Vier seizoenen in Noorwegen

“Natúúrlijk! Noorwegen is gewoon het béste land dat er is. Maar je zal zien, de Shetland eilanden, de Faroër eilanden en IJsland, die zijn zó mooi en de mensen zijn er zó vriendelijk, je zult het er helemaal naar je zin hebben!”

5 mei 2023. De Noorse jonge vrouw die we ontmoeten, halfweg op onze fietstocht van Bulandet naar Værlandet, montert ons op. De afgelegen archipel van Bulandet is een van de meest westelijke vissersgemeenschappen van Noorwegen, en de laatste stop voor we de oversteek gaan maken naar de Shetland eilanden. We hebben het allebei wat moeilijk om het fijne Noorwegen achter ons te laten. Het is 5 mei en precies een jaar geleden dat we afmeerden in Mosterhamn, Hardangerfjord om aan ons Noors avontuur te beginnen. Tussen toen en nu liggen meer dan 3200 zeemijlen… Tot de Noordkaap en terug, naar Florø, waar de boot overwinterde. Vier seizoenen in Noorwegen, fire sesonger i Norge, ik blik graag nog even terug voor we opnieuw het zeegat kiezen…

Lente – vår. Natuurlijk is er het wisselvallige weer in het voorjaar, met flink wat regen aan de westkust. Maar liever onthoud ik de zonnige dagen en de fruitbomen in bloei in de Hardangerfjord, de fruitgaard van Noorwegen. Of het uitzonderlijke mooie weer dat we troffen in Bergen, op 17 mei, nationale feestdag en volksfeest zonder weerga.

Zomer – sommer. Het seizoen waarin de middernachtzon regeert. Er is geen donker meer… We varen tot de Lofoten en de Noordkaap en verbazen ons over het kristalheldere water en de spierwitte stranden in Finnmark. We laten ons verrassen door walvissen en zeearenden.

Herfst – høst. Begin september komen we aan in Florø waar de boot zal overwinteren. We vallen stil, de boot wordt huiselijker naarmate de avonden langer worden. In oktober vliegen we naar huis, maar komen in november alweer voor een week terug. Herfst in Noorwegen, dat betekent mooie wandelingen in een landschap dat purper kleurt als overal de heide bloeit. Maar ook binnenblijven op stormachtige dagen met striemende regen over het dek. En wafels, kaarslicht…

Winter – vinter. Iemand stuurt ons een foto van de boot met een dik pak sneeuw erop. Op de foto poseert een man die sneeuw was komen ruimen, zomaar. Nog twee keer keren we terug naar Florø. Een week om er met goeie vrienden Nieuwjaar te vieren, en eind februari nog eens twee weken met de auto. De dagen zijn nog kort en we maken het gezellig binnen maar gaan ook skiën, en langlaufen.

“Borders? I have never seen one. But I have heard they exist in the mind of some people.” (Thor Heyerdahl)

20 april 2023. Kamerbreed kijkt deze zin me aan. We zijn in het Kon-Tiki museum in Oslo. Want we willen Noorwegen niet verlaten zonder hoofdstad Oslo nog bezocht te hebben. En daarna kunnen we weer onze grenzen verleggen, nieuwe horizonten ontdekken. Al hoeft het voor mij niet zo extreem als Thor Heyerdahl met zijn verre expedities op een vlot uit balsahout of met een papyrusboot. Oslo straalt vrijheid uit, en levensvreugde. Zoals in het indrukwekkende Munch kunstencentrum waar behalve de knappe collectie van Edvard Munch nu een tijdelijke tentoonstelling “The Shape of Freedom” te zien is. Of in het Vigenlandpark, ook wel ‘blote beelden park’ genoemd, een ware ode aan het leven. Oslo voelt verdraagzaam aan, artistiek ook. Stijlvol artistiek is het moderne operagebouw, meer boho artistiek dan weer de kleurrijke Grüneløkka wijk met hippe winkeltjes, cafés en eethuisjes. We treffen prachtig weer, het is eind april maar lijkt wel zomer. Mooier kunnen we ons Noorwegen hoofdstuk niet afronden, Oslo is een heerlijke stad, een beetje de kers op onze Noorse taart.

In Florø halen we de boot langzaam uit haar winterslaap. De zeilen gaan er op, de bijboot wordt bovengehaald, we poetsen, ik doe wat vernis-werkjes binnen en we bevoorraden.

3 mei 2023. En daar is dan de dag van vertrek. Wat vreemd om uit Florø weg te varen, een veilige plek waar we ons intussen een beetje thuis voelen. Maar vooraleer we Noorwegen definitief verlaten gaan we nog een paar eilandjes ontdekken…

Van herfst tot Kerst…

31 december 2020

Aan het eind van het jaar kijk ik graag achterom. Ik kijk hoe dan ook graag achterom. Dwalen door foto’s, herinneringen ophalen, blogposts schrijven, het gaat altijd over dingen die voorbij zijn. Mijn schipper, eerder nuchter dan nostalgisch van aard, vindt achterom kijken maar niets. Hij leeft in het nu en kijkt vooruit.

