Koerswijziging!

Vrijdag 2 juli 2021

Raar weer is het, kijk maar naar buiten. Plakkerig, druilerig, triestig. En verwarrend is het minste wat je van de weerberichten kan zeggen, te koud, te warm, geen wind, te veel wind. Het klimaat slaat op hol. Rare tijden zijn het, lees maar het nieuws. Pandemie, oorlogen, gebakkelei in de politiek, het houdt niet op…

Maar raar weer of rare tijden, we jakkeren door, werken, eten, slapen, we worden door onze agenda’s geleefd. We stelen nu en dan wel vrije tijd om leuke dingen te doen, maar het is vaak jagen om die vrije tijd geregeld te krijgen. En daarna moeten weer dingen worden ingehaald, het gaat maar door.

We verlangen al een tijdje naar een ander ritme, willen kunnen kiezen wat we gaan doen en wanneer. Lees: langere tijd gaan varen. Lees: vertragen. En zo komt het dat we na het nodige wikken en wegen de knoop hebben doorgehakt. Eind dit jaar stoppen we allebei met werken! 2021 staat bij ons dus in het teken van die koerswijziging. Zo zijn we afgelopen voorjaar verhuisd naar een kleiner huis, handig in onderhoud, gemakkelijk om voor een langere tijd achter te laten. Maar wel een pied-à-terre, een voet-aan-land, voor als we dat willen…

Downsizen vraagt om selectie, ontspullen met een grote O. En ik kan je verzekeren, een mens verzamelt wat! Alles gaat door mijn handen. Er zijn drie mogelijkheden, houden, weggeven of weggooien. De spullen blijven komen, het is een tijdreis door onze levens.

Door die verhuizing, die ik toch wat had onderschat, blijft er weinig boot-tijd dit voorjaar. Eerst is er de verhuis en dan het wennen aan het nieuwe huis. En de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik niet goed ben in veranderingen, het brengt me uit mijn evenwicht. Door de tijd die ik nodig heb om te wennen is er in mijn hoofd even geen plaats voor boot noch blog. Bovendien beperkt Covid het zorgeloos reizen, het Verenigd Koninkrijk waar we gewoonlijk meer dan één lente-zeiltocht naar ondernemen lijkt wel een belegerde vesting, enerzijds door de Brexit en anderzijds door de strenge Covid quarantaine-maatregelen.

Maar koerswijziging of niet, geen zomer zonder zeilvakantie. En zo stomen we onszelf én onze boot in een mum van tijd klaar om een maand te gaan zeilen. Maar waar gaan we heen? Amper een week of twee voor vertrek valt de keuze op Denemarken en misschien ook Zweden. Al sedert het lezen van het mooie boekje ‘Op zee’ van Toine Heijmans, heel wat jaren geleden, heeft voor mij de plek Thyborøn een zekere aantrekkingskracht gekregen.

Ook de namen Jutland, Kattegat en Skagerrak spreken tot de verbeelding. En bij het nog eens bekijken van de Scandinavië reis in 2020 van de mooie Breehorn 41 DanceMe op Polarsteps, valt de beslissing, we gaan die kant op! We stippelen geen reisplan uit, hebben geen programma. We verkiezen om ons dag per dag te laten inspireren, uiteraard altijd afhankelijk van het weer…

En zoals ik al zei, het is raar weer. Als op vrijdag 2 juli alles is ingeladen, er diesel en water is gevuld en wij klaar zijn voor vertrek, laat de wind het afweten.

Voor de komende twee dagen is er weinig wind uit variabele richting voorspeld. En regen. Ik scroll door weerberichten en grib files en besluit dat we pas vanaf maandag kunnen gaan. Ik tel de mijlen uit, het zijn er 380, maak een route aan op de elektronische kaart, teken ze ook met potlood op de papieren kaarten en becijfer dat Thyborøn halen in drie etmalen moet kunnen.

Wachten op de wind doen we niet in thuishaven Nieuwpoort, we zeilen op zaterdag alvast naar Zeebrugge.

Een kleine koerswijziging maar een boost voor het vertrekkersgevoel!

Van kliffen, keien en opkruisen. Fécamp.

Heb je er al eens op gelet hoe ánders de branding klinkt aan een keienstrand? Krsht krsht krsht, rollen kiezels en keien.

