De Lofoten, met de s van storm, Skrova en Svolvær

Det finnes ikke dårlig vær, bare dårlige klær‘, zeggen de Noren. Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel. Leuk om weer maar eens vast te stellen dat je met Westvlaams een heel eind komt in Noorwegen. Want ‘dårlig‘ lijkt heel erg op ‘deirlik’, dat net als in het Westvlaams dialect ‘slecht’ betekent…

Het is veel te warm en het pashokje van Felstad, Fiskeutsyr is krap. Fiskeutsyr, vrij vertaald, ‘gerief voor vissers’. We zijn in Svolvær, de grootste stad van de Lofoten. Nee, we zijn hier niet met onze boot gekomen maar met de ferry. Ik zweet me te pletter in de zwart met fluogele overall. Nadat we allebei een gevecht geleverd hebben, besluiten we om ze te kopen. Elk een pak van Fladen, de iconische water- en winddichte overall met drijfvermogen zoals alle vissers hier dragen. Ze zijn te omvangrijk voor gewone plastic winkeltassen en de man vraagt bezorgd of we het niet vervelend vinden om ze zo, zonder verpakking mee te nemen. Daar lopen we door de stad, elk met een omvangrijk pak als een bewusteloze drenkeling over de arm.

Op de ferrytocht terug nemen we de plaats in van vier personen, maar geen nood, voor de verbinding met een afgelegen eiland als Skrova hoef je niet te betalen…

Een dag eerder. Moeilijk te geloven dat er storm op komst is. Heerlijk windje, stralende zon, blauwe lucht. Het tochtje van Henningsvær naar Skrova, goed elf mijl, kan zó in een toeristisch promofilmpje voor de Lofoten.

Na het uitknippen van één spannend momentje weliswaar. Dikke ferry duikt op uit het niets en kruist ons met een rotvaart in een smalle doorgang tussen rotsen… Geen nood, tot vlakbij de rotswand is het nog 20 meter diep, we wijken even uit en het filmpje gaat ontspannen verder.

We varen langs bontgekleurde huisjes de haven in en meren af aan een ponton bij een wit, houten gebouw. Is of was het vervallen complex een theaterzaal, dat is niet helemaal duidelijk. Skrova, ooit hét centrum van de  walvisvangst, is nu een slaperig eilandje waar een paar rorbuer worden verhuurd, waar het enige restaurantje knalgeel is geverfd en kunstzinnige foto’s de straten kleuren. Meer moet het niet zijn om me verliefd te krijgen.

Maar yr.no heeft gezegd dat het mooie weer niet zal blijven duren en daarom besluiten we nog dezelfde dag de hike rond het eiland te doen. Skrova is niet groot, je wandelt er in een namiddag omheen en dan heb je zelfs nog een ommetje gemaakt naar de top van de berg. Onze wandelgids voor vandaag heet Komoot. Dat is een app waar wandel- en fietstochten op te vinden zijn.. Of noem het een digitale community voor stappers en fietsers. Want wandelingen worden niet alleen van naaldje tot draadje uit de doeken gedaan, ijverige wandelaars delen er ook ervaringen, foto’s of nieuw ontdekte wandelroutes. Een gekozen route kan je bovendien na downloaden offline meenemen. Het wordt een pittige namiddag, langs paden vol wilde bloemen, met mooie vergezichten en een schitterend uitzicht op de Lofoten wall aan de overkant. Want zo wordt de rij getande bergpieken ook genoemd. Het laatste stuk van de wandeling, naar de top is het spannendst, ijzeren stangen met touwen als reling bieden houvast op de steilste stukken. 20.000 stappen later genieten we bij een welverdiende Lofotpils van de absolute stilte.

Als een dag later een fikse storm het eiland teistert nemen we de ferry naar Svolvær. Het is die ferry die we een dag eerder bij het binnenvaren kruisten en we verbazen ons ook nu weer over de snelheid waarmee die rakeling langs de rotsen vaart. Svolvær kan ons niet helemaal bekoren, misschien speelt het mindere weer een rol, of het stadse karakter. Maar Noorwegen-waardige slecht-weer-pakken hebben we nu wel…

De bib van Bodø

Nee, ik ga hier niemand met naam en toenaam schofferen. Maar ja, er is een fout gemaakt. Een beroepsfout. Goedheid is geen gave zegt men soms, maar het is spijtig als oprecht vertrouwen terugkeert als een boemerang. Vol in je gezicht.

