Dé Lofoten! Ja, echt, we zijn er!

17 juni 2022

De Lofoten! Denk je hierbij, net als ik, aan afgelegen en ver als je het uitspreekt? Of aan desolaat? Dat ver klopt wel, we hebben inmiddels al 1750 mijl onder de kiel. Maar we zijn ook al 60 dagen onderweg en als je het één door het ander deelt valt het wel mee. Maar desolaat, dat klopt niet echt. We zijn een goeie 40 mijl geleden uit Landegode vertrokken en al van op zee zijn ze te zien, de vele witte stippen. Campers, heel veel campers. Langs en over de rij puntmutsen -beter kan je de spitse bergen hier niet omschrijven-, loopt de E10. Voor automobilisten is die Lofoten highway, één van de vele Nasjonale turistveger in Noorwegen, de enige manier om hier te komen. En dat willen er dus veel. Maar goed, de wereld is van iedereen en na twee dip-jaren halen mensen duidelijk hun reisverlangen in.

Wist je dat het Noors drie klinkers meer heeft dan wij? Behalve a, e, i, o, u en y hebben zij nog æ, ø en å… De æ houdt het midden tussen een lange aa en de a in het engelse cat, de ø klinkt als eu en de å als onze o’s in boot. Er zijn nog heel veel wist-je-datjes in de Noorse uitspraak. Hoe beter je ze onder de knie krijgt, hoe groter de kans dat je iets begrijpt van geschreven Noors. Maar gesproken Noors, dat blijft voorlopig Chinees…

Terug naar de Lofoten. De grootste eilanden van deze archipel zijn Moskenesøy, Flakstadøy, Vestvagøy en Austvagøy. Ze zijn met bruggen of tunnels met mekaar verbonden en gaan over in een volgende archipel, de Vesterålen. Die haakt zich dan weer met de eilanden Langøy, Andøy en Hinnøy vast aan het vasteland. Vis, mist, puntbergen en rorbuer, misschien wat oneerbiedig om de Lofoten zo samen te vatten. En toch…

Vis – Sørvågen en Å

Als we Sørvågen (let op de klinkers!) aanlopen ruiken we het meteen. Vis. Zonder kop en per twee aan de staarten bijeengebonden hangen de kabeljauwen aan houten rekken. Ze drogen aan de lucht, er komt geen zout aan te pas. Dat is tørrfisk. Wordt vis met zout gedroogd, dan is dat klippfisk. De koppen hangen aan andere rekken te drogen. Zonder tongen. Want die zijn er meteen na de vangst uitgesneden en vinden als delicatesse hun weg naar restaurants. Kabeljauwtongen snijden is in de vissersgemeenschappen op de Lofoten een taak van de kinderen. Want als de vis komt, werkt iedereen mee.

Vroeger was de visserij veel groter. Elke winter zwommen hele scholen kabeljauw vanuit de Barentszee naar de Lofoten. Vissersboten kwamen van overal uit Noorwegen, en waren zo talrijk dat van januari tot april de havens uit hun voegen barstten. Wie waar en wanneer mocht vissen, was streng geregeld. Niet ver van Sørvågen ligt een authentiek vissersdorpje, Å. En al is het piepklein en bestaat de naam uit slechts één letter, het heeft twee musea. Het ene is gewoon het hele dorp en het andere, het tørrfiskmuseum, is het enige stokvismuseum ter wereld…

’s Avonds proeven we stokvis en kabeljauwtong bij het voortreffelijke Maren Anna

Mist – Reine

We zijn 5 mijl verder, in Reine, en graag zou ik vertellen over een van de mooiste stranden van de Lofoten, Bunes. Maar helaas, ik heb het niet gezien. Na het oversteken van de Reinefjord met de ferry en na een fikse wandeling lopen we tegen dikke, witte mist aan. Die, van zodra we op de terugweg zijn, spottend oplost.

En na de middag is daar ineens stralend zomerweer en worden we na het beklimmen van Reinebringen, met een uniek uitzicht beloond. Dat het weer in de Lofoten veranderlijk is, is zacht uitgedrukt… Maar de middernachtzon, die maakt het altijd goed.

Rorbuer – Nusfjord en Henningsvær

Rorbuer is het meervoud van rorbu. Een rorbu is een houten huis, meestal rood of geel, dat half op de rotsen en half in het water op houten palen staat. Ooit boden deze huizen onderdak aan vissers die uit heel Noorwegen naar de Lofoten kwamen voor het visseizoen maar nu, met de visserij op zijn retour, zijn de meeste van deze huizen omgebouwd tot vakantieverblijven. In Nusfjord, 10 mijl ten noordoosten van Reine, is zelfs het hele vissersdorp een stijlvol resort geworden, met in de kleine havenkom plaats voor twee bezoekende jachtjes. De smalle ingang tussen steile rotswanden is behoorlijk spectaculair.

Ook Henningsvær, het vierde haventje dat we 23 mijl verder aanlopen, heeft alle Lofoten ingrediënten. Vis, rorbuer, veranderlijk weer en indrukwekkende bergpieken op de achtergrond… Dit smaakt naar meer!