Heel erg lang geleden oefende redenaar Demosthenes zijn redevoeringen aan een Grieks (keien?)strand. Als hij met zijn stem boven de krsht krsht krsht branding uit kwam, was het goed. Hier in Fécamp geen bulderende redevoeringen maar zomers gejoel van spelende kinderen. Gekrijs van zwevende meeuwen. En rollende keien, krsht krsht krsht. En licht. Véél licht. Maar we hebben het niet cadeau gekregen…

Donderdag 9 juli 2020

Bij vertrek uit Dieppe zit de wind onverbiddelijk tegen. Maar we willen west en het wordt dus opkruisen. Al snel wordt duidelijk dat ik -ondanks alle quarantaine-wandelingen van het voorjaar- de afgelopen maanden op kantoor geen zee-spieren heb gekweekt. Door ons bootloze voorjaar hebben we de aanloop naar een zeilvakantie gemist. Geen korte weekend- of dagtochtjes. En heb ik dus nog helemaal niet de zee-benen of zee-spieren zoals andere jaren. Bewegen op een bewegende boot, het is apart. Je gebruikt spieren die je anders niet gebruikt en je schrap zetten -zeker bij een aan-de-windse koers- mag op het eerste zicht niet zo inspannend lijken, het is best venijnig. Of worden we wat ouder?

En dan nog een dingetje. Als je alle stroom méé wil hebben van Dieppe naar Fécamp, dan zou je met hoogwater uit Dieppe moeten vertrekken. En verhip, het is hoogwater om 03:00 am… Niet meteen een aantrekkelijk tijdstip. Maar niet getreurd. Want als je dit doet, kom je met laagwater aan in Fécamp. En gezien enige verzanding in de havengeul daar, is ook dat weer niet aan te raden. We gaan voor een tussenoplossing, vertrekken om 06:00 am, hebben dan nog een rest stroom méé, ploeteren dan maar wat tegen wind en tegen stroom en zullen met opkomend tij Fécamp kunnen aanlopen.

De eerste slagen zijn bemoedigend, om dan met het kenteren van de stroom genadeloos om te slaan in zeer ontmoedigend ter plaatse trappelen. We stellen vast dat telkens we dichter bij de kust met zijn indrukwekkende kliffen komen, de stroming wat milder is. En we veranderen van tactiek. We gaan kortere rakken varen, dicht onder de kust. Er blijkt voldoende diepgang tot behoorlijk dicht tegen de kliffen. Het hardere werk aan de winchen wordt ruimschoots beloond. Want hoe dichter onder de kust, hoe mooier alles wordt. De zon, inmiddels volop van de partij, kleurt het water haast irreëel blauw. Of is het groen? Op het taaiste moment van de stroom zetten we de motor bij en komen zigzag motorzeilend verder.

Niet zo gek dat we onszelf bij aankomst belonen met een terrasje (met zicht op de boot!), een bord oesters en een glas wijn, toch?

Vrijdag 10 juli 2020

Vandaag geven we wat tegengewicht aan de stevige zeildag van gisteren en gaan op pad met onze fietsjes. We hijsen ze op de bus naar Etretat en fietsen en wandelen de dag rond. We kijken van op de kliffen naar de blauwgroene zee diep beneden. Het waait nog steeds uit het westen. Maar morgen, morgen komt er wat noord in die westenwind. En dan kunnen we verder, al hebben we nog niet beslist waarheen precies…

Pas om half vier lunchen we. Niet aan de drukke dijk waar krijsende meeuwen azen op ieder hapje, maar in een rustige zijstraat. Klein vierkant tafeltje, wit gesteven napje er op. Oesters, moules marinières, glaasje wijn en een koffietje na…. Vakantie!

Na zeven maand wachten op de boot, kunnen we ook wel zes uur wachten op het getij…

Maandag 6 juli 2020

Aan Cap Gris Nez kun je maar beter de stroom mee hebben. Nergens stroomt water zo hard als rond een kaap. Plannen om daar op het juiste moment te zijn is dus aangewezen, maar lang niet altijd zo eenvoudig. Maar laat me beginnen bij het begin.

