachten op het getij. Graag zelfs!

Quarantaine in plaats van zeilseizoen

De Goede Week. Nog één keer slapen en het is Pasen.

Het corona-virus haalt onze levens overhoop. Wat begint met gemengde gevoelens die balanceren tussen ongeloof -is het allemaal niet wat overdreven- en lichte paniek -is die droge kuch wel normaal-, strandt bij nuchter besef -dit is serieus-. Winkels en restaurants sluiten, scholen gaan dicht, ik verhuis mijn kantoor naar huis. De tandartspraktijk van mijn lief gaat in lockdown op wat telefonisch advies na.

Ik heb het best druk in mijn home-office wat er voor zorgt dat hij het grootste deel van de dag, behalve zonder werk, ook zonder mij zit. En… zonder boot. Zo vangt eind maart deze vreemde quarantaine aan. In plaats van een zeilseizoen. Niemand kan de duur ervan voorspellen, noch de impact ervan op het leven erna. We beginnen te rekenen en tellen. Mocht het opgelost zijn tegen dan en dan, dan kunnen we dan en dan nog om de boot. En kunnen we dan en dan nog met vakantie.

Maar naarmate de dagen en weken vorderen versomberen de nieuwsberichten en we stoppen met het maken van veronderstellingen over de haalbaarheid van welke zeilvakantie ook. We houden op met het ophalen van herinneringen aan het paasweekend van vorig jaar, en dat van het jaar daarvoor, en dat daarvoor…

IMG_9795

En gaan op zoek gaan naar een nieuw evenwicht.

Mijn schipper maakt slaatjes, soep en cake, stopt was in de machine, stofzuigt en brengt me koffie terwijl ik werk, ik laat me de luxe van mijn kersverse huisman welgevallen. Maar het gemis van de boot knaagt, troost wordt steeds vaker in de koekjesdoos gezocht, quarantaine-kilo’s liggen op de loer. En we beginnen te wandelen. Dagelijks.

We wonen op wandelafstand van het strand en stappen elke dag naar zee. Laag tij, hoog water, westenwind, oostenwind, veel wind, geen wind. We zoeken troost in wolken, kleuren, schelpen, bloesems in de duinen. De lente ontploft, het is ineens zomer in april, maar nog nooit lag het strand van Oostduinkerke er zo verlaten bij.

Morgen is het Pasen. Dan vieren we herrijzenis. En hoop…

Aan iedereen een liefdevol Paasfeest!

(Graag deel ik mijn impressies van onze ‘effe-uit-ons-kot’-wandelingen met een stuk onsterfelijke muziek: J. S. Bach – Matthäus Passion – BWV 244 – Collegium Vocale Gent & Philippe Herreweghe – No. 1. Chorus I & II “Kommt, Ihr Töchter, Helft Mir Klagen”)

 

Een brevet halen dat je niet nodig hebt…

Verspreid in het ouderwetse lokaal staan tien, twaalf kleine vierkante tafeltjes, op elk tafeltje een pc. Ik neem plaats. Vóór me, op het scherm, licht een vakje op. Met een mengeling van zenuwachtigheid en strijdlust die me aan examentijden van járen geleden doet denken, tik ik het nummer in dat op het formulier staat. De eerste vragen verschijnen op het scherm…

Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk wel dat ik het kan…

Hubris noemden de oude Grieken het. Overmoed. Blindelings in je ongeluk lopen omdat je denkt het beter te weten. Uit de mond van Pippi Langkous klinkt het grappig, op zee is het stom. Je moet een beetje weten waar je mee bezig bent. Maar in België mag je, als je niet voor je beroep vaart, je boot minder dan 15m lang is en minder snel dan 20km/h, de Noordzee op zonder diploma of brevet. Je boot moet geregistreerd zijn en over verplichte uitrusting beschikken en ook voor het gebruik van marifoon of radar zijn certificaten verplicht. Maar voor de bestuurder is in België geen enkel bekwaamheidsbrevet vereist. ‘Als u dat wenst, kunt u echter een examen afleggen om een brevet te verkrijgen’, zo meldt onze Federale Overheidsdienst Mobiliteit. Als u dat wenst.

