Zand, mist en een hele kleine hoofdstad

7 – 14 juni 2023

Skálavik, Sandoy, Faeröer. Het is ontzettend warm in het kleine lokaal en er hangt een doordringende sigarettenlucht. Een ouderwetse salontafel staat vol koffietassen, gebruikte en ongebruikte, met lepeltjes erbij, en suiker en koekkruimels. Op de tafel twee geplastificeerde kaarten, een van Europa en een van de wereld. The World staat er op de wereldkaart, voor wie twijfels mocht hebben. In de ruimte ernaast tafeltjes met plastic kleedjes, een piano, en wanden vol met foto’s. ‘Het leven zoals het is’, of vooral ‘was’, op het eiland Sandoy…

Binnenlopen in Skálavík, een haventje aan de zuidoostkust van Sandoy, is spannend. De aanloop gaat slalommend om rotsen en een muur heen, zonder dat je ziet waar je binnen moet. En dan als verrassing, een smalle doorgang naar een piepkleine betonnen havenkom waarvan de diepte niet helemaal zeker is. We meren er af aan de enige kademuur die ons geschikt lijkt. Als de volgende dag de Verleiding, de mooie Breehorn 37 van Ron en Joce, ons komt vervoegen ligt het vol.

Een havenmeester zie je hier niet, betalen hoeft ook niet. Douche en toilet zijn te vinden aan de achterkant van het lokaaltje met de wereldkaart op de koffietafel en daar ontdek ik de volgende ochtend wie hier koffiekletst en van verre bestemmingen droomt. Tijdens het douchen hoor ik hun stemmen door de dunne wand en na mijn douche loop ik om het gebouw heen en klop nieuwsgierig aan. Zes mannen zitten er te kletsen als vrouwen, met koffie en gebak. Ze vallen stil als ik daar plots in de deuropening sta maar bieden me toch een kop koffie aan. In een korte babbel, er zijn er maar twee die goed Engels spreken, vertel ik over ons plan om naar Ijsland te zeilen. Hun ogen blinken. Ijsland, waw, daarheen varen met een boot met zeilen erop, ze vinden het te gek.

Sandoy, dat betekent zoveel als zandeiland. Zandstranden, en zeker uitgestrekte witte zandstranden met duinen zoals bij ons, zijn zeldzaam op de Faeröer. We gaan ze per fiets ontdekken. Vlakbij ligt ook het dorpje Sandur waar we het Sandur Village Museum bezoeken, een handvol oude zwarte huisjes met grasdaken en popperige interieurs.

Een dag later gaan we met ‘verleiders’ Ron en Joce op stap. Eerst naar Húsavík, waar een beeldig kerkje staat en en dan verder richting Dalur. Als we ruim 9 km in de benen hebben zijn we blij dat we een bus treffen die naar Skalavík rijdt..

Daar bekomen we in Café Á Mølini, bij een fris lokaal biertje en een stevige hamburger. Twee jonge meisjes runnen dit gezellige eethuis dat het huis van hun grootouders was. De tijd is er blijven stilstaan, meubelen en interieur zijn nog origineel. Hoe lang de tijd op Sandoy nog zal blijven stilstaan is de vraag, want bijna is de tunnel afgewerkt, die het geïsoleerde eiland zal verbinden met Streymoy, het grootste eiland van de Faeröer… De meningen op Sandoy zijn verdeeld…

Nólsoy, Faeröer. Een dag later zeilen we onder een grijze hemel 11 mijl noord naar Nólsoy, een piepklein eiland met een kleurrijk dorp en een haventje waar je gratis afmeert. In dit eiland zit een knik waar de zee zo genadeloos op inbeukt dat het ooit in twee zal breken. Maar daar lijkt niemand wakker van te liggen, er hangt een zorgeloos boho sfeertje, zeker wanneer het de volgende dag heerlijk zomert.

We hiken er naar de zuidkant van het eiland waar twee vuurtorens staan. Borðan, de grootste van de twee, is een plaatje, met zijn spierwitte bakstenen en felrode dak.

Torshávn, Streymoy, Faeröer. Vanuit Nolsoy kan je aan de overkant de hoofdstad Torshávn op Streymoy, het grootste eiland van de Faeröer, zien liggen. Met de Rak app hebben we een goed moment voor de stroming geprikt, maar helaas, voor de Faeroërse mist bestaat er geen app. En net als we voor de haveningang zijn, valt die als het doek over een toneelstuk dat is afgelopen. De plotse witte massa werkt desoriënterend en ik ben blij met het geruststellende beeld van de Ipad. En minstens zo blij met de vriendelijke stem die mijn oproep beantwoordt op CH12. Ja hoor, we mogen binnenlopen en ja, we mogen een plaatsje kiezen aan de bezoekerssteiger. Bij het binnenvaren lost de mist even snel op als ze kwam. En onder een stralende zon krijgt Torshávn vormen en kleuren…