Vorig jaar in het tweede weekend van november zeilden we onze boot naar de Breehorn werf in Woudsend, Friesland. Een lijst aanpassingen staan er op het programma. Een vuilwatertank, zonnepanelen op de vaste buiskap, een windgenerator, automatische windsturing, davits, herstelling windmeter, nieuw kompas en nog wat dingen… Halfweg de winter, ergens in februari, combineren we de winterontmoeting van de Breehornzeilers met een bezoek aan de werf. Niets laat op dat moment vermoeden dat we niet zoals gepland met het Paasweekend terug zullen zeilen naar onze thuishaven in Nieuwpoort, maar pas zeven maand later… Het Covid-19 virus beheerst het hele voorjaar. Eerst mag er helemaal niet gevaren worden, daarna mag het weer wél, maar blijven de grenzen nog gesloten. En blijft onze boot als het ware in Nederland gegijzeld. Pas in het derde weekend van juni kunnen we eindelijk terugkeren.

In november was de tocht van Nieuwpoort naar Friesland, zowat 180 mijl, een stevige maar mooie afsluiter van het zeilseizoen geweest. Met vriend Geert Verdonck als extra bemanningslid was het best haalbaar, ondanks de korte dagen en het frisse herfstweer. We hadden de zee nog in de benen, we sloten het zeilseizoen waardig af.

Zeven maand later is de terugkeer naar onze thuishaven onze eerste zeiltocht van 2020. De lente ligt al achter ons, dit weekend begint de zomer. Nog absoluut geen zee in de benen, maar met Tobias Verdonck, zoon ván, als extra bemanningslid is het best te doen. Wat een paar extra zeilhanden toch kunnen doen, mits ervaren zoals deze van de familie Verdonck. We vliegen het nieuwe zeilseizoen in met een tocht van ruim 36 uur.

Heel erg blij als we Nieuwpoort terug kunnen binnenlopen.

Voor 2020 hadden we een zeilvakantie van twee maand naar de westkust van Schotland gepland. Maar zoals zovelen moeten we dit bijstellen. Schotland houdt zijn grenzen nog dicht voor buitenlandse zeilers. We schuiven het plan door naar volgend jaar en houden het dit jaar bij drie weken vakantie, naar Frankrijk.

Maar ook dat blijkt niet zonder hindernissen. De wind zit tegen. En niet zo’n beetje.

Hopend op het sprankeltje noorderwind dat voorspeld was, vertrekken we toch maar.

Het eerste rak dat we zeilen brengt ons dichter naar Oostende dan naar Duinkerke, we kibbelen over de zeilvoering, winchen ons te pletter, kortom, een weinig bemoedigend begin. Moeizaam kruisen we ons eigenste stukje kust voorbij, trekken zigzaglijnen die ons maar langzaam vooruit helpen.

Zo langzaam dat het er al gauw naar uit ziet dat we de meegaande stroom aan Cap Gris Nez niet gaan halen. En dan is het opties overlopen. Ofwel gaan we door, wetende dat het een lange oncomfortabele nacht gaat worden, ofwel lopen we Duinkerke binnen, of Calais. We gaan met z’n tweeën unaniem voor de laatste optie.

Het is donker als we Calais binnenlopen, een inkomende ferry achterna, om vervolgens de rode lichten naar de arrière port te negeren, dit alles op vriendelijke instructie van Calais Port.

Nadat we een boei hebben opgepikt en alles vast en opgeborgen ligt, klinken we bij een gedeeld biertje op het begin van onze vakantie en gaan onder zeil.

Als we zeven maand hebben moeten wachten op onze boot kunnen we ook wel zes uur wachten op het getij. Graag zelfs!

Quarantaine in plaats van zeilseizoen

De Goede Week. Nog één keer slapen en het is Pasen.

Het corona-virus haalt onze levens overhoop. Wat begint met gemengde gevoelens die balanceren tussen ongeloof -is het allemaal niet wat overdreven- en lichte paniek -is die droge kuch wel normaal-, strandt bij nuchter besef -dit is serieus-. Winkels en restaurants sluiten, scholen gaan dicht, ik verhuis mijn kantoor naar huis. De tandartspraktijk van mijn lief gaat in lockdown op wat telefonisch advies na.

Ik heb het best druk in mijn home-office wat er voor zorgt dat hij het grootste deel van de dag, behalve zonder werk, ook zonder mij zit. En… zonder boot. Zo vangt eind maart deze vreemde quarantaine aan. In plaats van een zeilseizoen. Niemand kan de duur ervan voorspellen, noch de impact ervan op het leven erna. We beginnen te rekenen en tellen. Mocht het opgelost zijn tegen dan en dan, dan kunnen we dan en dan nog om de boot. En kunnen we dan en dan nog met vakantie.

