“Grab a chance and you won’t be sorry for a might have been.”*
Pin Mill. Zaterdag 14 augustus 2016
Hier liggen we dan. Bij het eerste boeitje dat we pakken gaat het niet helemaal goed. Er staat nogal wat wind en onze 13 ton gaat aan de haal met het meertonnetje. Als de boeien hier niet geschikt zijn voor een boot van ons kaliber, zullen we naar een jachthaven moeten. En daar hebben we geen zin in. Een eindje verderop ligt een boei die er wat kloeker uitziet. We wagen onze kans. Het lukt.
Ik kan niet goed uitleggen wat er zo bijzonder is aan deze plek. Merkwaardig het ver-weg-gevoel dat we hier hebben, op amper een flinke zeildag van onze thuishaven. Is het de stromende rivier, zijn het de beboste heuvels waar landhuizen verscholen gaan achter eeuwenoude bomen, zijn het de oude scheepswrakken, als levenloze walvissen, aangespoeld op de oevers?
Of is het de Butt and Oyster, die iconische pub waar elke zichzelf respecterende zeiler -zittend op de houten banken- al menige ale gedronken heeft? Bij elk biertje gaat het harder waaien en worden de golven hoger. Als je daar zit, ga je vanzelf de ruigste zeemansverhalen verzinnen, al zeilde je nog nooit.
Achter de pub loopt een lommerrijk wandelpad langs de rivier. Bewoonde woonboten, verlaten scheepswrakken en allerlei constructies daar ergens tussenin maken van deze plek een soort maritieme vrijstaat. Nieuwsgierig proberen we een glimp op te vangen van hoe hier geleefd wordt, maar de bewoners blijken nogal op hun privacy gesteld. Met struiken en schuttingen en bordjes ‘private property’ schermen ze hun paradijsjes af.
Van de finaal in de modder gestrande scheepsrompen gaat een zekere treurigheid uit. Ooit moeten dit fiere schuiten zijn geweest, gevaren door stoere zeelui. Nu liggen ze hier roerloos, hun scheepshuiden vaal verkleurd, ten prooi aan weer en wind. Het is van een tristesse die doet denken aan deze muziek van Jóhann Jóhannsson, mooi en droevig tegelijk. (als je van dit soort muziek houdt moet je beslist de hele cd, Fordlandia eens beluisteren…).
Pin Mill. Blij dat we een tweede kans waagden om een boei te pakken. Die boei, middelpunt van 360° uitzicht op de River Orwell, we komen ogen te kort…
* Het citaat in de titel komt uit een jeugdboek ‘We didn’t mean to go to sea’ van Arthur Ransome. Dit verhaal uit 1937 speelt zich af in Pin Mill en gaat over vier kinderen die een avontuurlijke zeiltocht maken. Al was dat aanvankelijk niet hun bedoeling… Een leuke leestip als je van een ouderwets maritiem verhaal houdt. Of waarom niet, luistertip, want je kan het ook als audioboek verkrijgen. Geen leukere manier om je nautisch engels bij te spijkeren!
Gaaf he, dit was mijn allereerste zeiltocht, tegen de morgen aankomen, zo prachtig. Dan vanuit de haven de lange wandeling naar het gezellige restaurantje. En wat op mij heel veel indruk gemaakt heeft waren de vergane bootjes op de kant, ik verzin er gelijk verhalen bij en ben ontzettend nieuwsgierig wat ermee gebeurd is.
Wel puur genieten zo’n tochtje, hopelijk gaan we volgend jaar weer die kant op.
Liefs
Wilma
LikeLike