Je kan vier brevetten halen in België. Er zijn het Beperkt stuurbrevet en het Algemeen Stuurbrevet. Van zodra je die behaald hebt, kan je zonder bijkomend examen een ICC (International Certificate for operators of pleasure Craft) aanvragen, een internationaal vaarbewijs dat in de meeste Europese landen wordt erkend. En dan zijn er nog de brevetten van Yachtman en Yachtnavigator. Een ICC heb ik, Yachtman nog niet. Strikt genomen heb ik het ook niet nodig… Maar een mens moet wat in de winter.

En er is nog iets. Nog nooit hadden we toegang tot zo veel informatie als nu. Over om het even welk onderwerp zijn er boeken, tijdschriften, websites, apps, forums, youtube filmpjes, blogs… Vaak lezen we ons snel en diagonaal een weg door die overvloed aan informatie, zappen en swipen van de hak op de tak en hebben het gevoel veel te weten over heel veel dingen. En wanen ons slim.

‘Ik heb het ergens gelezen, dus ik denk wel dat ik het weet’zou een digitale Pippi Langkous zeggen.

Maar als er een examen volgt wordt het anders. Dan is even doorlezen niet meer voldoende, je moet het ook onthouden… Navigatie, meteo, reglementen, lichten en dagmerken, bebakening, stroming, getijden, EHBO. Over het nut van dit alles instuderen zijn de meningen vast en zeker verdeeld. Maar ik vind het wel een uitdaging en de druk van een examen net motiverend.

Ik schrijf me in bij de Vlaamse Vaarschool die me in zeven avonden door de leerstof loodst. Een deel is theorie, een deel zijn praktische oefeningen op papieren kaarten.

Peiling met verzeiling is daarbij de oefening der oefeningen, de ogen van onze lesgever gaan er van blinken. Alles van ouderwets navigeren op papier komt hier samen. Nuttig of niet, daar kun je over discussiëren. Want de hoogtechnologische toestellen aan boord doen het sneller en preciezer, en hoe simpel is het niet om een digitaal lijntje te trekken op plotter, tablet of laptop, af te lezen hoeveel mijl het is, hoeveel graden je moet varen en wanneer je er zal zijn… Maar weet je, het is echt wel leuk om de Bretoense lat er eens bij te nemen, die op een papieren kaart te leggen, mijlen af te passen met de puntpasser, of peilingen te nemen met een handpeilkompas. En wát als je elektronica het ooit zou laten afweten?

In de examenklas van de scheepvaartpolitie in Oostende klik ik op het bolletje naast het naar mijn mening correcte antwoord op vraag 35, de laatste vraag, en sluit af. De pc gaat uit, en ik ben vooral blij dat ik die groene genadeloze tijdbalk bovenaan in het scherm niet meer hoef te zien, we zijn anderhalf uur verder. Van een aantal dingen was ik zeker, bij andere twijfelde ik, en een paar keer heb ik gegokt, nu snel naar het lokaal naast de examenklas voor het resultaat. En kijk, de dame aan het loket feliciteert me, geslaagd! Lachend high-five ik met haar, ik kan wel een dansje doen, op een wolk zweef ik naar huis.