Pat Panick blijft in het water deze winter. Dat besluit kwam er toen Covid-19 onze boot van november 2019 tot juni 2020 gegijzeld hield op de Breehorn werf in Friesland en we het de hele lente zonder boot moesten stellen. Vervolgens hadden we zoals zovelen niet de zomer die we gedroomd hadden. In plaats van twee maand naar de westkust van Schotland, werden het drie weken Normandië en een hapje Bretagne. Intussen zijn we, nog steeds met de hete adem van het akelige virus in onze nek, via de herfst in de winter én in 2021 gerold…

In de week voor Kerstmis wordt in Vlaanderen elk jaar de Warmste Week georganiseerd. Dit jaar geen geldinzameling voor een goed doel maar een bedank-week. In de slotuitzending op Kerstavond komt Martine Tanghe aan het woord, moeder aller nieuwsankers en net met pensioen na een carrière van 42 jaar. Met haar warme stem vertelt ze hoezeer ze onder de indruk was van de talloze dankbetuigingen bij haar recente afscheid van het tv-scherm.

Dankbaarheid, wat is dat mooi.

En nu, zo aan het eind van het jaar besef ik dat er twee manieren zijn om achterom te kijken. Je kan jezelf beklagen om wat je niét hebt kunnen doen, of je kan achteromkijken en dankbaar zijn om wat je wél hebt kunnen doen. En als ik terugblik op afgelopen herfst, door de tweede corona-golf ook een seizoen met opnieuw veel beperkingen, zie ik veel waar ik, ondanks alles, dankbaar om ben…

September 2020

Dankbaar voor dat zonnige zeilweekend naar Cadzand, met de fietsjes langs het Zwin naar Knokke en terug, en haiku’s onderweg.

Dankbaar ook voor die mooie oversteek naar Dover, de laatste keer naar de UK, vooraleer Brexit een feit is…

Oktober 2020

Dankbaar voor wondermooie herfstluchten. Met dat licht dat onze grijze Noordzee onverwachts die unieke groene kleur geeft. Dankbaar ook om net vóór een fikse regenbui afgemeerd te liggen in Zeebrugge. En de volgende dag met stralend weer terug te kunnen zeilen.

Dankbaar ook voor nog een zeiltochtje naar Blankenberge, dat er eind oktober verlaten bij ligt. Wanneer we er impulsief take-away willen bestellen bij de Oesterput schrik ik van de norse stem aan de andere kant van de lijn. Of we niet weten dat we een dag op voorhand hadden moeten bestellen? Maar o zo dankbaar als dezelfde stem, iets minder nors nu, verder gaat met: “Vooruit dan, kom maar halen, 18:00!”

November 2020

De bekleding van ons stuurwiel is aan vernieuwing toe. Spannend om een doe-het-zelf-setje te bestellen bij stuurwielleer.nl met enkel buis- en stuurwieldiameter en gewenste kleur als gegevens… Enkele dagen later komt het pakketje toe: een lap soepel leer met voorgeprikte gaatjes, tape, een naald en gewaxt garen. Ik ga aan de slag, maak kruisjessteken met twee garens, opletten bij het rijgen, steeds dezelfde steek onder en boven. Zuidwest, noordoost, noordwest, zuidoost en opnieuw. Wat ben ik dankbaar als 360° later het leder blijkt te passen als een handschoen…

December 2020

Het jaar loopt ten einde, en Covid-19 of niet, we maken het gezellig met kaarsjes, lichtjes en een kerstboom, ook aan boord. Om de wintertijd comfortabel door te komen droomt mijn schipper al langer van een tent voor over de kuip. Niemand kan dit mooier maken dan Toussein uit Brugge. Zij begrijpen niet alleen precies wat we willen, ze maken het bovendien mooier dan we hadden durven dromen. We doen het ons schip cadeau en maken er meteen dankbaar gebruik van, zowel met Kerst als met de jaarwissel.

Aan iedereen de allerbeste wensen voor 2021!

Laat er ons een jaar van dankbaarheid van maken…

Paniek!

Donderdag 15 maart 2018

Over een week zal het lente zijn. Toegegeven, op het merkbaar langer worden van de dagen na is van lente nog niet echt veel te merken. Maar weer of geen weer, toch is daar het moment waar mijn schipper reikhalzend naar heeft uitgekeken. Pat Panick gaat terug het water in na een lange donkere winter! De late winterprik die voor het komende weekend voorspeld is, met vriestemperaturen overdag, kan de pret niet bederven. Een nieuw zeilseizoen begint. Punt.

Om 8h30 zijn wij als eerste aan de beurt. Zeilvrienden Alain en Philip komen ondanks het vroege uur een handje toesteken en dat maakt het toch een stuk relaxter. Ik heb geen vrije dag vandaag, en wil, als het even kan, tegen 10h00 op kantoor zijn.

Een boot, loom schommelend in twee riemen, die door een kraan op wielen over land gereden wordt, ik blijf het raar vinden. En spannend.