Maar naarmate de dagen en weken vorderen versomberen de nieuwsberichten en we stoppen met het maken van veronderstellingen over de haalbaarheid van welke zeilvakantie ook. We houden op met het ophalen van herinneringen aan het paasweekend van vorig jaar, en dat van het jaar daarvoor, en dat daarvoor…

IMG_9795

En gaan op zoek gaan naar een nieuw evenwicht.

Mijn schipper maakt slaatjes, soep en cake, stopt was in de machine, stofzuigt en brengt me koffie terwijl ik werk, ik laat me de luxe van mijn kersverse huisman welgevallen. Maar het gemis van de boot knaagt, troost wordt steeds vaker in de koekjesdoos gezocht, quarantaine-kilo’s liggen op de loer. En we beginnen te wandelen. Dagelijks.

We wonen op wandelafstand van het strand en stappen elke dag naar zee. Laag tij, hoog water, westenwind, oostenwind, veel wind, geen wind. We zoeken troost in wolken, kleuren, schelpen, bloesems in de duinen. De lente ontploft, het is ineens zomer in april, maar nog nooit lag het strand van Oostduinkerke er zo verlaten bij.

Morgen is het Pasen. Dan vieren we herrijzenis. En hoop…

Aan iedereen een liefdevol Paasfeest!

(Graag deel ik mijn impressies van onze ‘effe-uit-ons-kot’-wandelingen met een stuk onsterfelijke muziek: J. S. Bach – Matthäus Passion – BWV 244 – Collegium Vocale Gent & Philippe Herreweghe – No. 1. Chorus I & II “Kommt, Ihr Töchter, Helft Mir Klagen”)

 

Zeilplannen op een laag pitje…

22 maart 2020

Ik lig in het goudgele zand en kijk omhoog, blauwer dan blauw is de wolkenloze hemel. De lentezon verwarmt mijn wangen, ik sluit mijn ogen.

Achter de duinen ruist de zee, een strakke oostenwind jaagt over het strand.

Oostenwind. Ideale wind om de boot van Friesland terug naar Nieuwpoort te varen… Maar daar heeft het corona-virus een stokje voor gestoken.

Waren recreatiesporten al een week verboden in België, net als strand- en watersporten in de territoriale wateren, op vrijdag 20 maart zijn ook de landsgrenzen dicht gegaan. Lockdown light noemen ze het, lichtjes op slot… Je mag per auto enkel nog om boodschappen of naar de apotheker. Wandelingen en fietstochtjes mogen dan weer wel, maar enkel in de omgeving van je woning. Er zijn dus geen dagjesmensen aan zee, zelfs wie aan de kust een tweede verblijf heeft mag niet komen. Geen toerist te bekennen, nog nooit was het zo rustig aan de kust in het weekend…

Wat doet quarantaine met mensen vraag ik me af. Met mensen die gewoon zijn om vaak uit eten te gaan, elk weekend op uitstap willen, naar film, theater of musea, of dagelijks naar de fitness…?

Wat gebeurt er met mensen als hun leefwereld krimpt tot de ruimte binnen hun vier muren, waar nu alles moet gebeuren, van ontbijten, over huishoudelijk werk, ontspanning maar ook thuiswerken. De eindeloze filmpjes en grapjes die op social media circuleren maken duidelijk dat dit niemand onberoerd laat.

Mijn schipper -laat ik hem nu tijdelijk corona-buddy noemen-, en ik hebben het er niet zo moeilijk mee. Eigenlijk zijn we het een beetje gewoon. Een groot deel van onze vrije tijd brengen we door op onze boot, onze gedeelde passie. En met zijn tweeën op een zeilboot verblijven, dat heeft wel wat van zelfgekozen quarantaine. Met als bijzonderheid dat de bewoonbare oppervlakte er een fractie is van een gemiddeld huis….

En als je met zo’n boot op een meerdaagse tocht vertrekt wordt het helemaal lockdown

Onze langste zeiltochten dateren van 2004 en 2006 toen we als opstappers mee zeilden voor een oversteek van de Atlantische Oceaan. Twee en een halve week ononderbroken op zee… Geen uitstapjes naar supermarkt of apotheek, geen wandelingen langs het strand. Geen tv, internet, social media. 360° zee met daarboven 360° lucht. Dag na dag…

2004

Hoe je dat kan uithouden zonder door de kajuit te gaan stuiteren van vloer tot plafond en terug, of je crewleden de kop te willen afbijten?