Nee, het brevet had ik niet nodig. En of je met het behalen van de vereiste 60% voor dat examen echt hebt laten zien wat je kunt, daar valt ook wat over te zeggen. En of de 35 vragen die daar gesteld worden nu dé relevante vragen zijn om te peilen naar je kennis is ook nog maar de vraag. Wat voor mij telt is dat ik afgelopen winter heb bijgeleerd. Want varen, dat blijft leren…

Poë-zee, een kerstcadeau

23 december 2019

De kortste dag van het jaar hebben we gehad, halfweg de Donkere Zes Weken zijn we, om de hoek loert het nieuwe jaar. Terwijl we geduldig wachten op warmte en licht, drinken we thee met gember en steken kaarsen aan. Nog twee keer slapen en het is Kerst…

Pat Panick is uit het water en staat binnen bij de Breehorn werf in het verre Friesland. We missen haar, maar zij en de zee zijn in onze gedachten, elke dag. Tijdens deze korte donkere decemberdagen zou ik me soms willen oprollen en dichtvouwen, als in een winterslaap. Tijd nemen om te mijmeren. En in deze winterse boot- en zee-loze dagen verbaas ik mij er over hoe snel het land-leven voorbij schiet. En hoe we in dat land-leven zo strak en recht voor ons uitkijken, naar onze schermpjes met hun blauwig licht, naar etalages vol dingen die we niet nodig hebben, naar de auto vóór ons in het razende verkeer, het rek in de supermarkt.

Hoe anders wordt het als je aan boord van een zeilboot stapt en het zeegat kiest. Vertragen ga je. Onthaasten. En als vanzelf gaat dan je blik omhoog. Naar de wolken, het weer. Die blauwen en grijzen, die luchten die soms lijkt te smelten in de horizon. Een bruisende boeggolf waar het licht brutaal mee flirt. Er zijn de zon en de maan, regenbuien, opklaringen, pure poë-zee.

Hoe minder er is hoe meer je ogen te kort komt. Een regenboog, een dolfijn, de reflectie van het licht! Je wil snel, snel, een foto maken, maar de dolfijn en het zonlicht zijn je te snel af. Als je weken later -in strenge land-modus- die foute foto’s wil wissen, maar er dan toch nog eens met trage zee-ogen naar kijkt, krijgen die mislukkingen plots iets heel poëtisch. Heb je al gemerkt hoe anders alles wordt als je er met een andere blik naar kijkt?

En kom je op je zeiltocht in een haven, dan ga je te voet op pad. Traag, stap voor stap. En als vanzelf gaat dan je blik naar beneden. Vóór je, de voetstappen van je lief in het zand. Tegels gemaakt uit keitjes. Elke bewoner van een dorp maakte er één, samen vormen ze een pad. Zeewier dat je purper-paars verrast. Een veertje dat wel een vlinder lijkt. Stenen met een boodschap, neergelegd voor de aandachtige wandelaar op het eiland. ‘Verstop mij opnieuw’, vraagt een steen. ‘Lach! Wees gelukkig’. Pure poë-zee.

Onderweg zie je de vele gezichten van de zee. Soms is ze welwillend, lief en romantisch. Zoals bij dat kleine kapelletje dat idyllisch uitkijkt over de baai. Op het pad voor het kerkje getuigen hartjes en bloemen van liefde en trouw. Maar soms is de zee meedogenloos, hard en koud. Zoals bij dat visserskerkje dat verbeten uitkijkt over de baai. Waarvan niet iedereen is teruggekeerd. Hun geliefden moeten het met herinneringen doen… Avondlicht spiegelt de wereld op zijn kop. Poë-zee is overal.

Geduldig wentel ik me in de winterdagen. Nog twee keer slapen en het is Kerst. Ik wens iedereen trage zee-ogen om naar de snelle wereld te kijken. Om omhoog te kijken, en omlaag. Om achterom te kijken en vooruit. Om poë-zee te ontdekken waar je het niet verwacht…

Winter

Winter. Je ziet weer de bomen
door het bos, en dit licht
is geen licht maar inzicht:
er is niets nieuws
zonder de zon.

En toch is ook de nacht niet
uitzichtloos, zo lang er sneeuw ligt
is het nooit volledig duister, nee,
er is de klaarte van een soort geloof
dat het nooit helemaal donker wordt.
Zo lang er sneeuw is, is er hoop.

