Een landgenote in Spitsbergen

14 – 17 juli 2022

Naast de kapitein in de stuurhut van de Polargirl zit een jonge vrouw met een baby op de arm. Elise, want zo heet de vrouw, is hier niet als toerist. Ze woont in Longyearbyen en is aan boord om haar man te verwelkomen. Straks gaan we hem ophalen samen met twee toeristen die hij als gids begeleidde op een driedaagse gletsjertocht. Elise blijkt Belgische, afkomstig uit Luik. Ze is arts. Maar tijdens haar specialisatie als urgentiearts wordt de werkdruk haar te veel. Een reis naar Spitsbergen verandert alles. Ze komt er tot rust, wordt verliefd op het landschap én op een Franse gids… Ze laat de specialisatie in België voor wat die is en woont hier intussen drie jaar…

Wij zijn hier wel als toerist, voor vier dagen. En met het vliegtuig… Want zeilen zonder strakke tochtplanning of administratieve voorbereiding, zoals we deden van Bergen tot de Noordkaap, doe je maar beter niet naar Spitsbergen. Tot op de dag van vertrek blijft onze vliegreis onzeker door een hardnekkige staking van SAS. Opluchting als we vernemen dat onze SK4414 de eerste vlucht in wéken naar Spitsbergen zal zijn. Ruig is het landschap van ijs en rotsen dat snel dichterbij komt als we de landing inzetten op Longyearbyen, hoofdstad van Svalbard, zoals de Noren het noemen.

Het was de Nederlander Willem Barentsz die deze ijzige archipel in 1596 ontdekte tijdens een expeditie op zoek naar de Noordoostelijke doorvaart. Hij noemde het Spitsbergen, omwille van, nu ja, de spitse bergen. Lang was deze onherbergzame plek van niemand en van iedereen. Walvisvangst en mijnbouw lokten ondernemers en avonturiers. Nu zijn dat toerisme en wetenschappelijk onderzoek.

‘Gelieve je schoenen uit te trekken’, staat er bij de ingang van het hotel. Sneeuw, steengruis en modder blijven buiten. Als we ’s avonds zitten te eten in het fijne restaurant van ons hotel, kijk ik naar de kousenvoeten onder tafel. De mijne en die van iedereen. Het heeft iets nederigs. Ook schoenen uit bij de toeristische dienst, het museum en het kerkje. In de Svalbard Kirke brandt altijd licht, je kan er 24/7 terecht en er staat een opgezette ijsbeer. Er is ook een bibliotheek met leessalon, waar je koffie of thee kan nemen. Een behaaglijke en kleurrijke oase.

Kleurrijk ook de uniforme, kazerne-achtige huizen en gebouwen in Longyearbyen, bestand tegen het guurste weer. Roestbruin, vanillegeel, saffraangeel, pistachegroen, gletsjerblauw… Een vervanging voor de ontbrekende tuinen, bomen, bloemen? Op de parkings meer sneeuwscooters en quads dan auto’s.

Elise legt uit wat voor haar het verschil maakt. ‘We volgen het wereldnieuws slechts van ver,’ zegt ze. ‘Het nieuws voor ons, dat is wat hier gebeurt. Het samenhorigheidsgevoel is groot, we zorgen voor elkaar.’ Sinds 1920 hoort Spitsbergen bij Noorwegen maar in 2002 kreeg het een bestuursvorm met grote autonomie voor gemeenteraad en Sysselmann (gouverneur). Want er zijn bijzondere wetten nodig om van deze gemeenschap in een vijandige omgeving een veilige plek te maken. Ijsberen, sneeuwstormen en ijs zijn hier echt.

Elise vertelt. ‘Het leven is duur, je betaalt gemakkelijk 1.500 € per maand voor de huur van een appartementje. Maar je kan ook goed geld verdienen. Het donker van het donkere seizoen? Valt wel mee, sneeuw en ijs geven ook licht, weet je. En er is het noorderlicht…’

Iemand spot beluga’s. Traag stuurt de kapitein de boot die richting uit, maar de witte walvissen zwemmen weg. Het aantal waarnemingen van pooldieren wordt met krijt op een bord genoteerd. 21 staat er bij beluga. 136 bij walrus. Dat deze terug talrijk aanwezig zijn in Spitsbergen zagen we gisteren in de Isfjord, tijdens een walrussafari.

Bij het woord polarbear geen getal. Wel vier krijtstreepjes… Onze gids is dan ook gewapend als we aan land gaan om Pyramiden te bezoeken. Deze verlaten Russische mijnsite waar ooit 1000 mensen werkten en woonden lijkt wel een filmdecor…Wie bereid was om hier te komen werken, werd niet alleen vet betaald, maar kreeg ook een verzorgd verblijf met sporthal, zwembad, cinema, feestzaal en goed restaurant.

De Polargirl vaart tot vlak bij de rand van de Nordenskiöldbreen, ijsschotsen drijven knisperend langs. Elise wijst met een breed gebaar naar de bergen en het metershoge ijs. ‘Kijk toch hoe mooi dit is!’