We zijn aangekomen in Bodø. 67°17’N, 14°23’E. Uitspreken als Bdu en niet als Bodéu zoals wij geneigd zijn om te doen… Ik zei het al, onze reis is geen nauwkeurig uitgestippeld parcours. We gaan noord tot zo lang we het leuk vinden. De Noordkaap zou leuk zijn. Al was het maar omdat we in 2015 op de eerste zeilreis met onze Breehorn, de kaap van Lindesnes rondden, het zuidelijkste puntje van Noorwegen. En dat de Noordkaap het andere uiterste is van dit langgerekte prachtland. Mijn schipper mijmert ook wel over Spitsbergen. Maar dat is geen bestemming waar je op de bonnefooi heen zeilt. Goed zeemanschap is een ding, maar er is ook administratief huiswerk vereist vooraleer je toestemming krijgt van de sysselmann van Svalbard. Daarbij hoort onder andere een extra SAR, search and rescue-verzekering. We vernemen van zeilers voor wie Spitsbergen het hoofddoel is, dat zij daar ruim op tijd werk van maakten. En is het dat niet voor ons, toch kriebelt het. Dus waarom niet eens polsen bij onze verzekering of het kan? Gewoon, uit nieuwsgierigheid…

De bediende weet het niet, haar baas zal ons terugbellen. En dat doet hij… Met slecht nieuws. Want niet alleen weet hij ons te vertellen dat verzekeren voor Spitsbergen niet kan, maar ook dat wij hier en nu slechts tot 65°N verzekerd zijn. Hoezo, 65°N? Daar zijn we inmiddels al dik 2°, ofwel 120 zeemijl voorbij?

Afgelopen herfst hadden we gemaild. Met de vraag of ons vaarplan om tot de Noordkaap te varen uitbreiding van onze polis vereiste. Ook dat wist de bediende toen niet en ze zou haar baas raadplegen. Toen korte tijd later zonder bezwaar de prolongatie van onze gebruikelijke polis kwam, hadden wij er het volste vertrouwen in dat alles in orde was. Zonder nog eens zelf de kleine lettertjes te gaan lezen.

We zijn kwaad. Bellen een vriend en vergelijken polissen. Daaruit blijkt dat de ene ‘Europese zeeën’ de andere niet zijn. Want met die term wordt de uitbreiding omschreven voor een vaargebied dat verder dan 20 mijl uit de kust ligt. De kleine lettertjes van onze ‘expert in bootverzekeringen’ zeggen dat hun ‘Europese zeeën’ tot 65°N reiken, die van de verzekeraar van onze zeilvriend tot 73°N…

Bodø. (Bdu, niet Bodéu…) Bij aankomst regende het en de aanblik van een natte stad deed geen deugd na een week mooiweer-zeilen in het ongerepte Helgeland. Maar nu laat Bodø haar zonnige gezicht zien. Een metamorfose. In het straatbeeld verschijnen jurkjes, korte mouwen en shorts, mensen flaneren, genieten op terrasjes… En wij, wij verschansen ons in bibliotheek/concerthal/brasserie Stormen.

Stormen is een plek die je liefdevol omarmt. De schitterende bibliotheek heeft gezellige zetels, ruime, heldere werkplekken, snelle wifi en je kan er documenten scannen en printen. Voor mat og drikker, eten en drinken, is er een brasserie met de symptahieke naam BibliotekBar Påpir… En wij pakken er onze verzekeringsperikelen aan. Onze ‘expert in bootverzekeringen’ slaagt er niet in om ons voor een ruimer gebied te verzekeren en boos stappen we over naar concurrentie. En nee, die is niet duurder.

Als alles geregeld is, genieten we opgelucht van een lekkere kop cappuccino op een terras in de zon, hehe. We ruimen de boot op, draaien een paar wasmachines en droogkasten en kuieren wat door de stad. In 2024 zal Bodø, iets meer dan 50.000 inwoners, culturele hoofdstad van Europa zijn en dat merk je aan nogal wat bouwwerven. We blijven een paar dagen hangen en doen nog een toeristische uitstap.

In Saltstraumen bevindt zich de krachtigste maalstroom ter wereld. Elke zes uur stroomt 400 miljoen kubieke meter water met snelheden tot 20 knopen (40 km/u) door een zeearm van 150 meter breed. Waar de stroming het sterkst is, ontstaan straffe draaikolken die tot tien meter diameter en vijf meter diep kunnen zijn.

Ernaar kijkend denk ik nog eens aan het verzekeringsverhaal. Hadden we onze verzekeraar niet gebeld om te polsen voor Spitsbergen, dan hadden we nooit geweten dat we hier niet verzekerd waren… Ik schud die ongezellige gedachte van me af en laat ze meestromen met het ziedende water. Kijk eens hoe snel dat verdwijnt!