Herman de Coninck

Bijna vijf knopen en een uur extra…

Bijna vijf knopen en een uur extra. Dat krijg je cadeau als je van Cherbourg naar Alderney vaart, Cap de la Hague voorbij. Na amper drie uur varen mag je de Franse beleefdheidsvlag inwisselen voor de Engelse, je klok een uur terugdraaien en boat zeggen in plaats van bateau. En vergeet de knisperende croissants au beurre, hier eten ze scones with clotted cream.

Maar even terug naar het begin. We zijn met vakantie, voor drie weken.  Dit jaar hebben we ons ‘groot verlof’ voor het eerst in juni geprogrammeerd. De Kanaaleilanden staan op ons verlanglijstje en we willen er de zomerdrukte van juli, augustus vermijden. We vinden dit slim, het zijn toch ook de langste dagen van het jaar, niet? Begin dit jaar werd bovendien door voorspellers een zomer aangekondigd zoals die van vorig jaar, lang en warm… Maar tot op vandaag lijkt dat eerder een kwakkel en begint onze vakantie van juni met een herfstige dag in thuishaven Nieuwpoort… Stormweer houdt ons aan het ponton.

Op Pinksteren, zondag 9 juni, heel vroeg, vertrekken we dan toch, bestemming Cherbourg. (dank aan de vroege wandelaarster/fotografe Bernine Deramoudt voor de mooie foto van ons vertrek!)

Bijster mooi weer is het niet en bovendien lijkt de wind na de voorbije storm wel opgesoupeerd. We wisselen motorzeilen met zeilen af om het tempo er in te houden. 32 uur en 196 mijl later meren we af in de Port Chantereyne.

Cherbourg. Zoals in ‘Les parapluies de Cherbourg’… Mijn moeder dweepte destijds –en nóg- met die film uit 1964. En nog steeds, wanneer ook maar ergens de herkenbare muziek uit de film te horen is, droomt ze een beetje weg, zuchtend wat een mooie film dat toch was. Het muziekje ken ik wel, de film heb ik helaas nog nooit gezien. Maar wat ik niet wist, dat is dat er echt wel paraplu’s gemaakt worden in Cherbourg. En niet zomaar om het even welke, gewoonweg ‘de beste paraplu’s van de wereld’.

We nemen een kijkje in de statige paraplufabriek en luisteren naar het verkoopspraatje van de modieuze jongen in de winkel. Maar hoe stijlvol en degelijk ze ook zijn, er hangt een iets té stevig prijskaartje aan deze paraplu’s en… het regent niet…

Met onze fietsjes verkennen we de omgeving. Wist je dat Cherbourg de op één na grootste kunstmatige dijk van de wereld heeft? Die is zo groot en het water er achter zo ruim, dat er ’s avonds een zeilwedstrijd binnen de dijkmuur wordt gehouden. We fietsen die hele dijk af naar het oosten en lunchen met stokbrood, jambon persillé en een fles rode wijn in het gezelschap van een één-potige meeuw. Vervolgens fietsen we naar het westen tot het andere eind van de enorme ‘rade’. In de stad passeren we tal van bezienswaardigheden, de kathedraal, een mooi theater, het zeer romantische park van Emmanuel Liais… De ‘Cité de la Mer’ houden we voor een andere keer…

Woensdag 12 juni 2019

We doen dus amper drie uur over de 26 mijl van Cherbourg naar Alderney maar het zal ons wellicht dertig uur kosten om onze spullen droog te krijgen… Er staat een perfecte noordnoordoostenwind waarmee we halve wind kunnen varen maar iemand beslist om net nú de hemelsluizen open te zetten. Met bákken komt het naar beneden en zoekt een weg via de kraag van mijn zeiljas, langs nek, hals, armen, rug.

Maar de adrenaline van bijna vijf knopen stroom méé maakt van die nattigheid een detail en tegen de middag passeren we de vuurtoren van Alderney en meren iets later vrolijk af aan een mooring in Braye harbour… We zetten onze klok een uur terug, verwisselen de Franse vlag voor de Engelse en hebben plots heel veel trek in scones..