Ik heb een handvol tips. Misschien ook bruikbaar voor wie niet op een boot op de oceaan zit, maar thuis, in quarantaine, telewerkend of tijdelijk werkloos, tussen vier muren terwijl de corona-piek nog niet meteen in zicht is…

2006

Deel je dag in

Een agenda, net nu je dacht van dat nine-to-five keurslijf verlost te zijn? En tóch, een dagindeling brengt rust. Op een meerdaagse tocht op een boot wordt de dag ingedeeld door de afwisseling wachtlopen/slapen, het bijhouden van het logboek en de maaltijden. Te vermijden: een militair schema met chronometer of atoomklok, daar word je alleen maar gestrest van. Aan te raden: af en toe een anti-agenda-dagje als variatie.

Verzorg jezelf

Het kan verleidelijk zijn (voor wie geen online meetings heeft) om te telewerken in pyama en met ongewassen haar. Of op je boot te blijven rondhangen in een bezwete onfrisse t-shirt, alleen maar omdat je er tegen op ziet om je om te kleden in die onophoudelijk bewegende boot waar het nat en kil is. Maar geloof me, na douchen, haren wassen en tanden poetsen ben je een pak energieker. Altijd. Maar hou het simpel: gel-nagels, haarkleuringen en mascara zijn geen meerwaarde.

Zorg voor elkaar

Heb je een zeil- of corona-buddy, zorg er dan voor. Jij bent niet de enige in quarantaine, jullie zijn een team. Als jij wat voor je buddy doet -zoals in ‘bak een taart’ of ‘laat hem /haar eens uitslapen’- voel jij je goed en voelt je buddy zich goed. Werkt in twee richtingen. Altijd prijs.

Koester rituelen

Het belang van rituelen wordt zwaar onderschat. En toch, ze zijn het peper-en-zout van het leven. Ik heb het niet over religie, maar over de simpele dingen als een kop thee, elke nacht, halfweg je wacht. Het opmaken van een bed. Na de werkdag je home office van een clean desk voorzien, alle dingen op hun plek. De ingrediënten voor een maaltijd geordend op het aanrecht schikken voor je begint te koken. Rituelen brengen rust, als punten en komma’s in een zin.

Leer waarnemen

Onze overweldigende en alomtegenwoordige beeldcultuur heeft van ons slechte waarnemers gemaakt. We reizen veel en snel, we willen veel en snel. Beelden schieten aan ons voorbij als het landschap achter het raam van een hogesnelheidstrein. Heel anders wordt dat op een boot, of in quarantaine thuis tussen vier muren. En heb je het nog niet gemerkt, hoe minder er is, hoe meer je ziet?

Ik wens jullie allen het nodige geduld om de komende weken van quarantaine rustig door te komen…

(Tijdens die twee oceaan-oversteken hield ik een dagboek bij. Veel van hetzelfde, dat kan ik je wel zeggen. Maar mocht iemand tijd te veel hebben en dit willen lezen, dan laat je het maar weten. Hiervoor mailen kan naar adelheidgreven@hotmail.com)

Alderney, het noordelijkste ‘brokje Frankrijk dat in zee viel en opgevist werd door Engeland’…

Op een diepe stenen vensterbank staan enkele potjes confituur uitgestald. Net wanneer ik dichterbij kom kijken, klikt het raam open, ik kijk in het vriendelijke gezicht van een oudere dame. We schrikken allebei een beetje. ‘Ik kwam net kijken of er nog voldoende wisselgeld in het doosje zit,’ lacht ze. Op de vraag of zij de confituur maakt, giechelt ze hoofdschuddend. ‘Nee hoor, dat doet mijn man. Alles is gemaakt met fruit uit onze tuin, we krijgen dat met zijn tweeën niet op.’ Rhubarb with a touch of ginger, rabarber met een vleugje gember. ‘Proef maar hoe je het vindt,’ zegt de dame, ‘ogenblikje.’ Ze schuifelt het huis in en keert terug met een geopend potje. ‘Komaan’, wijst ze, ‘stop je vinger maar in de pot, kan best.’ Ik vind de confituur lekker en koop een potje. Voor op het brood dat ik bakte aan boord. Het dametje slaat de handen voor het gezicht, een zeilreis, dat zou ze nooit durven. En op die boot dan nog een brood bakken, kirt ze, ze zou het in haar keuken nog niet kunnen. Anyhow, a safe journey!