Om niet te spreken van het moment dat de kraan de boot boven het water positioneert. Een korte tijd zweeft ons schip met haar ronde buik weerloos in het ijle. En hoe behoedzaam de kraanman haar ook laat zakken, toch schrik je van het knarsen van de banden, van het minste schokje. Pas als ze drijft, durf je weer ademhalen.

Alles loopt gesmeerd. De motor start vlot, we meren nog even af bij het fuel ponton om de eerste 100 liter van het seizoen te tanken en binnen het uur liggen we goed en wel afgemeerd. Aan boord verwissel ik snel zeiloutfit voor kantooroutfit, spring in de auto en plof klokslag tien op mijn kantoorstoel.

Niet heel veel later gaat mijn telefoon. Las. Paniek.

‘Er komt water in de boot!’

‘Heu?’

‘Niet zo heel veel, nee, maar toch, de schroefas, die lekt, dat is niet goed, echt niet goed…’

Daar zit ik, op mijn kantoorstoel. Ik kan niets doen, het voelt niet goed. Aan de andere kant van de lijn hoor ik op de achtergrond de stemmen van de zeilvrienden. Het stelt me gerust. Er wordt beslist dat de boot vandaag nog terug uit het water gaat. En morgen, vrijdag, wordt er naar die schroefas gekeken. En als het euvel kan verholpen worden, kunnen we met een beetje geluk maandag terug het water in. Laat de winter nog maar even zijn gang gaan dit weekend…

Zondag 18 maart 2018

Daar staat ze dan, hoog en droog in de avondlijke vrieslucht. Nog één keer slapen en ze mag het water weer in. Er zit een nieuwe rubber dichting om haar schroefas. Helaas, ik heb geen vrije dag morgen. Maar de zeilvrienden, die zijn al zalig met pensioen en komen trouw terug om mijn schipper een helpende hand toe te steken. Ik ben gerust.

(En beloof hierbij plechtig dat ik hen nooit meer de Grumpy Old Men zal noemen…)

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Waar zijn we aan begonnen?

Het is niet dat we zo’n dwarsliggers zijn, maar bepaalde dingen andersom doen vinden wij soms gewoon praktischer. Zoals het vaarklaar maken van onze boot.

Terwijl de botenparking volgestouwd staat tijdens de tergend trage winter, blijven wij rustig in het water, op onze ligplaats. Op milde dagen waaien we eens uit, soms komen we gewoon een weekend aan boord, het is er stil, het is er goed. De Webasto houdt de boot warm, een ontvochtiger slorpt de klamheid op.

Maar als de lente pril de kop opsteekt, kriebelt het om aan de lenteschoonmaak te beginnen. Zo lang we niet uit het water gaan, blijft het bij voorzichtige klussen. Schoten met gerafelde uiteinden krijgen een benaaide takeling. Ik houd niet zo van lijnen met getapete uiteinden.  Dan een nachtje weken in een sopje, op een zacht programma in de wasmachine en terug soepel in een tros.

We halen alle lijnen van het dek, en geven het teak een schoonheidsbehandeling. Met een zachte borstel en zuiver water het meeste groen weghalen, daarna een tweede beurt met bruine zeep en ten slotte instrijken met Boracol. Zon en zee doen de komende weken de rest.

En als na de paasdagen de haven voller en de botenparking leger wordt, gaan wij uit het water. Er is meer plaats, de temperatuur is prettiger om buiten te werken, de dagen zijn langer.

Want we hebben een plan. We gaan het onderwaterschip aanpakken. Bij de keuring van onze boot -toen zagen we voor het eerst haar onderkant- was het ons niet zo zeer opgevallen. Het moet gezegd, het  was pokkenweer toen, regen en wind moeten het zicht beperkt hebben. Of waren we iets té verliefd op haar en vertroebelde dat onze kritische blik? Maar toen ze enkele maanden later in de loods van Breehorn stond, werd Las een beetje ongelukkig bij de aanblik van haar gebobbelde huidje. Resten antifouling vormden een korstig maanlandschap. Maar de enkele plaatsen waar zowel antifouling als coating hadden losgelaten en blank aluminium toonden, kregen op dat moment prioriteit. Er waren nog zo veel klussen, het werd een beetje kiezen. En zo zeilden we ons eerste seizoen met het onderwaterschip ongeveer zoals het was.

Terug naar de botenparking en ons plan. Ronny Nollet van Ship Support heeft ons een krabber geleend. Een professionele verfkrabber. Maar professionele verfkrabber-gebruikers zijn wij niet, zo blijkt. Als Las een tijdje aan de gang is geweest komt Ronny kijken. ‘Je hebt haar een beetje gekieteld, niet gekrabd’, lacht hij breed en toont hoe het moet. In enkele stevige halen komt het rood van de laatste laag antifouling mee, als ook resten oude zwarte antifouling, tot grote delen wit van de coating zichtbaar worden. ‘Mooi de ronding van de romp volgen’, geeft hij nog mee. ‘En ophouden als je moe wordt, anders ga je krassen’. ‘En vooral liefdevol blijven krabben.’ Weer die glimlach. Hij weet wat ons te wachten staat. Wij niet.