Vieren!

vie·ren (vierde, heeft gevierd) 

1: feestelijk doorbrengen of gedenken: zijn verjaardag vieren.

2: laten uitlopen of schieten: de teugel(s) (laten) vieren, minder streng gaan optreden

Vieren in de eerste betekenis van het woord kent iedereen. Maar als er op een boot ‘vieren!’ geschreeuwd wordt, gaat het meestal niet over feesten.

Dan weet je dat je -snel, snel!- een lijn moet lossen. De schoot, bij voorbeeld, omdat de boot door te veel druk in de zeilen vervaarlijk gaat hellen, onbestuurbaar wordt, uit het roer loopt. Of een landvast die te strak gehouden wordt bij een aanlegmanoeuvre. Of een meertouw in een sluis wanneer het waterpeil sneller zakt dan verwacht, en je moet voorkomen dat je aan de sluismuur komt te hangen…

Deze winter bleef onze boot in het water. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat onze winterse zeiltochtjes -tot hier toe, de winter is nog niet om- op één hand te tellen zijn. Maar op niet onaangename wijze kwam ik tijdens een van die zeiltochtjes tot de bevinding dat vieren in de zin van ‘het is feest!’ en vieren in de zin van ‘lossen, die lijn!’ meer met elkaar gemeen hebben dan je zou denken…

En dat ging zo:

De allerlaatste dag van het oude jaar en de eerste dag van het nieuwe, die willen we graag aan boord van onze Pat Panick vieren en drie vrienden vergezellen ons. Op 31 december gaan we van Nieuwpoort naar Oostende varen. Daar feesten we aan boord en om middernacht gaan we naar het vuurwerk kijken op het strand. Op 1 januari zeilen we terug…

Het mag een feestelijke zeiltrip worden en in de week die er aan voorafgaat, plan ik lekkere dingen, champagne, wijn, een feestmenu. Er komt een kerstboompje aan boord, en kerstlichtjes, kerstservetjes… Ik maak lijstjes om af te vinken. Tot ik een van de vriendinnen bel om het over het feestmenu te hebben, je kent het wel, wie brengt wat mee… Zij wuift mijn plan-drift weg. ‘Bij aankomst in Oostende gaan we toch gewoon met zijn allen boodschappen doen en kijken wat er op onze weg komt, lacht ze, de winkels barsten van het lekkers tijdens dagen als deze!’ Ook goed… Maar allerlei gerechtjes, receptjes blijven door mijn hoofd malen. Koken aan boord, ik vind het leuk. Sedert kort schrijf ik daar ook over op de website Zeilhelden, in de rubriek ‘zee-eten’. De vriendin vindt dat grappig. ‘Je wordt nog de Pascale Naessens voor zeilers’, knipoogt ze. (waarmee ze bedoelt: ‘neem jezelf maar niet te veel au sérieux!’)

Tijdens het boodschappen doen beslissen we: oesters, een vissoep. Wat hebben we nodig? Daar ga ik weer. ‘Wou je nu echt zelf een visbouillon trekken?’ grijnst de ene vriendin terwijl ze een kant en klaar emmertje vissoep aanwijst. Bereid in de vismijn van Oostende, staat er te lezen op het etiket. ‘Waarom moeilijk doen als het gemakkelijk kan?’ grapt de andere vriendin als ze met een schaal voorgesneden stukken vis komt aangelopen. ‘Is bedoeld voor visfondue, maar waarom niet in de soep, handig toch?’ Ik geef ze graag gelijk. Vieren gaan we, loslaten…

Helemaal kan ik het toch niet laten en geef mijn draai aan de feestsoep door een uitje en wat tomaten in olijfolie te stoven vooraleer de kant en klare vissoep, bereid in de vismijn van Oostende, in de pot gaat.