Ik word daar blij van, van die kleine bakjes die je hier her en der langs de kant van de weg ziet staan. Hedge veg worden ze genoemd, haaggroenten dus. Open kastjes met groenten of aardappelen er in, eitjes ook, bosjes kruiden, confituur of zelfs koekjes en cakejes. Een handgeschreven kartonnetje er bij, 1,50£, 2,00£. En een plastic potje voor de centen. Het geeft een prettig gevoel van openheid en vertrouwen.

Woensdag 12 juni 2019

Rond de middag meerden we af in Braye Harbour, aan een mooring of boei, de gele zijn voor bezoekers, de oranje voor lokale booteigenaars. Aan land kan je met je bijboot of met de watertaxi. We liggen hier mooi, we liggen hier goed. En is Alderney misschien niet groot, toch ligt er in het kantoortje van de havenmeester verrassend veel toeristische info, waaronder 9 wandelroutes. Gewapend met die blaadjes gaan we op pad.

De Kanaaleilanden. Eigenlijk is dit een foute naam. Deze eilanden liggen strikt gezien niet in het Kanaal maar in de baai van St-Malo, Frankrijk dus. Jersey, Guernsey, Herm, Sark en Alderney. De beroemde schrijver Victor Hugo noemde ze stukjes Frankrijk die in zee gevallen waren en opgevist door Engeland. Of ze nu meer Frans of meer Engels zijn, dat willen we wel weten. Te beginnen met het noordelijkste eiland, Alderney. Of, zo je wil, Aurigny…

De eerste wandeling neemt ons mee naar de hoofdstad St. Anne. Nu ja, hoofdstad. Een paar stille straten, een mooi kerkje, een schattig museum. Er zijn wat winkeltjes, ze zijn allemaal gesloten. Volgens de man die het museum openhoudt omdat het woensdag is, volgens de dame van de confituur omdat er door het slechte weer nog maar weinig toeristen zijn en ‘wie houdt zijn winkel dan nog open?’… Stiller dan stil. We lopen het centrum uit, zuidwaarts, een tweede wandeling voert ons langs groene paadjes -de bermen dik van bloemen- en kliffen, diep beneden de zee. Het weer verandert snel boven een eiland en in de grijze lucht van vanmorgen vallen nu geregeld stukken blauw.

We vinden het hier zo mooi dat we beslissen om nog een dag te blijven.

Donderdag 13 juni 2019

Er is in de loop van de geschiedenis meer dan een robbertje gevochten om de Kanaaleilanden. En vandaag combineren we drie wandelroutes die ons langs de verdedigingsforten op Alderney brengen, waarbij we zo goed als het hele eiland rond lopen. We beginnen op de noordelijke punt van het eiland bij Fort Albert van waar je een prachtig zicht hebt op Braye Harbour.

Vandaar gaat het naar het oosten, voorbij het Mannez Lighthouse, de zwart-witte vuurtoren waar we gisteren voorbij vaarden, en dan terug zuidwaarts via het Longis natuurreservaat.

Vervolgens lopen we voorbij het centrum van St. Anne door tot aan de westkust met Fort Clonque.

Hier heb je uitzicht op de eilandjes Les Etacs -ook wel shit rocks genoemd omdat ze bedekt zijn met de vogelpoep van duizenden jan-van-genten-, en het eiland Burhou, waar een kolonie puffins, ofwel papegaaiduikers huist.

Het stuk water tussen Alderney en Burhou heet The Swinge, een nauwe doorgang waar de stroming lelijk huis kan houden en waar we morgen door gaan om naar het eiland Sark te varen.

Wanneer we na het wandelen genieten van afternoon tea met scones en goudgele clotted cream en de volgende ochtend bij het ontbijt van de rhubarb jam with a touch of ginger, twijfelen we niet meer, het is hier zo Engels als wat!

Van hieraf moet je gaan…

‘Van hieraf moet je gaan, …’

‘Van hieraf moet je gaan, …’

Als een mantra gaat dit zinnetje door mijn hoofd.’… met vallen en opstaaaa-áán…

‘Van hieraf moet je gaan.’