Even later stopt het schip. Elises man en de twee toeristen worden met een bijboot opgehaald, een hartverwarmend weerzien volgt.

’s Avonds lig ik languit in het warme bad van onze hotelkamer en genietend van deze luxe die wij aan boord niet hebben, kijk ik terug op de voorbije dagen. Hoe kort ook, proeven van Svalbard is intens. Een archipel van contrasten is het, met een bar klimaat, uitzonderlijke natuur, maar ook exclusief toerisme en bijzondere mensen die hier hun geluk komen zoeken…

Tromsø, niet zo ‘arctic’ als verwacht…

1- 4 juli 2022

Bij het uitspreken van de naam Tromsø zou het heel gewoon zijn dat je adem condenseert tot een ijzig wolkje in de tintelfrisse poollucht. Boten heten hier Arctic Eagle of Arctic Queen, je kan een bezoekje brengen aan het Polar museet (poolmuseum), Polaria (educatief centrum/aquarium over Spitsbergen en de Noordpool) of het schip de Polstjerna, Poolster, waarmee ooit op zeehonden werd gejaagd. Er is een sneeuwwitte strakke kerk met de naam Ishavskatedralen. Ijszeekathedraal. En geloof het of niet, je kan hier Polar donuts eten, er is frisdrank van het merk Isklar en bier met namen als Isbjørn (ijsbeer) of ook weer Arctic… Maar dat van dat ijzige wolkje, vergeet dat maar, want het is hier zomers warm. Afgelopen week, de laatste week van juni, werd in Tromsø 30°C genoteerd, een record…

‘Brought all the wrong clothes…’ grapt Sally van sv Hiraeth en stroopt de mouwen op van haar thermisch t-shirt. Sally en Miles zijn een hartelijk Brits stel dat nog niet zo heel lang zeilt. Eigenlijk zijn ze snowboarders/alpinisten maar om bij bergen te komen die alleen via de zee bereikbaar zijn, leerden ze zeilen en kochten ze een boot. En nu bereiden ze zich voor om de oversteek naar Spitsbergen te maken met hun klassieke Centurion 42 uit 1987. Niet meteen een kloek aluminium slagschip zoals je ze hier wel vaker ziet, maar goed voorbereid zijn ze wel. Er heerst een zekere Svalbard-koorts in de ruime jachthaven van Tromsø die vlakbij het centrum van de stad ligt. Maar er zijn er ook die niet naar Spitsbergen gaan. Zoals wij. Of Dixbay uit Nederland. Dat was eigenlijk wel het plan van Idris van der Meer, die met wisselende bemanning van Nederland naar Tromsø zeilde. Maar er zijn wat perikelen en Spitsbergen gaat niet lukken. Hoe dan ook, van zijn prachtige zeilreis maakt hij blitse filmpjes die je via de website van Zeilen kan bekijken.

Fram, Gjøya en Maud. Dat zijn beroemde Noorse poolexpeditie-schepen. En Roald Amundsen, en Fridtjof Nansen al even beroemde poolreizigers. En er is ook Wanny Wolstad, de eerste vrouwelijke jager in Spitsbergen. Hun namen prijken als eerbetoon op betonnen zitbanken bij een gloednieuw complex, Vervet. Gedurfde architectuur wat kleuren en materialen betreft, en ik vind het best knap. Er is roodbruin, vanillegeel en vaalblauw dat doet denken aan traditionele Noorse huizen, metaal dat licht is als ijs of donker als machines van scheepswerven en ook hout. En donkergrijs, als het graniet van de bergen op de achtergrond. De projectontwikkeling ligt langs de haven, er zijn cafés en restaurants en met het mooie weer zitten de terrasjes er overvol.

Tromsø, dat zichzelf graag het Parijs van het Noorden noemt, ligt op het eiland Tromsøy en is via bruggen verbonden met enerzijds het eiland Kvaløy en anderzijds het vasteland. Het is een levendige universiteitsstad waar ook grote cruiseschepen komen afmeren, er zijn gezellige straten, pleinen en winkels. Een kerkje waar ’s zomers concerten zijn. En houten huizen in bijzondere kleuren…

Het mooiste uitzicht over de stad heb je vanop de 421m hoge bergtop aan de overkant van de brug met het vasteland en je kan er met een kabelbaan heen of met 1203 traptreden. We kiezen voor de traptreden en beginnen eraan om halfzes wanneer het nog niet te warm is. Het krieken van de dag kan je het niet noemen, want het is nu permanent 24 uur licht… Precies om negen uur passeren we op terugweg de Ishavskatedralen en dat is net openingstijd. En zo stappen we als eersten deze schitterende ruimte in, net voor de toeristenstroom. Ik dacht dat de witte strakke vormen ijsschotsen voorstelden, maar lees dat ze eigenlijk geïnspireerd zijn op de houten rekken waaraan de kabeljauwen overal in Noord-Noorwegen worden gedroogd…

De voorspellingen blijven zomers voor de komende dagen. Ideaal om na een verblijf in de stad te gaan genieten van een ankerplaats. Gåsvær bij voorbeeld. Het lijkt wel een vleugje Caraïben in Noorwegen…