Niet te hard willen, het is een mooi voornemen zo aan het begin van een nieuw jaar. Kunnen loslaten, plannen bijstellen ook. Op een boot is het een goede eigenschap, want vaak lopen de dingen niet zoals voorzien, hoe goed voorbereid je ook dacht te zijn. Lenig en soepel, zo moeten zeilplannen zijn…

Wolken

Wolken

Wat er zo mooi is aan zeilen op zee? Het is niet alleen de zee. Er is ook de lucht. En de wolken. Staalblauwe hemel, geen wolkje aan de lucht, we horen het graag want dat betekent mooi weer. Voor mij is het weer vooral mooi als er ook wolken zijn.Wolken, wolkjes, wat hou ik er van. Ik verzamel ze, een hele collectie heb ik.

En weet je wat ik ook zo mooi vind op zee? Dat het overtollige er weg is. Huizen, auto’s, dingen. Hoe verder je vaart, hoe minder er is. Wat rest is de aangename versie van eenzaamheid. En wanneer er niet zo heel veel meer overblijft, denk: water en lucht, ga je pas echt goed kijken. Die lucht, die wolken, ze staan nooit stil. Altijd in beweging, altijd in verandering. Soms krijgen wolken rare, grappige vormen. De puntmuts van een kabouter. Een krokodil.

Helemaal bijzonder wordt het als de zon er bij komt. Lucht en wolken kunnen je verrassen met de meest onverwachte kleuren.

Muziek

Behalve van wolken, hou ik ook veel van muziek.

Soms hoeft het niet, muziek aan boord, en zijn de geluiden van boot, wind en zee meer dan genoeg. Soms, als er geen wind is, dreunt de motor. Dan is het geluid van de motor genoeg. En soms, soms is het gewoon stil. Als je zacht en traag vaart en golfjes zoetjes langs de romp gorgelen. Als je voor anker ligt. Of aan een ponton in een haven op een windstille dag.

Op zo’n stil moment is het fijn om te luisteren naar muziek waar je van houdt. Minimalistische muziek bij voorbeeld, die doet denken aan uitgepuurde landschappen met verre horizonten, aan de sobere eenvoud van voorbijdrijvende wolken. Zoals de pianostukken van Lubomyr Melnyk. Deze zeventigjarige muzikant uit Oekraïne ontwikkelde een heel eigen stijl, ook wel continuous music genoemd. Het is muziek die stroomt en stroomt, onophoudelijk als eb en vloed. Jaren en jaren ontwikkelde en perfectioneerde hij die aparte manier van pianospelen. Maar hij bleef onbekend, kon met moeite leven van zijn muziek. Tot een hip platenlabel zijn werk uitbracht en een nieuw publiek hem ontdekte…

“When I play I turn into an eagle flying, a dolphin swimming, a cheetah running. I turn into the rain, into the clouds, into the colour of the sky,”…

“Als ik piano speel verander ik in regen, in wolken, in de kleuren van de lucht, …”

Er zijn er die de muziek van Lubomyr Melnyk ophemelen, er zijn er die het maar niks vinden. Misschien hou je er van, misschien ook niet.

Nog even en het is kerst. En aan wie het wil geef ik graag een kerstcadeau… Een paar van mijn wolken, vederlichte wolken, avond- en ochtendwolken, boze wolken en frêle wolken… In ruim tien jaar verzameld tijdens zeiltochten op onze Noordzee.

Er zit ook een strik om heen. 7 minuten en 38 seconden aangename eenzaamheid… Het pianostuk,  Solitude n° 1, uit het album Illirion van Lubomyr Melnyk.

mijn kerstcadeau

 

Fijne feestdagen…

Zeilen op een ander, het is eens wat anders..

Een boot, dat is een beetje als een huis. Je kan er wonen, eten, slapen. Maar met een boot kan je ook varen, reizen. En zelfs als je niét vaart is het er nog helemaal anders dan thuis. Het is er compact, er is geen garage, geen zolder of tuinhuis, geen voortuin of stoep. De kastjes zijn klein, de keuken is klein, -heet trouwens ook niet keuken maar kombuis-, de bedjes zijn smal. Het is er gezellig. Op onze boot trekken we ons graag terug als in een knus schuilhol. Wijntje, muziekje, boekje.