(Tim – Wim De Craene 1975)

Van goud zijn ze. Wat zeg ik? Van diamant. De lange weekends in het voorjaar, begin van het zeilseizoen. Pasen, 1 mei, Hemelvaart, Pinksteren. Ingekleurd met fluostift in de agenda. Heilig. En de zeilvakantie. Nóg heiliger. 

Afgelopen winter bleef onze Pat Panick in het water en ergens tussen al deze verlengde weekends in zullen we nog eens de kant op moeten om het onderwaterschip een beurt te geven. Overmoedig plannen we dat half mei, tussen het lange weekend van 1 mei en vóór dat van Hemelvaart, waarin een tocht naar London gepland staat. Gretig zijn we, gulzig.

En dan gebeurt iets dat niét in onze agenda staat. 3 mei. Tijdens de tocht van Eastbourne naar Boulogne krijgen we donkere wolken met stevige buien over ons heen. Er zit een pak meer wind in dan voorspeld. Na elke bui valt de wind weer weg. Te veel zeil, te weinig zeil, genua inrollen, genua uitrollen. We winchen ons te pletter, hijgen, vloeken, zuchten. Waarom gaat dat toch zo stroef? Na de -tigste zeilwissel gaat het mis, het hele voorzeil rolt uit, er valt niets meer te winchen. Iets in de trommel onderaan de voorstag heeft het begeven, als een gek klappert de genua nu wild in de wind. We zijn niet meer heel ver van de haven van Boulogne. ‘Komaan, dat zeil moet naar beneden’, schreeuwt Las boven de wind uit, ‘en snél!’ Ik zet de motor bij, stuur de boot in de wind, zet de automatische piloot aan en ga Las op het voordek helpen. Met zijn tweeën strijken we worstelend het zeil en binden het zo goed als mogelijk met de schoten aan de reling. Later, afgemeerd in Boulogne, plooien we het naar behoren. O ja, stond ook niet in de agenda, het regent dat het giet…

‘Van hieraf moet je gaan… ‘Na het pechverhaal van begin mei hebben we onze agenda moeten bijstellen. We laten het oude genua rolreefsysteem niet herstellen maar vervangen. Ook dat van de kotterstag laten we vervangen. Het Hemelvaartweekend naar London hebben we doorstreept. In plaats daarvan gaat Pat Panick uit het water, twee weken later dan oorspronkelijk gepland. Terwijl onze vrienden de jaarlijkse tocht naar London ondernemen, -we zien blije foto’s van frisse boten op het water-, staan wij te schuren, te verven en te boenen. Het is schitterend zeilweer…

‘Van hieraf moet je gaan…’

Zaterdag 8 juni. Morgen is het vaderdag… Het zinnetje dat al dagenlang door mijn hoofd gaat komt uit een liedje uit de lang vervlogen jaren ’70. De tijd waarin mijn vader een zeilboot kocht en ik leerde zeilen. Ook voor mijn vader, net zoals nu voor ons, waren de lange weekends, de zeilvakanties, heilig. En werd er meer dan eens gemopperd omwille van stoorzenders in de planning, herexamens, motorpech, slecht weer… En hoe kostbaar tijd ook mag zijn, soms is het niet met kiezen. Maar moet je aanvaarden. En geduld hebben. En er is meer. Want tijd is niet alleen een kostbaar goed. Het is ook veiligheid. Tijd is veiligheid. Wijze woorden. Ze komen van Frank. Of Frankske. Frankske van de Anastasia, en van Sophie. Reeds vier jaar zijn die twee met hun zeilboot onderweg en onlangs, tijdens een korte terugkeer naar België, gaven ze een voordracht in de Liberty Yachtclub in Antwerpen. Tijd is veiligheid. De tijd nemen om niét te vertrekken als de omstandigheden het niet toelaten. Als de wind tegenzit, als er iets moet hersteld worden… Ik knoop de woorden in mijn oren.

Zaterdag 8 juni.

Onze zomervakantie begint. Het stormt. Uit het zuidwesten. Precies waar we naar toe willen. Alles is aan boord, kleren, eten, lectuur. De rolreefsystemen zijn hersteld, de motor heeft onderhoud gehad, water is getankt. Maar we blijven nog even liggen. We nemen nog even tijd, tot het veilig is om te gaan..

‘Van hieraf moet je gaan…’De titel van het liedje is ‘Tim’. De zanger, Wim De Craene schreef het voor zijn zoon…Een fijne vaderdag voor alle papa’s!