Als je al wat jaren samen vaart, hebben niet alleen de dingen aan boord een vaste plek gekregen, ook bij het zeilen is langzaam een routine gegroeid die in het beste geval zelfs woorden overbodig maakt. Afvaren, stootwillen en lijnen opbergen, zeilen hijsen, overstag manoeuvers, alles gebeurt -meestal- soepel als in een goed geoefende choreografie. Het is fijn als je (zeil)partner en je boot je passen als je lievelingstrui… Over de momenten dat ze meer hebben van een paar knellende schoenen heb ik het wel een andere keer…

Maar weet je wat ook fijn is? Eens te gast zijn op een ander schip. Afgelopen herfst vaarden we twee keer vreemd

Noord…

Elk jaar in september organiseert de Vereniging van Breehornzeilers, ons Hollands clubje zoals ik ze graag noem, een zomerontmoeting. Dit jaar vindt die plaats in Makkum, Friesland. Het concept is even eenvoudig als gezellig. Je komt met je eigen schip of je logeert op de Breehorn van een ander. Bij een borrel worden zeilavonturen van de voorbije zomer uitgewisseld, er wordt een wedstrijdje gezeild en eten bereid je met en voor mekaar. Voor een retourtje Friesland met onze Pat Panick ontbreekt de tijd maar logeren op Iskander, de mooie Breehorn 41 van Renée en Jan-Willem kan wel. We treffen ze op vrijdag in hun thuishaven Andijk en zeilen dezelfde avond nog het IJsselmeer over naar Makkum. Grimmige wolken maken dreigend duidelijk dat we ons niet mogen vergissen. Het is niet omdat dit maar een meer heet, dat de elementen hier niet flink kunnen uithalen. Iets later zijn wind en hagel ons deel…

Op zaterdag varen een aantal Breehorns een wedstrijdje en ’s avonds wordt er gekookt. Iedereen bereidt een gerechtje naar keuze in eigen kombuis, al dat lekkers wordt in een verrassend kleurrijk buffet samengebracht en met de hele groep gedeeld. Smullen en kletsen! Zondag varen we met Iskander terug het Ijsselmeer over naar Andijk… Er staat een stevig windje, maar het water is vlak, hier geen Noordzee golven…

Zuid…

Een paar weken later gaan we zeilvriend Alain opzoeken. Die hopt elke zomer gedurende enkele maanden met zijn Kipper, een Najad 373, van Nieuwpoort naar Zuid-Bretagne en terug. Dit jaar hopte hij verder, tot in Charente Maritime, en besliste om er een keertje te overwinteren. Het is in Bourgenay, niet ver van Les Sables d’Olonne, dat we hem treffen.

Bij heerlijk nazomerweer zeilen we naar Saint-Martin-de-Ré op Île de Ré, zon en wind zijn ons deel. We komen er sneller dan verwacht en hangen nog even aan een boei tot het water hoog genoeg is om tussen de robuuste vestingmuren de charmante haven in te varen. Goudgele huizen, rode pannetjes op de daken en zonovergoten terrasjes zorgen voor een instant zuiders gevoel. We brengen een dag door op dit eiland van zoutwinners en vissers en zeilen dan door naar La Rochelle.

We hebben nog maar eens een heerlijk zeilweekend, de Najad is snel, comfortabel en gezellig, het vaargebied mooi en veelzijdig.

Breehorn, Najad, noord… zuid… Oost, west, thuis best? Dat laat ik graag in het midden. Zou er zoiets als dé perfecte boot bestaan, denk ik dan. Wat is er goed, beter, best? En het perfecte vaargebied, bestaat dat dan? Of is het een beetje als met huizen en landen, overal is er wel wat. En misschien is het wel perfect als je je maar thuis voelt… En als het goed zit, net als die lievelingstrui…